ECLI:NL:RBOBR:2015:5826
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting bedrijfspand op grond van artikel 13b Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een bedrijf gevestigd te 's-Hertogenbosch, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente 's-Hertogenbosch, dat op grond van artikel 13b van de Opiumwet een last onder bestuursdwang oplegde. Dit besluit hield in dat het bedrijfspand van verzoekster op 23 september 2015 om 11.00 uur moest worden gesloten en voor de duur van een jaar gesloten moest blijven. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat het besluit niet uitgevoerd zou worden terwijl het bezwaar nog in behandeling was.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om een last tot sluiting op te leggen, maar dat er twijfel bestond over de bevoegdheid om de delen van het pand met de nummers [pandnummers] te sluiten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet aannemelijk had gemaakt dat in deze delen van het pand middelen als bedoeld in artikel 13b van de Opiumwet aanwezig waren. Daarom werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen, en werd het bestreden besluit geschorst voor de delen van het pand met de nummers [pandnummers] tot zes weken na de beslissing op het bezwaar.
Daarnaast werd de burgemeester opgedragen om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 331,- te vergoeden, en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 980,-. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.