ECLI:NL:RBOBR:2015:6791
Rechtbank Oost-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Arbeidsconflict tussen een werknemer en de Marokkaanse overheid over beëindiging van het dienstverband en immuniteit van rechtsmacht
In deze zaak vordert eiser, een werknemer van het Koninkrijk Marokko, dat de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd en dat hij recht heeft op loonbetaling. Eiser is in 1992 in dienst getreden bij het consulaat van Marokko in Nederland en heeft zich in 2005 ziek gemeld. Na een periode van ongeoorloofde afwezigheid heeft het Koninkrijk hem in 2006 ontslagen. Eiser heeft eerder een kort geding aangespannen, maar de Nederlandse rechter verklaarde zich onbevoegd. Eiser heeft vervolgens een vordering ingesteld bij de Marokkaanse bestuursrechter, die deze afwees. De Nederlandse rechter oordeelt dat hij wel bevoegd is, ondanks het beroep van het Koninkrijk op immuniteit van rechtsmacht. De rechter stelt vast dat eiser op het moment van de procedure permanent in Nederland verbleef en dat de immuniteit niet van toepassing is. Het Koninkrijk voert aan dat de vordering verjaard is, omdat de termijn van vijf jaar sinds het ontslag is verstreken. De rechter oordeelt dat de vordering inderdaad is verjaard, omdat eiser niet tijdig een nieuwe eis heeft ingesteld na de eerdere procedures. De vorderingen van eiser worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.