ECLI:NL:RBOBR:2015:603

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 februari 2015
Publicatiedatum
4 februari 2015
Zaaknummer
01/025275-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging na verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 februari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2002 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor verkrachting. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd in 2013, en de officier van justitie heeft op 8 december 2014 opnieuw verzocht om verlenging voor twee jaar. Tijdens de openbare zitting op 29 januari 2015 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouwe, deskundigen en de officier van justitie gehoord. De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder adviezen van psychiaters en psychologen, die de noodzaak van verlenging van de terbeschikkingstelling onderbouwden. De deskundigen concludeerden dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder een psychotische stoornis en lichte zwakzinnigheid, en dat hij een hoog recidiverisico heeft. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eisten, gezien de ernst van de stoornissen en het risico op herhaling van gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij de terbeschikkinggestelde niet in staat werd geacht om zonder begeleiding in de maatschappij te functioneren.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025275-01
Uitspraakdatum: 5 februari 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1964],
verblijvende in de [kliniek]

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 8 oktober 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 18 januari 2013 met twee jaar verlengd. Deze verlenging is door het gerechtshof te Arnhem van 25 april 2013 bevestigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 8 december 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 januari 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [kliniek] d.d. 12 november 2014, opgemaakt en ondertekend door mw. [plv.hoofd inrichting]psychiater/directeur patiëntenzorg, tevens plv. hoofd van de inrichting;
  • een psychiatrisch rapport omtrent de terbeschikkinggestelde, opgemaakt en ondertekend door psychiater [psychiater 1] d.d. 3 november 2014;
  • een psychologisch rapport omtrent de terbeschikkinggestelde, opgemaakt en ondertekend gz-psycholoog [psycholoog 1], door d.d. 3 november 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld.
Betrokkene verblijft in een voorziening voor langdurige forensisch psychiatrische zorg. Er bestaan op dit moment geen behandelvoornemens meer gericht op substantiële afname van
betrokkenes delictgevaarlijkheid. De behandeling en bejegening die betrokkene momenteel krijgt, richt zich op behoud en verbetering van lichamelijk en psychisch welzijn met als doel
betrokkene zoveel mogelijk kwaliteit van leven te bieden binnen het kader van de noodzakelijke vrijheidsbeperkingen, benodigd ter zekerstelling van de maatschappelijke orde en veiligheid. Betrokkene heeft de sterke neiging te externaliseren en bagatelliseren. Betrokkene is egocentrisch en zijn empathische vermogens zijn zeer beperkt. Het contact met anderen staat in functie van het bevredigen van de eigen behoeften. Zijn gewetensfunctie is lacunair, betrokkene onderschat zijn recidiverisico's, het ontbreekt hem aan probleem besef en van ziekte-inzicht is geen sprake. Waarnemingen worden gekleurd door achterdocht, welke betrokkene zelf niet kan toetsen of bijsturen. Door zijn lacunair
ontwikkelde gewetensfunctie ontbeert het betrokkene aan interne remmingen. Betrokkene heeft moeite zich te conformeren aan afspraken en is onbetrouwbaar in toezeggingen.
Betrokkenes sociale, relationele en probleemoplossende vaardigheden zijn onverminderd inadequaat gebleven. Betrokkene heeft onvoldoende zicht op zijn problematiek en kan niet reflecteren op zijn gedrag. De gedragspatronen die betrokkene laat zien zijn hardnekkig en moeilijk te beïnvloeden. Betrokkene is een in cognitief opzicht beperkte man en kan dientengevolge de gevolgen van zijn daden onvoldoende overzien. Betrokkenes
problematiek en het daaruit voortvloeiende gedrag wat hij ook in de afgelopen periode heeft laten zien, bewijst de noodzaak voor een structurerend, toezichthoudend en ondersteunend kader. Ten aanzien van de noodzaak van de terbeschikkingstelling kunnen wij constateren dat:
  • gelet op de ernst en complexiteit van de verschillende stoornissen, waaraan betrokkene lijdende is en de directe samenhang die bestaat tussen enerzijds de stoornissen en het risico op herhaling van gewelddadig gedrag;
  • gezien het risico dat betrokkene oplevert voor anderen aangezien de stoornissen onvoldoende zijn behandeld, welke een belangrijke rol gespeeld hebben in de totstandkoming van de indexdelicten en waarvan opnieuw herhaling te vrezen valt indien betrokkene buiten constante begeleiding van de TBS valt;
  • overwegende het gegeven dat psychotische symptomen verbleekt zijn door het gebruik van antipsychotische medicatie, echter medicamenteuze behandeling deze niet volledig kan terugdringen en achterdocht en angst nog altijd op de voorgrond staan in zijn functioneren en betrokkene zelf niet intrinsiek gemotiveerd is tot het nemen van deze medicatie;
  • het gedrag voorvloeiend uit de stoornissen waaraan betrokkene lijdt dagelijks zichtbaar is in het gedrag van betrokkene op de afdeling;
  • in ogenschouw nemende het feit dat de relatieve stabiliteit in zijn gedrag voor het grootste gedeelte afhankelijk is van de strakke structuur die hem wordt geboden;
  • gezien de beperkte vermogens van betrokkene om op zijn gedrag te reflecteren en zijn beperkte ziekte-inzicht en probleembesef en daarmee het onvermogen van betrokkene
onderstrepend, om zijn gedrag uit zichzelf beter onder controle te krijgen;
zonder de geboden externe structuur, toezicht en ondersteuning het recidiverisico onverminderd hoog is.
Op basis van boven gestelde adviseren we u de maatregel van de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee (2) jaar.
In voornoemd rapport van psychiater [psychiater 2] is onder meer het navolgende gesteld.
Betrokkene is lijdende aan een lichte zwakzinnigheid en daarnaast aan een psychotische ziekte. Van belang is daarnaast het bestaan van psychogene polydipsie. De diagnostische conclusies van de kliniek worden door ondergetekende gedeeld. Het risico op herhaling van een nieuw seksueel gewelddadig gedrag is hoog in te schatten. Dit geldt zowel voor een klinische risico-opstelling als voor een gestructureerde risico-inschatting. De risicoprognose van de kliniek wordt gedeeld.
Ten aanzien van zorg en beveiliging moeten bij betrokkene hoge eisen worden gesteld. De betekenis van zwakzinnigheid en de daaruit voortkomende wantrouwige instelling naar de omgeving is groot en stelt hoge eisen aan het omgaan van het behandelsysteem met betrokkene. Men moet betrokkene enerzijds steunen en helpen bij het verwerken van frustrerende momenten en aan de andere kant voldoende afstand houden, gezien de nog steeds reële gevaren. Daarbij komt dat de polydipsie ook complicerend is ten aanzien van zowel de somatische toestand (de inname van teveel water kan tot allerlei soms zelfs levensbedreigende ontregelingen leiden) maar kan ook ten aanzien van de psychiatrische toestand tot complicaties leiden, omdat bijvoorbeeld medicatiespiegels niet meer stabiel zijn. Behandeling, de verdere begeleiding en beveiliging van de kliniek worden als adequaat en zorgzaam beschouwd. Geadviseerd wordt de TBS bij betrokkene alsmede de TBS-verpleging met twee jaar te verlengen.
In voornoemd rapport van psycholoog [psycholoog 2] is onder meer het navolgende gesteld.
Bij betrokkene is sprake van een psychotische stoornis, alcoholafhankelijkheid in langdurige volledige remissie onder toezicht in een gestructureerde setting en lichte zwakzinnigheid. Op hoofdlijnen is er geen discrepantie tussen mijn diagnostische conclusies en die van de kliniek op het gebied van de beschrijvende diagnostiek. Op basis van de Static-99R, is het gevaar op seksueel gewelddadig gedrag, gestructureerd in te schatten als hoog-gemiddeld. De kans dat betrokkene in de toekomst komt tot niet-seksueel gewelddadig gedrag, moet op basis van de vele risicofactoren van de HKT-30 die op betrokkene van toepassing zijn, ingeschat worden als hoog indien de huidige maatregel komt te vervallen.
Betrokkene is onvermogend om zichzelf op een sociaal-adequate wijze staande te houden in
de maatschappij. Al snel zal hij zonder de huidige mate van begeleiding, structurering en medicamenteuze ondersteuning in psychiatrisch opzicht derailleren en mogelijk middelen gaan gebruiken. Concreet zal betrokkene veel gevoelens van angst gaan ervaren met dreigende controleverlies over de impulsen en ernstige oordeels- en kritiekstoornissen. De kans dat hij in een dergelijke toestand geen weerstand kan bieden aan ervaren impulsen, waaronder ook seksuele impulsen en behoeftes, moet als groot moet worden ingeschat.
Ik zie geen discrepanties tussen mijn risicoprognose en die van de kliniek, zoals weergegeven in recente rapportage. Van verdere behandeling in engere zin mag niets meer verwacht worden. De problematiek van betrokkene is behandelresistent gebleken. Een zeer intensieve vorm van begeleiding en het aanbieden van structuur en duidelijkheid is nodig gebleken om betrokkene redelijk stabiel maar op wel een laag niveau, te laten functioneren. Het behandelresistente karakter van zijn problematiek betekent dat het te hanteren risicomanagement vanuit de structuur van de instelling, met andere woorden van 'buiten', zal moeten komen teneinde het gevaar op (seksueel) gewelddadig gedrag, verantwoord laag te houden. De lange tijd problematisch verlopen behandeling van betrokkene, heeft laten zien hoe lastig dat is gebleken in de loop der jaren. Betrokkene is momenteel al langere tijd incidentvrij. Dit door de door de kliniek aangebrachte prothese. Het is dan ook naar de mening van ondergetekende absoluut noodzakelijk het huidige risicomanagement en de huidige mate van zorg te blijven hanteren.
Ik adviseer de maatregel terbeschikkingstelling met de duur van 2 jaar te verlengen. De dwangverpleging dient gecontinueerd te worden.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik bid dat ik vrij mag komen. Ik wil andere mensen om me heen dan de mensen in de kliniek. De deskundigen schrijven dat ik delictgevaarlijk ben. Dat is niet waar. Ik heb buiten de kliniek enkel contact met mijn zus. Eind maart mag ik haar weer bezoeken. Ik ben van mening dat ik zonder begeleiding best kan functioneren. Ik ben bereid om me in het Pieter Baan Centrum te laten onderzoeken.
De deskundige[deskundige 1], optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met betrokkene in [kliniek]. Hij heeft daar regelmatig contact met de medebewoners. Voortzetting van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is absoluut noodzakelijk. Ik kan me vinden in de adviezen van de psychiater en van de psycholoog. Betrokkene krijgt nog steeds 1 op 1 begeleiding. Betrokkene heeft weinig probleembesef. Betrokkene naar een andere kliniek overplaatsen is geen optie.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering om de maatregel tbs met dwangverpleging met twee jaar te verlengen. Mede dankzij de begeleiding in [kliniek] en de medicatie zijn er geen nieuwe incidenten. Op de longstay-afdeling waar betrokkene verblijft is een strak toezicht. Betrokkene is zelf niet in staat om met spanningen om te gaan. Betrokkene neemt trouw zijn medicatie in, hij sport en hij heeft een goed contact met medebewoners. Dit zijn positieve ontwikkelingen.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Mijn cliënt ervaart de terbeschikkingstelling als een verkapt levenslang. Hij hoopt telkens op een lichtpuntje. Hij heeft er moeite mee dat er geen openingen meer zijn. Hierdoor raakt hij soms gefrustreerd. Ik ben van mening dat de kliniek meer aandacht zou moeten besteden aan uitleg aan mijn cliënt wat zijn status is en dat die wat de kliniek betreft niet meer verandert. Voor wat betreft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar te verlengen refereer ik me aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met de adviezen van voornoemde inrichting, van psychiater [psychiater 3], van gz-psycholoog [psycholoog 3] en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige [deskundige 2].
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. M.L.W.M. Viering en mr. B. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 februari 2015,
zijnde mr. Damen buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.