ECLI:NL:RBOBR:2015:606
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Reeks van inbraken op campings met diverse diefstalen van scooters en bromfietsen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 februari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een reeks inbraken op campings. De verdachte, geboren in 1988, werd beschuldigd van meerdere diefstallen, waaronder scooters, bromfietsen en andere goederen, gepleegd tussen november 2013 en december 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen deze inbraken heeft gepleegd met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Tijdens de zitting op 22 januari 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De tenlastelegging omvatte verschillende diefstallen, waarbij de verdachte zich toegang tot de plaatsen des misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank heeft een partiële vrijspraak uitgesproken voor een van de tenlastegelegde feiten, namelijk de diefstal van twee elektrische fietsen. De rechtbank oordeelde dat dit feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Echter, de rechtbank achtte de diefstal van een witte mountainbike en de opzetheling van verschillende scooters en bromfietsen wel bewezen. De verdachte had deze goederen in zijn bezit en was zich ervan bewust dat het om gestolen goederen ging.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van €350,00 aan schadevergoeding. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en de impact van de gepleegde feiten op de slachtoffers.