AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Doodslag door verdachte op zijn demente huisgenoot met een mes
Op 23 december 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zijn demente huisgenoot, met wie hij 35 jaar samenwoonde, op 11 september 2014 in 's-Hertogenbosch van het leven beroofde door hem meerdere malen met een mes te steken. De rechtbank heeft het handelen van de verdachte gekwalificeerd als doodslag en hem daarvoor veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen jaar. De zaak kwam aan het licht na een telefoontje van de verdachte naar het alarmnummer 112, waarin hij meldde dat hij zijn huisgenoot had doodgestoken. Bij aankomst van de politie troffen zij het slachtoffer aan in een bloedbad, met een mes naast het bed. De verdachte verklaarde dat hij het slachtoffer had gestoken omdat hij het niet meer kon aanzien dat hij leed aan dementie.
Tijdens de rechtszaak werd de tenlastelegging besproken, waarin de verdachte werd beschuldigd van moord, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor voorbedachte rade, waardoor de verdachte werd vrijgesproken van moord. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk de dood van zijn huisgenoot had veroorzaakt, maar dat er geen sprake was van een plan of voorbedachte rade. De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde uit noodweer, maar de rechtbank verwierp dit argument, omdat er geen bewijs was dat de verdachte werd aangevallen door het slachtoffer.
De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een persoonlijkheidsstoornis, en concludeerde dat hij enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, dat het recht op leven van het slachtoffer had geschonden, en de impact die dit had op de nabestaanden. De uitspraak werd gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank de straffen voor soortgelijke feiten in overweging nam.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de regiopolitie Oost-Brabant, Districtelijke Opsporing De Meijerij, onderzoek “Cura”, met onderzoeksnummer 21mei14051, proces-verbaalnummer 2014086992, afgesloten d.d. 3 april 2015, aantal doorgenummerde bladzijden: 243.
2.Proces-verbaal van bevindingen blz. 41-44
3.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 25 november 2015
4.Proces-verbaal van bevindingen blz. 29
5.Raamproces-verbaal, politie eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche, afdeling Specialistische ondersteuning, Forensische Opsporing (hierna: Raamproces-verbaal); proces-verbaalnummer PL2100-2014086992, afgesloten d.d. 16 maart 2015, aantal bladzijden: 9 met bijlagen genummerd 6.1 tot en met 7.5; blz. 3
6.Raamproces-verbaal blz. 4
7.Proces-verbaal bevindingen confrontatie blz. 172
8.Rapport NFI Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood d.d. 9 januari 2015; blz. 8.
9.Rapport NFI Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood d.d. 9 januari 2015; blz. 4.
10.Proces-verbaal van bevindingen blz. 29, 31, 32, 33-37
11.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 25 november 2015
12.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 25 november 2015
13.Proces-verbaal politie eenheid Oost-Brabant, district ’s-Hertogenbosch, districtsrecherche ’s-Hertogenbosch, proces-verbaalnummers PL2100-2014086992-84 en PL2100-2014086992-85 d.d. 16 oktober 2015
14.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 25 november 2015