Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 05 december 2014 te Eindhoven en/of Utrecht en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met die ander(en), althans alleen voornoemde [slachtoffer 1] opzettelijk en wederrechtelijk in een auto te duwen en/of te dreigen dat die [slachtoffer 1] zich niet moest verzetten omdat hij anders gestoken zou worden en/of vervolgens met die [slachtoffer 1] in die auto van Eindhoven naar (de omgeving van) Utrecht te rijden en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] te dwingen om zijn hoofd omlaag te houden en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] vast te houden op de achterbank van die auto (artikel 282 Wetboek van Strafrecht);
hij op of omstreeks 05 december 2014 te Eindhoven en/of Utrecht en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Merk BMW), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] in zijn auto heeft/hebben geduwd en/of dreigend tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd zich niet te verzetten omdat hij anders gestoken zou worden, en/of vervolgens met die [slachtoffer 1] in die auto van Eindhoven naar (de omgeving van) Utrecht is/zijn gereden en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen om zijn hoofd omlaag te houden en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgehouden op de achterbank van die auto (artikel 312 Wetboek van Strafrecht);
hij op of omstreeks 05 december 2014 te Eindhoven en/of Utrecht en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon (merk Samsung), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] in zijn auto heeft/hebben geduwd en/of dreigend tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd zich niet te verzetten omdat hij anders gestoken zou worden en/of vervolgens met die [slachtoffer 1] in die auto van Eindhoven naar (de omgeving van) Utrecht is/zijn gereden en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen om zijn hoofd omlaag te houden en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgehouden op de achterbank van die auto (artikel 317 Wetboek van Strafrecht).
De formele voorvragen.
De door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen.
De bewezenverklaring.
op 05 december 2014 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met die ander voornoemde [slachtoffer 1] opzettelijk en wederrechtelijk in een auto te duwen en te dreigen dat die [slachtoffer 1] zich niet moest verzetten omdat hij anders gestoken zou worden en vervolgens met die [slachtoffer 1] in die auto van Eindhoven naar de omgeving van Utrecht te rijden en daarbij die [slachtoffer 1] te dwingen om zijn hoofd omlaag te houden en die [slachtoffer 1] vast te houden op de achterbank van die auto;
op 05 december 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto, merk BMW, toebehorende aan [slachtoffer 1] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, of zijn mededader die [slachtoffer 1] in zijn auto heeft geduwd en dreigend tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd zich niet te verzetten omdat hij anders gestoken zou worden;
op 05 december 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon, merk Samsung, toebehorende aan die [slachtoffer 1] , welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en/of zijn mededader die [slachtoffer 1] in zijn auto heeft/hebben geduwd en dreigend tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd zich niet te verzetten omdat hij anders gestoken zou worden.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Het oordeel van de rechtbank.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde feit.
Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde feit.
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde feit.
taakstrafvoor de duur
van 240 urensubsidiair 120 dagen hechtenis
gevangenisstrafvoor de duur
van 365 dagen.
234 dagen niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of [een van] de hierna te noemen bijzondere voorwaarde[n] niet heeft nageleefd.
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering;
- zich binnen 48 uur na het onherroepelijk worden van dit vonnis telefonisch meldt bij Reclassering Nederland, Eekbrouwersweg 6 te 's-Hertogenbosch, telefoonnummer
- zal deelnemen aan de gedragsinterventie GI-RN cognitieve vaardigheden;
- meewerkt aan een traject gericht op werk/opleiding;
- openheid van zaken geeft, zich actief in gesprekken opstelt en praktijksituaties bespreekbaar maakt omtrent sociaal netwerk, zijn dagbesteding, financiële situatie, zijn denkpatronen, gedrag en vaardigheden en andere onderwerpen die de reclassering van belang acht in het kader van gedragsverandering. Bij de naleving van deze voorwaarde wordt veroordeelde verplicht zich te houden aan de opdrachten van de reclasseringsorganisaties die in het kader van het toezicht op de naleving van deze voorwaarde noodzakelijk zijn.