ECLI:NL:RBOBR:2015:5794
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs in hennepkwekerijzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, stond de verdachte terecht voor het telen van hennepplanten in een woning die hij bezat, maar waar hij niet verbleef. De rechtbank heeft op 9 oktober 2015 uitspraak gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 17 februari en 25 september 2015. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk telen van hennepplanten en het onrechtmatig afnemen van elektriciteit. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de hennepkwekerij en verklaarde dat hij de woning had verhuurd aan een persoon wiens naam niet bekend was bij de politie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij te bewijzen. De verklaringen van getuigen waren niet eenduidig en er waren alternatieve scenario's die niet konden worden uitgesloten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de hennepkwekerij, enkel op basis van zijn eigendom van de woning. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.