In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, is op 8 januari 2015 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Apeldoorn. Het verzoeker heeft mr. T. Zuidema, de rechter in de hoofdzaak, gewraakt in verband met de procedure met zaaknummer C/01/277529/HA ZA 14/298. De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de terechtzitting op 4 november 2014, het wrakingsverzoek van 15 december 2014, en de schriftelijke reactie van de rechter op het wrakingsverzoek van 19 december 2014. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 januari 2015 is verzoeker in persoon verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. Molenaar.
De rechtbank heeft beoordeeld of verzoeker ontvankelijk is in het wrakingsverzoek. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient te worden vastgesteld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek gebaseerd op de gang van zaken tijdens de comparitie van partijen op 4 november 2014, maar heeft dit verzoek pas op 15 december 2014 ingediend. De rechtbank oordeelt dat verzoeker niet tijdig heeft gereageerd, aangezien het proces-verbaal van de comparitie dezelfde dag aan zijn advocaat is verzonden.
Verzoeker heeft verklaard dat hij vanwege een reis naar Amerika en een daaropvolgende longaandoening niet eerder in staat was om het wrakingsverzoek op te stellen. De rechtbank oordeelt echter dat deze omstandigheden het tijdsverloop niet rechtvaardigen. Daarom heeft de rechtbank besloten dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking van mr. T. Zuidema.