Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Als verklaring van [persoon 1] op 26 juli 2013, over benadeelde [slachtoffer] , geboren op [geboortejaar 2] 1992 (eindpv; pg 18-20) :
Concluderend beeld uit de MFCG consultatie betreffende [slachtoffer] door jeugdzorg psycholoog [deskundige] en sociaal psychiatrisch verpleegkundige
Verklaring van [deskundige 3] op 17 september 2013 (eindpv; pg 82):
Verklaring van [slachtoffer] , opgenomen in de vorm van een verbatim studioverhoor op 11 oktober 2013 (eindpv; pg 92-141; G= getuige. V=verhoorster):
,hoe noemen ze dat? Strelen of zoiets noemen ze dat volgens
.Maar moet die niet op mij mauwen, want ik
.Wat ik niet wil en wil afsluiten.
,in bed ging je ook knuffelen?
V En wat deed die dan?
.
Door medewerkers van [instantie] geprinte chatgesprekken tussen [slachtoffer] en verdachte [verdachte] , gevoerd op een computer van [instantie] (eindpv; pg 143-387, in samenhang bezien met voornoemde verklaring van [persoon 1] en het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] d.d. 3 juli 2014, pv-nummer PL2100-2013116217-14):
Verklaring van [persoon 6] , moeder van [slachtoffer] (eindpv; pg 388-402):
,ik denk één keer is [slachtoffer] wel bij [verdachte] blijven liggen en maakte ik het ontbijt alleen klaar.
Verklaring verdachte [verdachte] op 6 maart 2014 (eindpv; 403-409):