Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
2.[eiseres sub 2] ,
1.Het verloop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
vergoedingvan de reistijd dat de werknemers op grond van het Sociaal Plan een keuze hebben mogen maken tussen reizen met de auto en het openbare vervoer. In dat kader ligt het voor de hand dat een werknemer dan aanneemt dat voor de
berekeningvan de reistijd hetzelfde geldt, zeker nu in het Sociaal Plan daarover verder niets anders is geregeld. Dit alles leidt ertoe dat het standpunt van Essent niet wordt gevolgd. [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] mochten er dus gerechtvaardigd op vertrouwen dat de berekening van hun reistijd werd gebaseerd op grond van hun keuze voor het openbaar vervoer.