Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs (primair feit).
verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]d.d. 16 mei 2014 die op bladzijde 2 en 3 van het einddossier het volgende relateren.
verbalisanten [verbalisant 3], [verbalisant 4] en [verbalisant 5]d.d. 16 april 2014 die op bladzijde 55 tot en met 116 van het einddossier het volgende relateren.
een fotoop bladzijde 58 van het einddossier en de
2 luchtopnamesop bladzijde 59 van het einddossier, waaruit blijkt dat de weg op de plaats van het ongeval over een langere afstand recht is.
[getuige 1]d.d. 13 maart 2014 die op bladzijde 8 van het einddossier het volgende verklaart.
[getuige 2]d.d. 17 maart 2014 die op bladzijde 10 van het einddossier het volgende verklaart.
[getuige 3]d.d. 13 maart 2014 die op bladzijde 14 van het einddossier het volgende verklaart.
verdachteter terechtzitting van 27 januari 2015:
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en bijkomende straf.
De vordering van de [benadeelde partij 1].
DE UITSPRAAK
180 urensubsidiair
90 dagenhechtenis.
12 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 179, lid 6, van de Wegenverkeerswet 1994, waarvan
6 maandenvoorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaren.