Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak ten aanzien van feit 2.
De door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen.
De bewezenverklaring.
omstreeks 02 mei 2014 te Schijndel tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een vogelkooi in de achtertuin van een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen ongeveer 35 zebravinken en een loper, toebehorende aan [slachtoffer] , waarbij verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van inklimming, terwijl het feit plaatsvond gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op een besloten erf waarop een woning staat, alwaar verdachte en/of zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en).