ECLI:NL:RBOBR:2015:7578

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
29 december 2015
Publicatiedatum
28 december 2015
Zaaknummer
14_2992E
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einduitspraak inzake omgevingsvergunning voor tennispark met verlichting en geluidsoverlast

Op 29 december 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de omgevingsvergunning voor een tennispark in Vught. De rechtbank heeft de einduitspraak gedaan na een eerdere tussenuitspraak van 13 februari 2015. In deze zaak hebben eisers, bewoners van de omgeving, bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die aan de tennisvereniging was verleend voor het plaatsen van lichtmasten en het intensiveren van het gebruik van het tennispark. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers op twee punten terecht kritiek hebben op het geluidsrapport, maar dat de verweerder deze punten voldoende heeft onderkend in de belangenafweging. De rechtbank oordeelt dat de impact op de leefomgeving door het gebruik van verlichting in aanzienlijke mate kan worden beperkt door het stellen van voorwaarden aan de omgevingsvergunning. De rechtbank heeft de omgevingsvergunning in stand gelaten, maar wel enkele voorwaarden als voorschriften verbonden aan de vergunning. De rechtbank heeft de beroepen van eisers tegen de ingetrokken besluiten niet ontvankelijk verklaard en het beroep tegen het bestreden besluit 3 gegrond verklaard. De rechtbank heeft de omgevingsvergunning herroepen voor zover de voorwaarden niet als voorschriften waren verbonden en heeft de overige delen van de vergunning in stand gelaten. Tevens is bepaald dat de verweerder het griffierecht en proceskosten aan eisers dient te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 14/2992 E en SHE 14/2928

einduitspraak van de meervoudige kamer van 29 december 2012 in de zaak tussen

1. [Eisers 1] ,te [woonplaats 1] , eisers 1
(gemachtigde: mr. P.W.G.M. Christophe),
2. [eiser 2] ,te [woonplaats 2] , eiser 2
(gemachtigde: mr. drs. J.M. Stedelaar),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught, verweerder

(gemachtigde: R.P. Randewijk).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
Tennisvereniging Woburnpark, te Vught (verder: de tennisvereniging), gemachtigde: mr. T.H.G. Paffen.

Procesverloop

Bij besluit van 27 maart 2014 (het primaire besluit) heeft verweerder aan de tennisvereniging een omgevingsvergunning verleend voor de plaatsing van zes lichtmasten met een hoogte van tien meter op het perceel plaatselijk bekend Eikenlaan 18 te Vught.
Bij besluit van 24 juli 2014 (het bestreden besluit 1) heeft verweerder het bezwaar van eisers 1 en eiser 2 ongegrond verklaard.
Eisers 1 en eiser 2 (hierna gezamenlijk te noemen: eisers) hebben tegen het bestreden besluit afzonderlijk beroep ingesteld. Het beroep van eisers 1 is geregistreerd onder zaaknummer SHE 14/2992, dat van eiser 2 is geregistreerd onder zaaknummer SHE 14/2928.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2015. Eisers 1 zijn deels verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Eiser 2 is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De tennisverenging heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde alsmede [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] .
Bij tussenuitspraak van 13 februari 2015 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen, het gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
Verweerder heeft in reactie op de tussenuitspraak een nieuw besluit genomen van 18 maart 2015 (het bestreden besluit 2). Daarbij heeft hij het primaire besluit in stand gelaten en daaraan het voorschrift verbonden, dat in de periode tussen 1 september en 1 juni de kantine en het terras dagelijks tot uiterlijk 22.30 uur open mogen zijn. Deze beperking geldt niet voor het gebruik van de kantine, als de tennisvereniging de kantine in die periode wil gebruiken voor het houden van een festiviteit. In een kalenderjaar mag echter niet meer dan twaalf keer van deze uitzondering gebruik worden gemaakt. De tennisvereniging dient een melding aan de gemeente en aan de bewoners van de Eikenlaan te doen als zij gebruik maakt van de uitzondering. Verder heeft verweerder in het bestreden besluit 2 het bestreden besluit 1 ingetrokken.
Eisers en de tennisvereniging hebben hierop schriftelijke reacties (de zienswijzen) gegeven.
De rechtbank heeft vervolgens de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) ingeschakeld en heeft de zaken verwezen naar de meervoudige kamer. De StAB heeft op 30 juli 2015 advies uitgebracht. De zaak is vervolgens behandeld op de zitting van 7 september 2015. Eisers 1 zijn deels verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Eiser 2 is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De tennisvereniging heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde alsmede door [persoon 1] .
Na de zitting heeft verweerder een nieuw besluit genomen op 24 september 2015 (het bestreden besluit 3) onder gelijktijdige intrekking van de bestreden besluiten 1 en 2). In het bestreden besluit 3 heeft verweerder het primaire besluit in stand gelaten. Eisers hebben hierop schriftelijk gereageerd evenals de derde-partij. Daarna heeft de rechtbank met instemming van partijen het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank acht de beroepen op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mede gericht tegen bestreden besluit 3. In het bestreden besluit 3 heeft verweerder de bestreden besluiten 1 en 2 ingetrokken. De tennisvereniging heeft geen uitvoering gegeven aan de omgevingsvergunning. Niet valt in te zien dat eisers verder belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van de ingetrokken besluiten 1 en 2. De rechtbank zal de beroepen, voor zover gericht tegen de ingetrokken besluiten 1 en 2 niet ontvankelijk verklaren. Het bestreden besluit 3 komt niet aan de beroepen van eisers tegemoet. Zij hebben in hun reacties aangegeven zich niet met bestreden besluit 3 te kunnen verenigen. De tennisvereniging heeft aangegeven zich wel met het bestreden besluit 3 te kunnen verenigen, ondanks de beperkende voorwaarden daarin.
2. Deze uitspraak bouwt voort op de tussenuitspraak. De rechtbank blijft bij al wat zij in de tussenuitspraak heeft overwogen en beslist, tenzij hierna uitdrukkelijk anders wordt overwogen. Het staat de rechtbank niet vrij om terug te komen van zonder voorbehoud gegeven oordelen in de tussenuitspraak. Dit is alleen anders in zeer uitzonderlijke gevallen. De rechtbank verwijst hiervoor naar de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 24 augustus 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BR5704) en 15 augustus 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX4694). In haar tussenuitspraak heeft de rechtbank, kort samengevat en voor zover hier relevant, het volgende overwogen:
 De rechtbank is van oordeel dat verweerder het gebied waarin het tennispark en de omliggende woningen zijn gelegen heeft kunnen aanmerken als ‘gemengd gebied’ in de zin van de VNG Handreiking “Bedrijven en milieuzonering” (VNG-Handreiking).
 Binnen de in de VNG-Handreiking genoemde richtafstand ligt een woning. Onder deze omstandigheden moest verweerder nader motiveren waarom een veldsportcomplex met verlichting op een kortere afstand dan geadviseerd in de VNG- Handreiking niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
 Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van een onaanvaardbare lichthinder;
 Ter beantwoording van de vraag of het uitbreiden van de activiteiten van de tennisvereniging planologisch aanvaardbaar is, moet de volledige geluidsbelasting van het tennispark worden bepaald, dus inclusief de geluiden die op basis van artikel 2.18 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) buiten beschouwing worden gelaten. Pas dan kan een goede belangenafweging plaatsvinden.
3. De StAB heeft kort samengevat het volgende geadviseerd met betrekking tot het aan het bestreden besluit 2 ten grondslag gelegde akoestisch rapport van Econsultancy:
 Het tennisgeluid zelf is een impulsachtig geluid dat duidelijk bij de woningen hoorbaar is. Daarom dient rekening te worden gehouden met een toeslag van 5 dB op het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau.
 Er is geen onderbouwing gegeven van de gebruiksduur van de tennisvelden. Als dit op juiste wijze zou zijn gebeurd zou (met toepassing van de impulstoeslag) sprake zijn van een overschrijding van de gehanteerde grenswaarde van 45 dB(A) in de avondperiode.
 In de rapportage is uitgegaan van een te laag bronvermogen voor het slaan van een tennisbal evenals van een te laag bronvermogen voor het stemgeluid van trainers en spelers tijdens het tennisspel.
 Het aantal van vijf geparkeerde auto’s in de avondperiode op het parkeerterrein bij het tennispark (met een capaciteit van circa 24 parkeerplaatsen) is onvoldoende onderbouwd.
 Er is een muziekinstallatie op het terras.
 De bedrijfsduur van het stemgeluid van bezoekers op het terras is onderschat. De StAB gaat uit van een situatie met 4 tot 5 bezette tafels. De bijdrage van het (gebruik van het) terras aan het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de avondperiode schat de StAB in op 35 dB(A) hetgeen geen overschrijding van de geluidgrenswaarde in de avondperiode oplevert.
De StAB gaat niet in op het geluid van spelende kinderen in de speeltuin of groensingel bij het tennispark omdat dit geluid in de huidige situatie reeds aanwezig is.
De rechtbank neemt het advies van de StAB onverkort over. In de kritiek van partijen op onderdelen op dit advies, ziet de rechtbank geen aanleiding om van het StAB-advies af te wijken.
4. In het bestreden besluit 3 heeft verweerder het primaire besluit in stand gelaten met de volgende voorwaarden:
 Er mag met verlichting tot 22:00 uur worden gespeeld met uitzondering van donderdagen en vrijdagen waarop competitiewedstrijden worden gespeeld. Op die dagen mag tot 23:00 uur worden gespeeld met de beperking dat tussen 20:00 en 23:00 uur slechts op twee van de drie verlichte banen tegelijk mag worden gespeeld.
 Het parkeerterrein mag na 21:00 uur niet meer worden opgereden met motorvoertuigen. De tennisvereniging zal hiervoor borden aanbrengen bij de Eikenlaan en zal dit ook op andere wijze aan haar leden kenbaar maken, bijvoorbeeld via een e-mail aan haar leden.
 Binnen zes maanden na ingebruikneming van de lichtmasten past de tennisvereniging het parkeerterrein aan, zodat daarop geen sprake meer is van losliggend grind.
 De tennisvereniging mag na 19:00 uur geen gebruik maken van een tractor of een bladblazer
 Op het terras mag na 19:00 uur geen versterkte muziek naar voren worden gebracht.
Aan het bestreden besluit 3 heeft verweerder een nieuw akoestisch rapport van Econsultancy BV ten grondslag gelegd van 31 augustus 2015 met een correctie van 15 september 2015. In dit nadere rapport wordt geconcludeerd dat op de gevels van twee woningen in de avondperiode een geluidsbelasting van meer dan 45 dB(A) plaatsvindt. Bij de overige woningen is geen sprake van een geluidsbelasting in de avondperiode van meer dan 45 dB(A).
5.1
In hun zienswijzen op het bestreden besluit 2 hebben eisers aangegeven dat veel meer woningen zijn gelegen binnen de richtafstand van 30 meter uit de VNG-Handreikingen betwist dat sprake is van gemengd gebied en hebben aangegeven dat sprake is van zwalkend beleid. Eisers hebben in de zienswijzen op bestreden besluit 3 aangegeven dat in de winterperiode na verandering van de baansoort meer lichthinder zal optreden.
5.2
De rechtbank heeft op deze onderdelen reeds een bindende eindbeslissing heeft gegeven in de tussenuitspraak. De rechtbank kan, zoals al overwogen onder rechtsoverweging 2 en anders dan eisers kennelijk menen, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen niet terugkomen van zo'n in de tussenuitspraak gegeven oordeel. Uit wat eisers in dit verband hebben opgemerkt in de zienswijze volgt niet dat zich hier zo'n zeer uitzonderlijk geval voordoet dat rechtvaardigt dat de rechtbank terugkomt van haar oordeel hierover in de tussenuitspraak. De rechtbank laat deze opmerkingen daarom buiten beschouwing. Hetgeen eisers overigens naar voren hebben gebracht in de zienswijzen op het bestreden besluit 2 heeft de rechtbank betrokken bij de beoordeling van het resterende besluit 3.
6.1
Eiser 2 stelt in zijn zienswijze dat verweerder de bestaande overlast van de tennisvereniging onvoldoende bij het bestreden besluit 3 heeft betrokken. Eisers stellen dat het tennispark zelf een planologische ongewenste situatie vormt.
6.2
De rechtbank stelt voorop dat het huidige gebruik van het tennispark door de tennisvereniging in deze procedure niet ter discussie staat. Dit gebruik is positief bestemd in het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is onherroepelijk en van de juistheid hiervan moet worden uitgegaan. De rechtbank laat de opmerking van eisers dat de huidige situatie getuigt van een niet optimale ruimtelijke ordening dan ook verder buiten beschouwing. De tennisvereniging mag met inachtneming van de geldende voorschriften in het bestemmingsplan en in het Abm van het tennispark gebruik maken. Op grond van artikel 2.18 van het Abm moeten onder meer het stemgeluid van tennisspelers, toeschouwers, alsmede het piekgeluid bij het tennisgeluid zelf, het geluid van een dichtslaande autodeur en het geluid van mensen die buiten nagenieten van een wedstrijd onder het genot van een drankje, buiten beschouwing worden gelaten bij het toetsen van de geluidsbelasting van het tennispark aan de geluidgrenswaarden in het Abm. De stelling van eisers dat de StAB heeft aangegeven dat de huidige bedrijfsvoering in strijd is met het Abm, berust op een onjuiste lezing van het StAB-advies. De StAB heeft opgemerkt dat met impulstoeslag sprake is van een overschrijding van de geluidgrenswaarde in de avondperiode. Het in artikel 2.18 van het Abm genoemde geluid wordt echter buiten beschouwing gelaten bij een reguliere toetsing van de geluidsbelasting van het tennispark. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er geen aanknopingspunten zijn dat de geluidsbelasting vanwege het tennispark in de huidige situatie in strijd is met de geluidsvoorschriften van het Abm.
Bij de beoordeling of een intensivering van het gebruik in afwijking van het geldende bestemmingsplan mag worden toegestaan, moet verweerder echter wel het effect van alle geluidsbelasting vanwege het tennispark op het woon- en leefklimaat van eisers en andere omwonenden betrekken. Dus ook de in artikel 2.18 van het Abm uitgezonderde geluiden. De rechtbank maakt uit het bestreden besluit 3 niet op dat verweerder dit niet heeft onderkend, aangezien verweerder juist de geluiden genoemd in artikel 2.18 van het Abm bij de beoordeling van de impact van de gebruiksintensivering op de leefomgeving heeft betrokken. De zienswijze van eiser 2 dat verweerder de bestaande overlast van de tennisvereniging onvoldoende bij het bestreden besluit 3 heeft betrokken, leidt dan ook niet tot de conclusie dat de geconstateerde gebreken niet zijn hersteld.
7.1
Eisers hebben gesteld dat verweerder niet op de hoogte lijkt te zijn geweest van het advies van de StAB en de rapportages van de door eisers ingeschakelde bureau Peutz. Zij verwijzen hiervoor naar een gespreksverslag van een gesprek tussen omwonenden en een lid van verweerder.
7.2
Het advies van de StAB en de rapportages van bureau Peutz maken deel uit van het procesdossier en verweerder heeft deze stukken in het kader van deze procedure ontvangen. De rechtbank stelt vast, dat verweerder het bestreden besluit 3 heeft genomen en ondertekend. Verweerder bestaat als bestuursorgaan weliswaar uit meerdere natuurlijke personen, maar handelt als één bestuursorgaan. Het moet er voor worden gehouden dat verweerder het besluit heeft genomen na kennisneming en met wetenschap van de door eisers genoemde stukken. Deze zienswijze leidt niet tot de conclusie dat de geconstateerde gebreken niet zijn hersteld.
8.1
Eisers hebben aangegeven dat in het bestreden besluit 3 niet duidelijk is geformuleerd wat moet worden verstaan onder competitie.
8.2
De rechtbank stelt vast dat verweerder de definitie van ‘competitie’ in het midden heeft gelaten. De rechtbank begrijpt het bestreden besluit 3 echter aldus dat met competitie is bedoeld een competitie vanuit de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB), waarbij de tennisvereniging is aangesloten. Uit de website van de tennisvereniging blijkt dat in KNLTB-verband competities worden gespeeld. Het woord ‘competitie’ moet volgens de rechtbank dus worden begrepen als ‘competitie in KNLTB-verband’.
9.1
Eisers plaatsen een aantal kanttekeningen bij het nadere rapport van Econsultancy van 31 augustus 2015. Zij merken op dat nog steeds niet met verkeerstellingen is onderbouwd dat na 23:00 uur geen auto’s meer vertrekken vanaf de parkeerplaats bij het tennispark. In de nadere reactie van bureau Peutz wordt aangegeven dat in de zomerperiode zes banen in gebruik kunnen zijn. Het is bureau Peutz niet duidelijk hoe de toeslag van 5 dB(A) voor impulsgeluid in rekening is gebracht. Er zijn geen activiteiten met betrekking tot terreinonderhoud in de avondperiode opgenomen. Er is ten onrechte uitgegaan van slechts drie sprekende mensen op het terras in de avondperiode, in afwijking van hetgeen de StAB heeft aangegeven. Er is geen rekening gehouden met menselijk stemgeluid op het parkeerterrein. De geluidsbelasting bij festiviteiten is niet inzichtelijk gemaakt. De bodemfactoren zijn niet te herleiden. Bureau Peutz merkt ook op dat zij niet beschikt over inputgegevens. Het blijft volgens Peutz opmerkelijk dat bij enkele woningen in de avondperiode sprake is van een afname van de huidige situatie ondanks de intensivering van het gebruik.
9.2
De enkele omstandigheid dat na 21:00 uur geen auto’s meer het parkeerterrein mogen oprijden, sluit niet uit dat na 23:00 uur auto’s het parkeerterrein afrijden. Er is in het nadere rapport van Econsultancy uitgegaan van 10 verkeersbewegingen in de avondperiode. Dit aantal wordt al bereikt met vijf parkerende auto’s. Hierbij moet ook de kanttekening worden gemaakt dat in de nadere berekening van Econsultancy is uitgegaan van een gebruikstijd tot 22:00 uur. De rechtbank acht het aannemelijk dat, op reguliere tennisdagen (dus met uitzondering van de competitiedagen), geen auto’s na 23:00 uur zullen vertrekken. Bij competitiedagen (waar het aannemelijk is dat spelers van andere verenigingen met de auto zullen komen) is echter aannemelijk dat er wel auto’s na 23:00 uur zullen vertrekken van het parkeerterrein.
9.3
In het nadere rapport van Econsultancy is vermeld dat een straftoeslag van 5 dB(A) is toegepast. De rechtbank ziet geen reden hieraan te twijfelen.
9.4
In de voorschriften bij het bestreden besluit wordt terreinonderhoud in de avondperiode verboden. Daarom heeft Econsultancy dit buiten beschouwing kunnen laten.
9.5
De StAB heeft geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot stemgeluid van personen op het parkeerterrein. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding te veronderstellen dat vanwege stemgeluid op het parkeerterrein de maximale geluidgrenswaarden in de avondperiode zullen worden overschreden.
9.6
Door bureau Peutz wordt terecht opgemerkt dat geen onderzoek is gedaan naar de geluidsbelasting bij incidentele festiviteiten, maar niet uit het oog mag worden verloren dat in de huidige situatie ook incidentele festiviteiten mogen plaatsvinden. Bovendien worden in artikel 4:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught 2014 (APV) grenswaarden voor incidentele festiviteiten gesteld en biedt de APV mogelijkheden om het organiseren van een incidentele festiviteit te verbieden indien hierdoor de leefomgeving ontoelaatbaar wordt verstoord. Overigens is het binnen de huidige redactie van het bestreden besluit 3 ook bij incidentele activiteiten niet toegelaten om na 19:00 uur versterkte muziek op het terras ten gehore te brengen. Voor de door verweerder voorgestane voorwaarde wordt in artikel 4:3 van de APV geen uitzondering gemaakt. Artikel 4:3 van de APV ziet enkel op uitzonderingen op de geluidsvoorschriften 2.17, 2.19 en 2.20 van het Abm.
9.7
In de eerdere rapportages van Econsultancy is voldoende inzichtelijk gemaakt met welke bodemfactoren rekening is gehouden. Dat bij enkele woningen een lagere geluidsbelasting is in de toekomstige situatie (na inwerkingtreding van het bestreden besluit 3) dan in de huidige situatie is het gevolg van het feit dat in het nadere rapport van Econsultancy in de toekomstige situatie slechts het gebruik van de (verlichte) banen is meegenomen en dat in de huidige situatie in de avondperiode (in de zomer) op zes onverlichte banen wordt gespeeld. Zoals hierboven is aangegeven staat het gebruik in de huidige situatie niet ter discussie.
9.8
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat eisers op twee punten terecht kritiek uiten op de onderbouwing in het rapport van Econsultancy van het bestreden besluit 3. Het betreft de onderbouwing van het gebruik van het parkeerterrein en het aanwezige stemgeluid op het terras. Dit neemt echter niet weg dat de rechtbank van oordeel is dat in het nadere rapport van Econsultancy en de nadere berekening ten behoeve van het bestreden besluit voldoende inzichtelijk is gemaakt wat de volledige geluidsbelasting is van het tennispark met verlichting om hierover een besluit te kunnen nemen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat verweerder in het bestreden besluit 3 terecht opgemerkt dat de periode waarin met verlichting wordt getennist (wanneer de zon vroeger ondergaat) niet de periode van het jaar is waarin mensen tot laat in de avond buiten zitten. Het is voorts op voorhand niet onaannemelijk dat in deze periodes van het jaar minder intensief gebruik zal worden gemaakt van het terras. Bij het maken van de belangenafweging ten behoeve van het bestreden besluit 3 heeft verweerder dit voldoende onderkend en moet dit gebrek in het nadere rapport van Econsultancy naar het oordeel van de rechtbank worden gerelativeerd. Ook het toekomstige gebruik van het parkeerterrein laat zich moeilijk voorspellen en kan niet precies in een akoestisch onderzoek worden bepaald. Verweerder heeft dit eveneens onderkend en heeft de overlast vanwege het parkeerterrein door twee voorschriften willen beperken. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het nadere rapport van Econsultancy ten grondslag heeft kunnen leggen aan het bestreden besluit 3.
10.1
Eisers merken op dat er geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening als gevolg van het toelaten van de lichtmasten en de daarmee gepaard gaande gebruiksintensivering van het tennispark gelet op de impact op de leefomgeving. De rechtbank begrijpt eisers aldus dat zij stellen dat onvoldoende rekening is gehouden met hun belangen.
10.2
De tennisvereniging heeft naar voren gebracht dat zij moeite heeft met de beperkingen in de vergunning maar dat zij met het oog op herstel van de goede verstandhouding met de omwonenden met deze beperkingen kan instemmen.
10.3
De rechtbank stelt vast dat in de toekomstige situatie niet is uitgesloten dat overschrijdingen van de grenswaarden voor het langtijdgemiddelde en maximale geluidniveau in de avondperiode zullen plaatsvinden. Dit volgt uit het rapport van Econsultancy en volgt eveneens uit de kanttekeningen die de StAB heeft gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dit voldoende onderkend. De vervolgvraag is of verweerder deze inbreuk op de goede ruimtelijke ordening en de gevolgen voor de leefomgeving minder zwaar heeft kunnen wegen dan de belangen van het tennispark. De rechtbank is van oordeel dat door de voorwaarden aan bestreden besluit 3 de impact op de leefomgeving in aanzienlijke mate wordt beperkt. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de voorwaarden aan het bestreden besluit 3 deels een beperking van de reeds bestaande gebruiksrechten van de tennisvereniging tot gevolg hebben. Ook als de verlichting uit is, moet aan deze voorwaarden worden voldaan. Wel is de rechtbank van oordeel dat, ten behoeve van een verdere bescherming van de leefomgeving van omwonenden, verweerder het gebruik van het parkeerterrein beter had moeten reguleren door de tennisvereniging te verplichten ervoor zorg te dragen, dat het parkeerterrein uiterlijk een kwartier na sluiting van de banen moet zijn verlaten. Door een dergelijke voorwaarde wordt het risico van overschrijdingen van de grenswaarden in de nachtperiode voldoende beperkt. Verder valt niet in te zien waarom de voorwaarde uit het ingetrokken bestreden besluit 2 inzake het gebruik van het terras buiten de zomermaanden niet wordt herhaald in het bestreden besluit 3. Gelet op de lange aanwezigheid van het tennispark en de noodzaak voor het aanbrengen van verlichting op het tennispark is de rechtbank van oordeel dat verweerder na het aanbrengen van de hierboven genoemde voorwaarden aan het gebruik van het tennispark in redelijkheid voorrang heeft kunnen geven aan de belangen van de tennisvereniging boven de belangen van eisers.
11.1
Eisers stellen vraagtekens bij de handhaafbaarheid van de voorwaarden, zeker nu er geen vaste bezetting op het clubhuis is en het tennispark voor alle leden toegankelijk is.
11.2
In het bestreden besluit 3 is niet duidelijk aangegeven wat de juridische betekenis is van de daaraan verbonden voorwaarden. Gelet op het bestreden besluit 3 alsmede het verhandelde tijdens de tweede zitting (waar de rechtbank uitdrukkelijk het stellen van voorschriften aan de omgevingsvergunning in overweging heeft gegeven), begrijpt de rechtbank het bestreden besluit 3 aldus dat verweerder heeft beoogd voorschriften te verbinden aan de omgevingsvergunning. Dit komt in het bestreden besluit 3 onvoldoende tot uitdrukking. Dat brengt het risico met zich mee dat de voorwaarden niet handhaafbaar zijn. Deze zienswijze is terecht naar voren gebracht. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien en de voorwaarden met de verbetering en aanvulling in rechtsoverweging 10 van deze uitspraak, als voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden. Dit is toelaatbaar nu de voorwaarden strekken tot (bescherming van) een goede ruimtelijke ordening. Deze voorschriften gelden voor de tennisvereniging. De vereniging heeft het in haar macht te bewerkstelligen dat haar leden en overige bezoekers aan de voorschriften voldoen en is hiervoor verantwoordelijk. Overtreding van de voorschriften is in strijd met artikel 2.3 van de Wabo en is een economisch delict. Indien de voorschriften worden overtreden, bijvoorbeeld door de vereniging, een lid van de vereniging of bezoekers, kan verweerder daarnaast overgaan tot bestuursrechtelijke handhaving.
12.1
Eisers vrezen dat de vereniging all-weather banen zal aanleggen, waarvan ook in de winterperiode gebruik zal worden gemaakt. Zij merken op dat deze wijziging niet omgevingsvergunningplichtig is en zij vragen zich af of verweerder dit wel beseft.
12.2
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt een dergelijke wijziging van de banen niet uit de stukken en, voor zover deze omgevingsvergunningplichtig zou zijn, is een dergelijke vergunning niet aangevraagd. Daarom staat een verandering van de baansoort in deze procedure niet ter discussie.
13. Gelet op de overwegingen in deze uitspraak en op die in de tussenuitspraak is het beroep voor zover gericht tegen het bestreden besluit 3 gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit 3, verklaart de bezwaren van eisers tegen het primaire besluit gegrond en herroept de omgevingsvergunning voor zover de in rechtsoverweging 4 en 11 genoemde voorwaarden niet als voorschriften aan de omgevingsvergunning zijn verbonden en zal de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden in aanvulling op de voorschriften die reeds aan de omgevingsvergunning waren verbonden:
 Op het tennispark mag met verlichting tot 22:00 uur worden gespeeld met uitzondering van donderdagen en vrijdagen als en voor zover wedstrijden vanwege een KNLTB-competitie worden gespeeld. Op die dagen mag, uitsluitend ten behoeve van die competitie, tot 23:00 uur met verlichting worden gespeeld met de beperking dat tussen 20:00 en 23:00 uur slechts op twee van de drie verlichte banen tegelijk mag worden gespeeld.
 Het parkeerterrein mag na 21:00 uur niet meer worden opgereden met motorvoertuigen.
 Het parkeerterrein moet uiterlijk om 22:15 uur zijn verlaten met uitzondering van donderdagen en vrijdagen als en voor zover wedstrijden vanwege een KNLBT-competitie worden gespeeld. Op die dagen moet het parkeerterrein uiterlijk om 23:15 uur zijn verlaten.
 Binnen twee maanden na ingebruikneming van de lichtmasten dient het parkeerterrein zodanig te zijn aangepast en aangepast worden gehouden, dat daarop geen sprake meer is van losliggend grind.
 Na 19:00 uur mag op het tennispark geen gebruik worden gemaakt van een tractor, een bladblazer of andere geraas makende apparatuur.
 Op het terras bij de kantine mag na 19:00 uur geen versterkte muziek ten gehore worden gebracht.
 in de periode tussen 1 september en 1 juni met uitzondering van donderdagen en vrijdagen als en voor zover wedstrijden vanwege een KNLTB-competitie worden gespeeld, mogen de kantine en het terras dagelijks tot uiterlijk 22.30 uur open mogen zijn. Deze beperking geldt niet voor het gebruik van de kantine, als de tennisvereniging de kantine in die periode wil gebruiken voor het houden van een festiviteit.
De rechtbank zal het primaire besluit voor het overige in stand laten. De rechtbank zal voorts bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit 3.
14. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht vergoedt. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.125,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 2 punten voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze, met een waarde per punt van € 490,- en een wegingsfactor 1) per eiser. Van beroepsmatig in de bezwaarfase verleende rechtsbijstand is de rechtbank niet gebleken. Eiser 2 komt daarnaast in aanmerking voor een vergoeding terzake van de door hem gemaakte deskundigenkosten van € 1.742,40.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen voor zover gericht tegen de ingetrokken bestreden besluiten 1 en 2 niet ontvankelijk;
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen het bestreden besluit 3 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit 3;
- verklaart de bezwaren van eisers tegen het primaire besluit gegrond, herroept de omgevingsvergunning voor zover de in rechtsoverweging 4 en 11 bedoelde voorwaarden niet als voorschriften aan de omgevingsvergunning zijn verbonden en verbindt de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning in aanvulling op de overige voorschriften in de omgevingsvergunning:
Op het tennispark mag met verlichting tot 22:00 uur worden gespeeld met uitzondering van donderdagen en vrijdagen als en voor zover wedstrijden vanwege een KNLTB-competitie worden gespeeld. Op die dagen mag, uitsluitend ten behoeve van die competitie, tot 23:00 uur met verlichting worden gespeeld met de beperking dat tussen 20:00 en 23:00 uur slechts op twee van de drie verlichte banen tegelijk mag worden gespeeld.
Het parkeerterrein mag na 21:00 uur niet meer worden opgereden met motorvoertuigen.
Het parkeerterrein moet uiterlijk om 22:15 uur zijn verlaten met uitzondering van donderdagen en vrijdagen als en voor zover wedstrijden vanwege een KNLBT-competitie worden gespeeld. Op die dagen moet het parkeerterrein uiterlijk om 23:15 uur zijn verlaten.
Binnen twee maanden na ingebruikneming van de lichtmasten dient het parkeerterrein zodanig te zijn aangepast en aangepast worden gehouden, dat daarop geen sprake meer is van losliggend grind.
Na 19:00 uur mag op het tennispark geen gebruik worden gemaakt van een tractor, een bladblazer of andere geraas makende apparatuur.
Op het terras bij de kantine mag na 19:00 uur geen versterkte muziek ten gehore worden gebracht.
in de periode tussen 1 september en 1 juni met uitzondering van donderdagen en vrijdagen als en voor zover wedstrijden vanwege een KNLTB-competitie worden gespeeld, mogen de kantine en het terras dagelijks tot uiterlijk 22.30 uur open mogen zijn. Deze beperking geldt niet voor het gebruik van de kantine, als de tennisvereniging de kantine in die periode wil gebruiken voor het houden van een festiviteit.
- laat de omgevingsvergunning verder in stand;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit 3;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 165,- aan eisers 1 en eiser 2 ieder te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van €1.125,- en in de proceskosten van eiser 2 tot een bedrag van € 2.867,40.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.H.M. Verhoeven, voorzitter, en mr. M.T. van Vliet en mr. J.H.G. van den Broek, leden, in aanwezigheid van mr. A.F.Hooghuis, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 december 2015.
griffier voorzitter
De griffie is niet in staat
deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak en de tussenuitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.