Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] . De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] . De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, het volgende onderdeel van de vordering, te weten materiële schade (reiskosten) a EUR 17,32 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan en de voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gebruik makend van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon aanwezig in een woning een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd.T.a.v. 01/865017-15:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.