Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 primair en feit 2 primair.
De bewezenverklaring.
1. primair
op 24 januari 2014 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met zijn mededader vanuit het portierraam van een door verdachte bestuurde, rijdende personenauto met een golfclub, tegen het hoofd van die naast en/of nabij die auto fietsende [slachtoffer 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair
op 25 januari 2014 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met zijn mededader vanuit het portierraam van een door verdachte bestuurde, rijdende personenauto met een golfclub tegen het hoofd van die naast en/of nabij die auto fietsende [slachtoffer 2] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
T.a.v. feit 1 primair:medeplegen van poging tot zware mishandeling.T.a.v. feit 2 primair:medeplegen van poging tot zware mishandeling. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
T.a.v. feit 1 primair, feit 2 primair:Gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Maatregel van schadevergoeding van EUR 2103,21 subsidiair 31 dagen hechtenis.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .