ECLI:NL:RBOBR:2015:6496
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeluk met dodelijke afloop door niet verlenen van voorrang
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 16 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeluk op 11 juni 2014 te Drunen, gemeente Heusden. De verdachte verleende geen voorrang aan een tegemoetkomende vrachtwagen, wat resulteerde in een aanrijding waarbij een passagier in de auto van de verdachte om het leven kwam. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte in aanmerkelijke mate schuld had aan het ongeval. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de vrachtwagen niet had gezien en dat er geen feiten waren die duidden op verwijtbare onvoorzichtigheid.
Wel heeft de rechtbank de verdachte schuldig bevonden aan de overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat hij gevaar op de weg heeft veroorzaakt door geen voorrang te verlenen. De rechtbank legde een taakstraf op van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaren. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de impact op de nabestaanden en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die zelf ook door het ongeval is getroffen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de officier van justitie een zwaardere straf had geëist, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf gezien de vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit. De rechtbank benadrukte dat de verdachte berouw toonde en onder behandeling was van een psychiater als gevolg van de gevolgen van het ongeval.