ECLI:NL:RBOBR:2015:6563
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.H. Van Dellen
- H.F. Koenis
- T.J.M. Kolfschoten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in steekincident te Eindhoven door gebrek aan bewijs
Op 17 november 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot moord op de heer [slachtoffer 1] tijdens een steekincident op 8 december 2013 in Eindhoven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De zaak kwam aan het licht na een telefonische afspraak tussen aangever en medeverdachte [medeverdachte], waarbij aangever werd gestoken. Ondanks de belastende verklaringen van de aangever en medeverdachte, waren er tegenstrijdige en wisselende verklaringen van betrokkenen, wat leidde tot twijfels over de ware toedracht van het incident.
De rechtbank heeft de verklaringen van de betrokkenen zorgvuldig gewogen. Aangever heeft verklaard dat hij door de verdachte of medeverdachte is gestoken, maar zijn beschrijving van de dader kwam niet overeen met het signalement van de verdachte. Bovendien ontbraken er fysieke bewijzen die de betrokkenheid van de verdachte konden bevestigen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte, wat noodzakelijk is voor een veroordeling wegens medeplegen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, aangezien de verdachte niet langer als een gevaar werd beschouwd. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechtsbescherming van de verdachte.