Op 18 september 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een overval op een supermarkt in 's-Hertogenbosch. De verdachte heeft op 13 april 2015, met een mes in de hand, een winkelmedewerkster bedreigd en een bedrag van 880 euro gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting op 4 september 2015 een bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 180 dagen, waarvan 143 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Daarnaast is er een leerstraf van 40 uur opgelegd, subsidiair 20 dagen jeugddetentie. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische rapportages die aantoonden dat de verdachte lijdt aan een verstandelijke ontwikkelingsstoornis, wat invloed heeft op de strafbaarheid. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van 500 euro aan immateriële schadevergoeding. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren. Het vonnis is op tegenspraak gewezen en is openbaar gemaakt.