ECLI:NL:RBOBR:2015:7457
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M.H. Rijken - Lie
- Rechtspraak.nl
Intrekking wapenverlof op basis van aangifte van mishandeling en eerwraakvermoeden
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 december 2015 uitspraak gedaan over de intrekking van het wapenverlof van eiser, die betrokken was bij een incident van huiselijk geweld. De intrekking was gebaseerd op een aangifte van mishandeling door de echtgenote van eiser en een mutatierapport waarin werd gesuggereerd dat eerwraak niet kon worden uitgesloten. De rechtbank oordeelde dat het mutatierapport niet aan de intrekking ten grondslag mocht worden gelegd, omdat er geen bewijs was dat er eerwraakgerelateerde problemen waren tussen eiser en zijn echtgenote. Echter, de aangifte van de echtgenote was voldoende om de intrekking van het wapenverlof te rechtvaardigen. De rechtbank benadrukte dat reeds geringe twijfel aan de betrouwbaarheid van de houder van een wapenverlof voldoende kan zijn om dit verlof in te trekken. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, ondanks zijn argumenten dat de aangifte onjuistheden bevatte en dat hij zich niet als agressor had gedragen. De rechtbank concludeerde dat de vrees voor misbruik van het wapenverlof op basis van de aangifte van de echtgenote voldoende was om de intrekking te handhaven.