ECLI:NL:RBOBR:2015:605

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 februari 2015
Publicatiedatum
4 februari 2015
Zaaknummer
01/845972-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Reeks van inbraken op campings met diverse diefstalen van scooters en bromfietsen

Op 5 februari 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een reeks inbraken op campings in de regio. De verdachte, geboren in 1984 en woonachtig in de omgeving, werd beschuldigd van meerdere diefstallen, waaronder scooters, bromfietsen en andere goederen, met als doel financieel gewin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen inbraken heeft gepleegd in caravans en bijbehorende schuren op twee campings, waarbij hij zich toegang verschafte door middel van braak. De tenlastelegging omvatte verschillende goederen die aan meerdere benadeelde partijen toebehoorden.

Tijdens de zitting op 22 januari 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van enkele onderdelen van de tenlastelegging. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 110 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en toezicht. Daarnaast werd een werkstraf van 200 uren opgelegd.

De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding aan verschillende slachtoffers. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn licht verstandelijke beperking. De uitspraak benadrukt de impact van de gepleegde inbraken op de slachtoffers, die zich onveilig voelden in hun eigen caravans.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845972-13
Datum uitspraak: 05 februari 2015
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1984],
wonende te [adres 1].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 januari 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 23 december 2014.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 11 november 2013 tot en met 15 november 2013 te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo (op [camping 1]), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, althans caravan en/of een (bijbehorende) schuur heeft weggenomen:

A. twee tassen met gereedschap en/of twee televisies en/of een dvd recorder en/of elektrisch gereedschap, en/of
B. een lamp en/of koffiezetapparaat (merk Senseo) en/of televisie (merk Samsung) en/of DVD-speler en/of digitenne en/of radiografisch bestuurbare speedboot,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
A. [benadeelde partij 1] (aangifte p. 264), en/of
B. [benadeelde partij 2] (aangifte p. 272),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door het openbreken van (een) deur(en) en/of (een) ra(a)m(en) en/of door het klimmen door een raam;
artikel 311 wetboek van strafrecht
artikel 310 wetboek van strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 4 wetboek van strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 wetboek van strafrecht

2.

hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 2 december 2013, te Heeze, gemeente Heeze-Leende (op [camping 2]), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, althans caravan en/of een (bijbehorende) schuur heeft weggenomen:

A. twee elektrische fietsen en/of twee accu's en/of een televisie (merk LG) en/of een Wii spelcomputer en/of meerdere blue ray discs, en/of
B. een televisie (merk Philips), en/of
C. een televisie (merk LG) en/of een schotelontvanger en/of een playstation 2 en/of twee controllers en/of meerdere spelen en/of een witte mountainbike en/of een melkbus met geld en/of een grilloven en/of ene stofzuiger en/of een schroefmachine en/of een barbeque en/of een bladblazer en/of een krumeldief, en/of
D. een televisie (merk Salora) en/of een televisie (merk Philips) en/of twee decoders Dreambox en/of een Sony radio/casette/cd-speler en/of een Zibro kachel,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
A. [benadeelde partij 3] (aangifte p. 278), en/of
B. [benadeelde partij 4] (aangifte p. 335), en/of
C. [benadeelde partij 5] (aangifte p. 285), en/of
D. [benadeelde partij 6] (aangifte p. 331),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door het openbreken van (een) deur(en) en/of (een) ra(a)m(en) en/of door het klimmen door een raam;
artikel 311 wetboek van strafrecht
artikel 310 wetboek van strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 4 wetboek van strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 wetboek van strafrecht

3.

hij in of omstreeks de periode van 21 november 2013 tot en met 2 december 2013 te Geldrop en/of te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo en/of te Helmond, meermalen, althans eenmaal (telkens), met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen:

A. (groene) scooter/bromfiets (merk Znen), en/of
B. (rode) scooter/bromfiets (merk Peugeot), en/of
C. (blauwe) scooter/bromfiets (merk Gilera), en/of
D. scooter/bromfiets (merk Piaggio), en/of
E. scooter/bromfiets (merk Kymco), en/of
F. scooter/bromfiets (merk Kymco),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan:
A. [benadeelde partij 7] (aangifte p. 391), en/of
B. [benadeelde partij 8] (aangifte p. 382), en/of
C. [benadeelde partij 9] (aangifte p. 375), en/of
D. Van Veghel (aangifte p. 372), en/of
E. [benadeelde partij 11] (aangifte p. 399), en/of
F. [benadeelde partij 12] (aangifte p. 388),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of waarbij verdachte (telkens) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten het verbreken van een slot.
artikel 311 wetboek van strafrecht
artikel 310 wetboek van strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 wetboek van strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2013 tot en met 30 november 2013, te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of te Helmond, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen:
A. een herenfiets (merk Batavus), en/of
B. een omafiets (merk Matra), en/of
C. een herenfiets (merk Gazelle),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan:
A. [benadeelde partij 13] (aangifte p. 404), en/of
B. [benadeelde partij 14] en/of [benadeelde partij 15] (aangifte p. 412), en/of
C. [benadeelde partij 16] (aangifte p. 423),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
artikel 310 wetboek van strafrecht
artikel 310 wetboek van strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 wetboek van strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging begaan staat onder feit 3 in regel 14 onder D “[benadeelde partij 10]” in plaats van “[benadeelde partij 10]”. De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijsoverweging.

De rechtbank acht – in tegenstelling tot de raadsman – feit 2 onderdeel D op basis van de stukken in het dossier wettig en overtuigend bewezen. Blijkens de aangifte is er in de tenlastelegging genoemde periode ingebroken in een stacaravan in de straat ’t [straatnaam] op [camping 2], waarbij onder meer een Philips tv is weggenomen. Verdachte verklaart bij de politie over zijn betrokkenheid bij de reeks van inbraken in de tenlastegelegde periode bij camping het [camping 2]. Hij verklaart ook in het “[straatnaam]” te zijn geweest, waarbij volgens hem een kleine tv van het merk Phillips is weggenomen. Zijn mededaders verklaren ook in het “[straatnaam]” uit een caravan een tv te hebben weggenomen.
De rechtbank acht – in tegenstelling tot de raadsman – feit 3 onderdeel D op basis van de stukken in het dossier wettig en overtuigend bewezen. De gestolen scooter/bromfiets wordt op de achterplaats van de woning van verdachte aangetroffen. Verdachte verklaart zelf daarover bij de politie dat hij deze heeft gestolen. De scooter/bromfiets is teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar, zodat het betoog van de raadsman dat deze nog steeds bij de medeverdachte in de schuur zou staan geen hout snijdt.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte

1.

in de periode van 11 november 2013 tot en met 15 november 2013 te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo (op [camping 1]), tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een caravan en/of een bijbehorende schuur heeft weggenomen:

A. twee tassen met gereedschap en twee televisies en een dvd recorder en elektrisch gereedschap, en
B. een lamp en een koffiezetapparaat (merk Senseo) en een televisie (merk Samsung) en een DVD-speler en een digitenne en een radiografisch bestuurbare speedboot,
toebehorende aan
A. [benadeelde partij 1] en
B. [benadeelde partij 2],
waarbij verdachte en/of zijn mededaders telkens zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak, te weten door het openbreken van een deur.

2.

in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 2 december 2013, te Heeze, gemeente Heeze-Leende (op [camping 2]), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur heeft weggenomen:

twee elektrische fietsen en twee accu’s toebehorende aan [benadeelde partij 3]
en
in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 2 december 2013, te Heeze, gemeente Heeze-Leende (op [camping 2]), tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een caravan en/of een bijbehorende schuur heeft weggenomen:
A. een televisie (merk LG) en een Wii spelcomputer en meerdere blue ray discs, en
B. een televisie (merk Philips), en
C. een televisie (merk LG) en een schotelontvanger en een playstation 2 en twee controllers en meerdere spelen en een witte mountainbike en een melkbus met geld en een grilloven en stofzuiger en een schroefmachine en een barbecue en een bladblazer en een kruimeldief, en
D. een televisie (merk Salora) en een televisie (merk Philips) en twee decoders Dreambox en een Sony radio/casette/cd-speler en een Zibro kachel,
toebehorende aan
A. [benadeelde partij 3], en
B. [benadeelde partij 4], en
C. [benadeelde partij 5], en
D. [benadeelde partij 6],
waarbij verdachte en/of zijn mededaders telkens zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak, te weten door het openbreken van een deur en/of een raam.

3.

hij in de periode van 21 november 2013 tot en met 2 december 2013 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond, meermalen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:

A. (groene) scooter/bromfiets (merk Znen), en
B. (rode) scooter/bromfiets (merk Peugeot), en
C. (blauwe) scooter/bromfiets (merk Gilera), en
D. scooter/bromfiets (merk Piaggio), en
E. scooter/bromfiets (merk Kymco), en
F. scooter/bromfiets (merk Kymco),
toebehorende aan:
A. [benadeelde partij 7], en
B. [benadeelde partij 8], en
C. [benadeelde partij 9], en
D. [benadeelde partij 10], en
E. [benadeelde partij 11], en
F. [benadeelde partij 12],
waarbij verdachte telkens het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, te weten het verbreken van een slot.
4.
in de periode van 22 augustus 2013 tot en met 30 november 2013, te Geldrop en te Helmond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
A. een herenfiets (merk Batavus), en
B. een fiets (merk Matra), en
C. een herenfiets (merk Gazelle),
toebehorende aan:
A. [benadeelde partij 13], en
B. [benadeelde partij 14] en/of [benadeelde partij 15], en
C. [benadeelde partij 16]
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4:
- een werkstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis;
- een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 110 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van het voorarrest, met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals deze staan vermeld in het rapport van de reclassering d.d. 12 maart 2014.
Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partijen:
- hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3], te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 11], [benadeelde partij 12], [benadeelde partij 8], [benadeelde partij 10], alle vorderingen te vermeerderen met de wettelijke rente en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn mededaders hebben zich schuldig gemaakt aan een reeks van inbraken in caravans/ bijbehorende schuurtjes op de campings [camping 1] en [camping 2]. Verdachte heeft daarbij de grootste rol gespeeld. Daarnaast heeft verdachte diverse scooters/bromfietsen en fietsen gestolen. Dit zijn allemaal ergerlijke feiten die veel overlast en schade veroorzaken. Verdachte heeft deze feiten enkel uit financieel gewin gepleegd. Hij heeft zich daarbij niets aangetrokken van de gevolgen daarvan voor de slachtoffers. De rechtbank overweegt dat de inbraken in de caravans uiterst vervelend zijn voor de slachtoffers, aangezien de caravan een plek is waar zij zich veilig wanen. Dergelijke inbraken veroorzaken gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en brengen materiële schade en overlast met zich mee.
Kijkend naar de persoon van verdachte houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte functioneert op een licht verstandelijk tot zwakbegaafd niveau. Ook is er sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte op 13 februari 2014 inmiddels geruime tijd verstreken, terwijl verdachte, voor zover nu bekend, in deze periode geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank over de strafsoort en de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf van na te melden duur. De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een groot deel voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
Daarnaast zal de rechtbank een werkstraf van na te melden duur opleggen.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] (2 A).

De rechtbank acht deels toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, als immateriële schadevergoeding een bedrag van € 100,= en als materiële schadevergoeding een bedrag van € 250,=, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in het overige gedeelte van de vordering, omdat de rechtbank van oordeel is dat de behandeling van dat gedeelte van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dat gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 8] (3 B).

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 10] (3 D).

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 11] (3 E).

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 12] (3 F).

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 27, 36f, 47, 57, 60a, 310, 311.

DE UITSPRAAK

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 2:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
en
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 3:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 4:
diefstal, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
- Gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht waarvan 110 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaren
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar
feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan
het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld
in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d,
tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen twee dagen na onherroepelijk zijn van het vonnis moet melden
bij Reclassering Nederland op het adres Polluxstraat 114 te Eindhoven. Hierna
moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit
noodzakelijk acht;
- wordt verplicht om zich te laten behandelen bij een ambulante instelling of
behandelaar of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling
van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de
aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de
instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- wordt verplicht om mee te werken aan (praktische) begeleiding vanuit
Stichting MEE en om mee te werken aan een (schuldhulpverlenings)traject, zoals
bewindvoering of een soortgelijk traject om zijn financiële situatie te
verbeteren, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- wordt verplicht om mee te werken aan een intake ten behoeve van een traject van
begeleid wonen voor de veroordeelde,
waarbij de Reclassering Nederland, Regio's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6,
5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de
naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te
begeleiden.
- Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met
ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 13 februari 2014 reeds
geschorst.
- Taakstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis.
T.a.v. feit 2 (onderdeel A):
Maatregel van schadevergoeding van EUR 350,00 subsidiair 7 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] van een bedrag van EUR 350,= (zegge: driehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag van EUR 100,= immateriële schade en materiële schade EUR 250,=.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de [benadeelde partij 3] van een bedrag van EUR 350,= (zegge: driehonderdvijftig euro), te weten EUR 100,= immateriële schade en EUR 250,= materiële schade.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
T.a.v. feit 3:
Onderdeel B:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 275,00 subsidiair 5 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 8] van een bedrag van EUR 275,= (zegge: tweehonderdvijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de [benadeelde partij 8] van een bedrag van EUR 275,= (zegge: tweehonderdvijfenzeventig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Onderdeel D:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 10]van een bedrag van EUR 500,= (zegge: vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de [benadeelde partij 10] van een bedrag van EUR 500,= (zegge: vijfhonderd euro), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Onderdeel E:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 487,00 subsidiair 9 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 11] van een bedrag van EUR 487,= (zegge: vierhonderdzevenentachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag aan materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de [benadeelde partij 11] van een bedrag van EUR 487,= (zegge: vierhonderdzevenentachtig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Onderdeel F:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 600,00 subsidiair 12 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 12] van een bedrag van EUR 600,= (zegge: zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de [benadeelde partij 12] van een bedrag van EUR 600,= (zegge: zeshonderd euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.L.W.M. Viering, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van mr. B.J. van Vugt-Jansen, griffier,
en is uitgesproken op 5 februari 2015.