ECLI:NL:RBOBR:2015:6578

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
6 november 2015
Publicatiedatum
18 november 2015
Zaaknummer
wr 15-031
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet ontvankelijk vanwege wraking van niet behandeld rechter

Op 6 november 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster, wonende te Oss, tegen mr. J.H. Wiggers, kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant. Het wrakingsverzoek was ingediend op 16 oktober 2015 en betrof een procedure met zaaknummer 4327378 CV EXPL 15-6589, waarin op 3 september 2015 een comparitievonnis was gewezen door de kantonrechter. Verzoekster stelde dat de beslissing van de kantonrechter om opnieuw een comparitie van partijen te houden, onbegrijpelijk was, aangezien er al eerder een vonnis was gewezen door een andere kantonrechter, mr. J.P.M. van der Ham, in een zaak tussen dezelfde partijen op 30 april 2015. Verzoekster meende dat deze gang van zaken een aanwijzing vormde voor partijdigheid van de kantonrechter.

De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was. Dit was gebaseerd op het feit dat het verzoek gericht was tegen mr. J.H. Wiggers, terwijl deze niet de behandelend rechter was in de betreffende zaak. De behandelend rechter was namelijk kantonrechter mr. N.W.A. Stegeman-Kragting, die was aangekondigd in een brief van 21 september 2015. De rechtbank heeft daarom besloten om verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot wraking.

De beschikking is openbaar uitgesproken op 6 november 2015 in aanwezigheid van de griffier, en de rechtbank heeft de beslissing genomen met de leden mr. E.J.C. Adang als voorzitter, mr. A.G.A.M. van de Ven en mr. J.H.L.M. Snijders als leden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANKOOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Wrakingskamer
Zaaknummer : WR 15/031
Beschikking van 6 november 2015
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te Oss,
verzoekster,
tegen
mr. J.H. Wiggers
in diens hoedanigheid van kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant.
Partijen zullen hierna respectievelijk verzoekster en de kantonrechter worden genoemd.

1.Procesverloop

1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift tot wraking gedateerd op 16 oktober 2015;
- het dossier in de hoofdzaak met zaaknummer 4327378 \ CV EXPL 15-6589.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank zal terstond en zonder dat verzoekster in de gelegenheid is gesteld zich tijdens een mondelinge behandeling ter terechtzitting over het verzoek uit te laten, uitspraak doen, omdat sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid van het verzoek, op grond van de hierna te noemen overwegingen.
2.2.
Het verzoek strekt tot wraking van de kantonrechter, die in de procedure met zaaknummer 4327378 \ CV EXPL 15-6589 op 3 september 2015 een comparitievonnis heeft gewezen. Verzoekster heeft aangevoerd dat in een zaak tussen dezelfde partijen, zijnde verzoekster enerzijds en [tegenpartij] anderzijds, kantonrechter mr. J.P.M. van der Ham op 30 april 2015 reeds vonnis heeft gewezen. Verzoekster acht het daarom onbegrijpelijk en hoogst merkwaardig dat de kantonrechter heeft bepaald dat er wederom een comparitie van partijen plaatsvindt in een zaak, die reeds behandeld is en waarin vonnis is gewezen. De beslissing van de kantonrechter tot het in behandeling nemen van een nieuwe dagvaarding en het wijzen van een comparitievonnis is zo onbegrijpelijk, aldus verzoekster, dat dit een zwaarwegende aanwijzing vormt voor partijdigheid van de kantonrechter.
2.3.
Ingevolge het bepaalde in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan elk van de rechters die een zaak behandelt worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Daarbij dienen feiten en omstandigheden te worden gesteld, die de rechter betreffen tegen wie zich het wrakingsverzoek richt. Een wrakingsverzoek kan derhalve enkel worden gericht tegen een behandelend rechter.
2.4.
Uit het verzoekschrift blijkt dat het wrakingsverzoek is gericht tegen de kantonrechter. Hij is echter niet de behandelend rechter. De behandeld rechter in de betreffende zaak is kantonrechter mr. N.W.A. Stegeman-Kragting, zoals aangekondigd in de brief van 21 september 2015, waarbij verzoekster is uitgenodigd voor een zitting (comparitie van partijen) op maandag 23 november 2015. In verband daarmee zal verzoekster in haar verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank:
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking van mr. J.H. Wiggers in de procedure met zaaknummer 4327378 \ CV EXPL 15-6589.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.C. Adang, voorzitter, mr. A.G.A.M. van de Ven en mr. J.H.L.M. Snijders, leden, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.