ECLI:NL:RBOBR:2015:7909
Rechtbank Oost-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie en slapend aangetroffen tijdens dienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 oktober 2015 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de stichting St. Anna Zorggroep tegen een werknemer. De werkgever, St. Anna, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsrelatie, die zou zijn ontstaan door herhaaldelijk slapend aangetroffen worden tijdens de dienst. De werknemer, die sinds 1 april 1977 in dienst was, had eerder een laatste waarschuwing ontvangen en was op 29 november 2014 weer slapend aangetroffen. Ondanks gesprekken en mediationpogingen, die door de werknemer waren stopgezet vanwege een gebrek aan vertrouwen in de mediator, bleef de werkgever bij zijn standpunt dat de arbeidsrelatie verstoord was.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever onvoldoende had aangetoond dat de verstoring van de arbeidsrelatie zodanig was dat van St. Anna niet gevergd kon worden het dienstverband voort te zetten. De rechter benadrukte dat herstel van de arbeidsrelatie niet uitgesloten was en dat St. Anna niet voldoende had geprobeerd om de relatie te verbeteren, bijvoorbeeld door de werknemer in een andere functie te plaatsen. De rechter wees het verzoek tot ontbinding af en veroordeelde St. Anna in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke grond voor ontbinding van een arbeidsovereenkomst en de noodzaak voor werkgevers om actief te werken aan herstel van de arbeidsrelatie voordat tot ontbinding kan worden overgegaan.