ECLI:NL:RBOBR:2015:6578
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet ontvankelijk vanwege wraking van niet behandeld rechter
Op 6 november 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster, wonende te Oss, tegen mr. J.H. Wiggers, kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant. Het wrakingsverzoek was ingediend op 16 oktober 2015 en betrof een procedure met zaaknummer 4327378 CV EXPL 15-6589, waarin op 3 september 2015 een comparitievonnis was gewezen door de kantonrechter. Verzoekster stelde dat de beslissing van de kantonrechter om opnieuw een comparitie van partijen te houden, onbegrijpelijk was, aangezien er al eerder een vonnis was gewezen door een andere kantonrechter, mr. J.P.M. van der Ham, in een zaak tussen dezelfde partijen op 30 april 2015. Verzoekster meende dat deze gang van zaken een aanwijzing vormde voor partijdigheid van de kantonrechter.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was. Dit was gebaseerd op het feit dat het verzoek gericht was tegen mr. J.H. Wiggers, terwijl deze niet de behandelend rechter was in de betreffende zaak. De behandelend rechter was namelijk kantonrechter mr. N.W.A. Stegeman-Kragting, die was aangekondigd in een brief van 21 september 2015. De rechtbank heeft daarom besloten om verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot wraking.
De beschikking is openbaar uitgesproken op 6 november 2015 in aanwezigheid van de griffier, en de rechtbank heeft de beslissing genomen met de leden mr. E.J.C. Adang als voorzitter, mr. A.G.A.M. van de Ven en mr. J.H.L.M. Snijders als leden.