vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer: 01/865139-14
Datum uitspraak: 17 september 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1970] ,
wonende te [woonplaats] , [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzittingen van 5 februari 2015, 24 april 2015, 24 juni 2015 en 3 september 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 7 januari 2015. Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 24 april 2015 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 31 oktober 2014 te Veghel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 4080 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of
- ongeveer 1040 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- ongeveer 4270 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine en/of
- ongeveer 2160 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde heroïne en/of cocaïne en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 oktober 2014 te Veghel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)len bevattende heroïne en/of amfetamine en/of metamfetamine, zijnde heroïne en/of amfetamine en/of metamfetamine (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet en/of krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 31 oktober 2014 te Veghel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine, in elk geval (telkens) een stof vermeld op lijst I van de
Opiumwet, zijnde (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende
lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een (hydraulische) pers en/of één of meer persmallen en/of
- een of meer verwarmingsmantels en/of rondbodemkolven en/of (bol)koelers, althans een hoeveelheid laboratoriumglaswerk en/of trechters en/of maatbekers en/of temperatuurmeters en/of
- een volgelaatsmasker en/of een stofmasker en/of
- een vacuumsealmachine en/of een vacuumbeker en/of een vacuumpomp en/of vacuumzakken en/of een buchnertrechter en/of
- één of meer hoeveelheden magnesium stearaat en/of taurine en/of paracetamol en/of coffeïne en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of 4-methoxy-BMK en/of BMK en/of methanol, althans stoffen betrekking hebbend op en/of verband houdend met de productie en/of bewerking en/of verwerking van heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine, in elk geval een of meer middel(en) voorkomend op lijst I van de Opiumwet,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewijs
Het standpunt van de officier van justitie.
Op de in het op schrift gesteld requisitoir vermelde gronden is de officier van justitie van oordeel dat de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Voor het medeplegen van deze feiten heeft de officier van justitie onvoldoende bewijs aangetroffen in het dossier. Daarom verzoekt de officier van justitie om verdachte van het medeplegen van de feiten 1, 2 en 3 vrij te spreken.
Het standpunt van de verdediging.
Volgens de raadsman behoort verdachte van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken nu er geen hard bewijs is dat hij harddrugs aanwezig heeft gehad in de woning in Veghel (feit 1) en dat hij betrokken was bij het bereiden, bewerken, verwerken of vervaardigen van harddrugs in die woning (feit 2). Dat er andere personen of een ander persoon in die woning kwamen, blijkt wel uit diverse omstandigheden, zoals het aantreffen van een beslapen bed, dna-materiaal van een onbekende persoon en een tandenborstel in de woning. Ter terechtzitting van 3 september 2015 heeft verdachte voorts verklaard dat hij aan een persoon een sleutel heeft gegeven van de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] . De naam van deze persoon wenst verdachte niet te noemen.
Bij het onder 3 ten laste gelegde heeft verdachte enkel de ouderlijke woning ter beschikking gesteld voor de productie van drugs en heeft hij soms alleen, soms met anderen, “hardware” voor de productie van drugs opgeslagen in de ouderlijke woning. Verdachte kan niet worden gezien als medepleger van voorbereidingshandelingen. Er was geen nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte is hooguit faciliterend bezig geweest. Dit betekent dat hij bij dit feit als medeplichtige moet worden gezien.
De raadsman heeft met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde tot slot gesteld dat het bij het produceren van harddrugs noodzakelijk is dat de producent permanent, dan wel iedere dag bij het productieproces aanwezig is. Omdat verdachte niet permanent of iedere dag in de woning [adres 2] te [woonplaats] kwam, kan hij de drugs niet hebben geproduceerd.
Het oordeel van de rechtbank.
Kort nadat de auto waarin verdachte op 31 oktober 2014 reed explodeerde, vertelde de echtgenote van verdachte dat hij op weg was naar de leegstaande woning van zijn ouders aan de [adres 2] te [woonplaats] . In de nabijheid van de geëxplodeerde auto werd een tas met daarin een stof aangetroffen welke stof bij een indicatieve tekst positief reageerde op de aanwezigheid van amfetamine. Omdat verdachte voorts antecedenten had op het gebied van de Opiumwet is besloten tot huiszoeking in de woning van verdachte aan de [adres 1] te [woonplaats] en in de woning van de overleden ouders van verdachte aan de [adres 2] te [woonplaats] . Op 31 oktober 2014 en op 1 november 2014 zijn in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] grote hoeveelheden heroïne, cocaïne, metamfetamine en amfetamine aangetroffen. Ook werden in die woning stoffen en voorwerpen aangetroffen die gebruikt kunnen worden bij het bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen (in dit vonnis kortweg ook wel aan te duiden als: de productie) van harddrugs. Tevens bleek dat in die woning heroïne, amfetamine en metamfetamine was geproduceerd.
In en bij de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] werd dna-materiaal van verdachte aangetroffen, te weten op een latex handschoen en op een mondkapje in de woning en op latex handschoenen in een vuilniszak in de garage.
Tijdens de doorzoeking van de woning gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats] werden tevens een aankoopbon van de [bedrijf 1] te Turnhout d.d. 9 oktober 2013 betreffende de aankoop van onder andere een halfmasker, alsmede een plastic zakje met als opschrift “121 graden C” aangetroffen.
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats] werden in een kistje eveneens aankoopbonnen van de [bedrijf 2] te Turnhout aangetroffen. De facturen hadden betrekking op de aanschaf van onder andere aceton, een stofmasker en een volgelaatsmasker. Tevens zaten in het kistje een agenda van het jaar 2006 en een notitieboekje. In de agenda en in het notitieboekje stonden zogenaamde cas-nummers. Dit zijn codes voor chemische stoffen en producten. Van verschillende cas-nummers die in de agenda en het notitieboekje stonden is bekend dat deze chemische stoffen en producten gebruikt kunnen worden bij diverse processen ten behoeve van de productie van harddrugs. De echtgenote van verdachte heeft verklaard dat de spullen in het kistje aan verdachte toebehoren. Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats] is tevens een plastic zakje met de tekst “121 graden C” aangetroffen.
De in de woning [adres 2] te [woonplaats] en [adres 1] te [woonplaats] aangetroffen plastic zakjes met de tekst “121 graden C” waren soortgelijk aan elkaar.
Uit onderzoek is gebleken dat de woning aan de [adres 2] eigendom was van verdachte en zijn broers [persoon 1] en [persoon 2] en dat de woning niet bewoond werd. De drie broers hadden een sleutel van het pand [adres 2] te [woonplaats] . [persoon 1] en [persoon 2] hebben verklaard niets met de in de woning [adres 2] aangetroffen drugs te maken te hebben en er zijn geen aanwijzingen dat dit anders zou zijn. Verdachte heeft op 25 november 2014 bij de politie verklaard dat de in de woning [adres 2] aangetroffen spullen niet van zijn broers zijn. Verdachte heeft verklaard: “Voor die spullen moet je bij mij zijn”. Ter terechtzitting van 3 september 2015 heeft verdachte verklaard dat hij wel een hydraulische pers, persmallen, verwarmingsmantels, rondbodemkolven, bolkoelers, trechters, maatbekers, temperatuurmeters, een of meer maskers, een vacuümsealmachine met toebehoren, een buchnertrechter, taurine, coffeïne, zoutzuur, zwavelzuur, aceton en methanol in de woning [adres 2] te [woonplaats] heeft gebracht en dat hem bekend is dat de goederen die hij in de woning heeft gebracht kunnen worden gebruikt bij de productie van harddrugs.
Uit verklaringen van de gehoorde buurtbewoners valt voorts op te maken dat verdachte in tijd voorafgaand aan 31 oktober 2014 met regelmaat door buurtbewoners bij de woning [adres 2] te [woonplaats] is gezien en dat verder zelden of nooit anderen bij die woning zijn gezien.
In het licht van al de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, acht de rechtbank de stelling van verdachte ter terechtzitting dat hij aan een persoon van wie hij de naam niet wil noemen een sleutel van de woning heeft gegeven en dat deze persoon verantwoordelijk is voor het onder 1 en 2 aan verdachte tenlastegelegde, niet aannemelijk geworden. Dat dna-materiaal van een onbekend persoon is aangetroffen op één handschoen die is aangetroffen in de hal van de woning maakt niet dat kan worden aangenomen dat een derde persoon daadwerkelijk in de woning is geweest, laat staan dat deze een rol zou kunnen worden toegedicht zoals door de verdediging geschetst. Dat er een beslapen bed, zilverpapier met resten van harddrugs en een tandenborstel zijn aangetroffen, alsook dat een buurtbewoner in de nacht wel eens geluid afkomstig uit de woning [adres 2] heeft gehoord, maakt dit niet anders. Immers, wat er van die stellingen verder ook zij, een en ander betekent nog niet dat een derde – anders dan verdachte of zijn broers - in de woning is geweest. Niet valt in te zien immers dat een en ander niet van verdachte zelf afkomstig kan zijn geweest. De rechtbank concludeert dat het door verdachte ter terechtzitting geschetste scenario dermate onwaarschijnlijk dat daaraan voorbij zal worden gegaan.
Voormelde verklaringen en bevindingen - die zijn uitgewerkt in de hierna vermelde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien, maken dat de rechtbank tot het oordeel komt dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten (alleen) heeft gepleegd. Nu niet blijkt van betrokkenheid van anderen bij het aan verdachte tenlastegelegde, kan ook geen sprake zijn van medeplichtigheid als door de verdediging betoogd.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan voorts niet worden afgeleid, terwijl voorts niet van algemene bekendheid is te achten, dat het voor productieprocessen zoals onder 2 zijn tenlastegelegd noodzakelijk is dat daarbij permanent, dan wel iedere dag, een persoon aanwezig is. De verdediging heeft haar desbetreffende stelling ook niet nader onderbouwd. Gelet hierop mist deze stelling van de verdediging een deugdelijke feitelijke grondslag, zodat de rechtbank aan deze stelling en de daarop voortbouwende stelling dat verdachte de desbetreffende drugs daarom niet kan hebben geproduceerd voorbijgaat. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat gelet op de ter zitting door de verdediging gekozen formulering de rechtbank de mogelijkheid niet kan uitsluiten dat de verdediging het oog heeft gehad op het productieproces van MDMA. Het produceren van MDMA is echter niet aan verdachte tenlastegelegd.
Medeplegen
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of verdachte de feiten samen met een
ander/anderen of alleen heeft gepleegd.
Eerst op de zitting van 3 september 2015 heeft verdachte verklaard dat hij een persoon wiens naam hij niet wil noemen een sleutel heeft gegeven van de woning [adres 2] te [woonplaats] en dat hij voorwerpen die gebruikt kunnen worden bij de productie van harddrugs in de woning heeft gebracht. Dit heeft hij gedaan op verzoek van die persoon. Ook heeft verdachte verklaard dat hij een dag voor het aantreffen van de spullen in de woning in Veghel nog in die woning is geweest maar dat hij toen geen drugsgerelateerde grondstoffen heeft gezien.
Deze verklaringen van verdachte acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk. Verdachte heeft om hem moverende redenen eerder zich grotendeels op zijn zwijgrecht beroepen. Ter zitting van 3 september 2015 heeft hij er voor gekozen om geen naam of namen van andere personen die volgens hem betrokken waren bij de productie van harddrugs te noemen. Dit maakt dat de verklaring van verdachte niet verifieerbaar en controleerbaar is. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting kan naar het oordeel van de rechtbank enkel met voldoende zekerheid worden afgeleid dat sprake is van het door verdachte samen met anderen in de woning brengen van een hydraulische pers, welke gebruikt kan worden bij het verpakken van harddrugs. Voor het overige bevat het dossier geen bewijs voor het samen en in vereniging door verdachte met een of meer anderen verrichten van handelingen betreffende de tenlastegelegde feiten. Het in de woning brengen van de hydraulische pers acht de rechtbank onvoldoende om te spreken van een nauwe en bewuste samenwerking zodanig dat verdachte het onder 1, 2 en/of 3 tenlastegelegde tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte daarom van het onder 1, 2, en 3 tenlastegelegde bestanddeel medeplegen vrijspreken.
1.een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, genummerd PL2100-2014045995, voor zover inhoudende:
-Blz. 27: bevindingen [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 omstreeks 11.25 uur hoorde ik van het meldcentrum dat er een autobrand was op de [adres 7] te Veghel. Ter plaatse gaan zag dat er over het gehele wegdek brokstukken van het voertuig en andere spullen verspreid lagen. Ik hoorde dat er een slachtoffer was met brandwonden. Ik hoorde van een vrouw genaamd [persoon 3] dat haar man [verdachte] in het voertuig had gezeten. De vrouw zei dat haar man [verdachte] genaamd is en dat hij woont op het adres [adres 1] te [woonplaats] .
-Blz. 45: bevindingen [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 omstreeks 11.25 uur sprak ik met [persoon 3] , wonende te [woonplaats] , [adres 1] . Zij vertelde dat haar man [verdachte] vertrokken was vanaf zijn huis aan de [adres 1] te [woonplaats] . Ik hoorde dat zij zei dat hij onderweg was naar de woning van zijn overleden moeder.
-Blz. 45: bevindingen [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 omstreeks 13.00 uur bevond ik mij op de openbare weg [naam straat 1] te Veghel. Aldaar was een personenauto geëxplodeerd en uitgebrand. Op de rijbaan nabij het uitgebrande voertuig zag ik een plastic zakje/tasje liggen. Ik zag dat er in en rondom het plastic tasje een wit/creme kleurige substantie zat. Ik zag dat deze substantie bestond uit grotere en kleinere brokjes. Ik heb 1 klein brokje van deze substantie veilig gesteld. Op het bureau van politie te Uden heb ik dit brokje getest middels een “Narcotics Analysis Reagent test”. Deze test wordt gebruikt om indicatief te testen op heroïne, amfetamine en xtc (mdma). De test gaf een positieve uitslag op amfetamine.
-Blz. 55: bevindingen verbalisanten, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 werden op een afstand van ongeveer 25 meter van het voertuig twee zakken met vermoedelijk amfetamine veiliggesteld. De inhoud van beide zakken is volgens bekomen informatie getest. Volgens bekomen informatie zou de test positief hebben gereageerd op de aanwezigheid van amfetamine.
-Blz. 108: bevindingen [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 vond er tussen 11.10 en 11.25 uur op de [naam straat 2] te Veghel een aanslag plaats op het leven van [verdachte] . [verdachte] was op dat moment inzittende van een VW Jetta. In de directe nabijheid van de plaats van de ontploffing werd een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen. Een geringe hoeveelheid hiervan werd onderzocht en testte positief op amfetamine. Op basis van politie informatie is bekend geworden dat [verdachte] voornoemd gebruik maakt van de woning van zijn overleden ouders, gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats] . Op 31 oktober 2014 is onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking verricht in deze woning. Tijdens deze doorzoeking werden grote hoeveelheden harddrugs aangetroffen.
-Blz. 110 - 114: bevindingen [verbalisant 4] , werkzaam bij de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmanteling, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Ik heb op 31 oktober 2014 omstreeks 23:30 uur een onderzoek ingesteld in een woning op het perceel [adres 2] te [woonplaats] . Dit naar aanleiding van het aantreffen van diverse chemicaliën en diverse goederen en het vermoedden van overtreding van de Opiumwet.
Ik zag dat in de garage een manshoge hydraulische pers staan met hierom heen diverse goederen die passen bij het persen van verdovende middelen. Ik zag verder in de garage een aantal jerrycans staan met vermoedelijk een sterk zuur. Ik zag naast de jerrycans een aantal dozen staan met divers laboratoriumglaswerk en twee identieke dozen waarvan ik in de bovenste een gebruikte verwarmingsmantel zag die gelet op de sterke typerende geur eerder gebruikt is voor het vervaardigen van amfetamine. Vervolgens betrad ik de woning en zag ik in de hal twee emmers staan met hierop gebruikte handschoenen. Ik zag in de keuken op het aanrecht twee zakken met lichtbruin op heroïne gelijkend poeder en diverse stukken aluminiumfolie met vermoedelijk gebruikers hoeveelheden heroïne. Ik zag dat direct naast twee stukken deels verhitte aluminiumfolie een gasaansteker staan. Kennelijk zijn deze gebruikt bij het roken(chinezen) van heroïne door met behulp van de aansteker heroïne op de aluminiumfolie te verhitten. Ik zag verder in de keuken een kunststof bak staan waarin onder half onder een plastic zak een emmer stond met soortgelijk poeder als op het aanrecht. Ik zag op de eerste verdieping dat de slaapkamer aan de achterzijde geheel ingericht was voor het vacuüm verpakken van diverse verdovende middelen. Ik zag in een open bak diverse vacuümverpakte kiloverpakkingen met wit sterk naar amfetamine ruikend poeder. Ik zag in een open AH tas diverse vacuümverpakte verpakkingen met circa 1 kilo crèmekleurig poeder. Ik zag op de zolderkamer een wit geperst blok liggen met een indruk van vermoedelijk een vogel. Ik herken dit als een geperst blok cocaïne. Ik heb met behulp van een analyseapparaat vastgesteld dat het ging om cocaïne. Vervolgens heb ik de berging in de tuin achter de woning betreden. Ik zag dat hierin een witte diepvrieskist stond waarvoor op de vloer diverse jerrycans stonden. Ik zag dat de vrieskist in werking was en dat hierin circa 15 jerrycans met gekleurde vloeistof stonden en dat er twee maatbekers stonden met een sterk naar amfetamine ruikende vloeistof. Op 1 november omstreeks 09:30 uur heb ik samen met twee collega's van de FTO van de eenheid Oost-Brabant het pand betreden en heb ik hen de voornoemde zaken die ik bij de verkenning gezien had getoond. Vervolgens ben ik omstreeks 10:00 uur begonnen met een nader onderzoek van alle aan de vervaardiging van verdovende middelen te relateren goederen in de woning. Ik heb hierbij voor het beschrijven van de ruimten en goederen mede gebruik hebben gemaakt van de volgende letters: G = Garage, H = Hal, W = Woonkamer, K = Keuken, Z = Zolder, S2 = Slaapkamer 2(1 C verdieping achter) en B = Berging. Hierbij zijn de goederen in de voornoemde ruimten nader onderzocht, geïnventariseerd, gefotografeerd en deels bemonsterd.
Het ging hierbij onder andere om de volgende goederen:
GARAGE:
G.1: een elektrische verwarmingsmantel te gebruiken voor rondbodemkolven, geur amfetamine;
G.2: een elektrische verwarmingsmantel te gebruiken voor rondbodemkolven, geur amfetamine;
G.3: een rondbodemkolf van 10 liter trechter en maatbeker verpakt in verhuisdoos van Karwei, geur amfetamine;
G.4: twee rondbodemkolven 5 liter en diverse laboratoriumklemmen verpakt in verhuisdoos van Karwei;
G.5: vier zwarte jerrycans 25 liter met zoutzuur, etiket bijtende stof, nog ongeopend, inhoud sterk zure dampende stof, monster G.5a AADK3414NL;
G.6: legermasker en laboratoriumvet;
G.7: diverse slangen, temperatuurmeters en gaskoppelingen verpakt in een verhuisdoos;
G.8: glazen koeler en divers gebruikt laboratorium glaswerk verpakt in een verhuisdoos;
G.9: vacuüm aluminiumzak met gebruikte latex handschoenen, een stofmasker en diverse verpakkingsmaterialen;
G.10: een onderdeel van een vacuümsealmachine;
G.11: vier glazen bolkoelers;
G.12: een volgelaatsmasker met filterbus;
G.13: tien stalen persmallen, monster G.13a AADK3415NL;
G.14: een RVS persmal, monster G.14a AADK3416NL;
G.15: 6 complete RVS persmallen,
G.16: een hydraulische pers merk Rodac;
HAL:
H.1: een zwarte emmer met fijn wit poeder, opschrift “stearaat”, FD+ magnesium stearaat;
H.1b: een zwarte emmer met 2 zakken gekleurd poeder, opschrift “kleurtje”;
H.2: een zak 25 kilo wit poeder in doos, opschrift “Taurine”, FD=Taurine, monster H.2a AADK3417NL;
WOONKAMER:
W.1: een zwarte emmer met 1.26 kilo lichtbruin kleurig poeder, emmer van de Gamma, FD= paracetamol/cafeïne;
W.2: aluminiumfolie met gebruikershoeveelheid wit poeder, opgevouwen aluminiumfolie, monster W.2a AADK3418N;
W.3: cremekleurig poeder, 0.94 kg, monster W.3a AADK3491NL;
W.4: een zwarte emmer en groene bak met 100 g cremekleurig poeder, zwarte emmer van de Gamma, positief getest op heroïne, W.4a AADK3420NL
W.5: twee zwarte emmers met cremekleurige poederrestanten en diverse verpakkingsmaterialen, emmers van de Gamma;
W.6: een aankoopbon Mapeco Turnhout B.V., aankoop van benodigdheden voor het maken van drugs;
KEUKEN:
K.1:een doos met rondfilters;
K.2: een zakje met bruin poeder 280 g, positief getest op heroïne, monster K.2a AADK3421NL, bevat heroïne (NFI);
K.3: een zakje met bruin poeder 200 g, positief getest op heroïne, monster K.3a AADK3422NL;
K.4: twee aluminiumfolies met gebruikershoeveelheid (vermoedelijk heroïne), monster K.4a AADK3423NL;
K.5: twee aluminiumfolies met vermoedelijk verwarmde/gebruikte heroïne;
K.6: twee sealzakjes met lichtbruin kleurig poeder en 3 wikkels met lichtbruin kleurig poeder, sealzakjes in latex handschoen, grote zakje in zijn geheel als monster, monster K.6a AADK3424NL
K.7: een wikkel en een boterhamzakje met donkerkleurig poeder;
ZOLDER:
Z.1:vier aluminium wegwerp serveerschalen met lepel met vermoedelijk amfetamine resten, geur amfetamine, monster Z.1a AADK3426NL;
Z.2: een blok geperst wit poeder van 1040 g, met vogel of engel reliëf gedrukt, monster Z.2a AADK3472NL bevat cocaïne (NFI)
Z.3: een pakket met tape van 1 kg, monster Z.3a AADK3452NL;
Z.4: een pakket met tape van 1 kg, monster Z.4a AADK3453NL;
Z.5; een pakket met tape van 500 g, monster Z.5a AADK3454NL;
Z.6: een pakket met tape van 1 kg, monster Z.6a AADK3455NL
Z.7: een drinkflesje met doorzichtige vloeistof (vermoedelijk water), dna sporen
SLAAP KAMER 2:
S2.1: een drinkflesje met vloeistof (vermoedelijk PMK), fluorescerende groen kleur,
monster S2.1a AADK3438NL;
S2.2: een roze hartvormige pil, opdruk “love”, monster S2.2 AADK3429NL;
S2.3: vier RVS platen voor persmal
S2.4: een RVS persmal;
S2.5: een vacuümsealmachine, merk Busch;
S2.6: honderden vacuüm zakken in verschillende maten, gesorteerd in bureauladen;
S2.7: autokluis met daarin onder andere GHB verpakkingen, pillen en poeder;
S2.8: vier vacuüm zakken (dubbel verpakt) 3 x van 1040 g (a) (monster S2.8a AADK3430NL), 1 x van 1120 g (b) (monster S2.8b AADK3431NL) (beval coffeïne en paracetamol (NFI)
S2.9: tientallen rollen tape en verpakkingsmateriaal, gesorteerd in een kast;
S2.10: een stalen persframe voor een hydraulische vijzel
S2.11: twee witte emmers met trechter en Buchner filter, geur amfetamine;
S2.12: een zak in emmer 620 g wit poeder, opdruk “frietsaus”, monster S2.12a AADK3432NL; vacuüm met 260 g geseald poeder, , monster S2.12b AADK3433NL; circa 110 g geelkleurige poeder op bodem emmer, monster S2.12c AADK3434NL;
S.2.15: twee metalen scheplepels;
S.2.16: plastic bak met:
a. vacuümzak met 1250 g verpakte geelkleurige poederbrokken, monster S2.16a AADK3435NL;
b. vacuümzak met 1000 g verpakte witte poederbrokken, monster S2.16b AADK3436NL (bevat metamfetamine (NFI);
c. vacuümzak met 1020 g verpakte rozekleurige poederbrokken, monster S2.16c AADK3437NL;
d. vacuümzak met 1000 g verpakte creme/rozekleurige poederbrokken, monster S2.16d AADK3438NL;
e. zak met 100 g geelkleurig poeder en brokken;
f. zak met 160 g poeder, geur apaan;
BERGING:
B.1: een maatbeker 5 L met rode trechter;
B.2: twee jerrycans 5 liter met restanten, vermoedelijk amfetamineolie
B.3: een jerrycan 25 L met aceton resten en bruine kristallen, opschrift “AC”, FD=aceton,
monster B.3a AADK3439NL;
B.4: een jerrycan 25 L met circa 20 liter heldere vloeistof, geur MMA, monster B.4a AADK3440NL;
B.5: een vacuümbeker met 10 L restanten bruine vloeistof;
B.6: een jerrycan 5 L met circa 1 liter zoutzuur;
B.7: een jerrycan 5 L geheel gevuld met zwavelzuur 37%;
B.8: een elektrische vacuümpomp met vacuümslang passend op B5, merk “Speroni”;
B.9: een Buchner trechter 24 cm doorsnede;
B.10: een 3 L jerrycan met 1 L heldere vloeistof, monster B1010a AADK3441NL;
B.11: een 5 L jerrycan met restanten vermoedelijk amfetamineolie;
B.12: een 25 L zwarte jerrycan met ca 5 L sterk dampende sterk zure vloeistof;
B.13: een 20 L blauwe jerrycan met lijvige vloeistof, zwavelzuur;
B.14: een 5 L witte jerrycan met geelkleurige vloeistof, opschrift “vuile acteon cristale”,
monster B.14a AADK3442NL;
B.15: een 5 L jerrycan met geelkleurige vloeistof geur Aceton;
B.16: een 5 L witte jerrycan met geelkleurige vloeistof geur aceton;
B.17: een grote witte vrieskist met inhoud;
B.17.A: A1 een zwarte tas met daarin een zak van 1,34 geelkleurige brokken,
monster B.17a1 AADK3443NL;
A2 een zak met 460 g wit-geelkleurig poeder, monster B.17a2 AADK3444NL;
B.17.B: een 5 L maatbeker inhoudende ca 0,6 L oranje vloeistof met bezinksel,
monster B.17b1 AADK3445NL;
B.17.C: een 5 L maatbeker inhoudende ca 0,6 L gele vloeistof geur amfetamine,
monster B17.C AADK3446NL;
B.17.D: een 2 L cola fles inhoudende ca 1,0 L gelige vloeistof geur amfetamine,
monster B17.D AAOK3447NL;
B.17.E: een 2 L cola fles inhoudende ca 0,5 L gelige vloeistof geur amfetamine,
monster B17.E AADK3448NL;
B.17F: een 5 L jerrycan inhoudende circa 1 liter heldere vloeistof. (FD= Methanol),
monster B17.F AAOK3449NL;
B.17.G: een 5 L jerrycan geheel gevuld met gele heldere vloeistof. Geur BMK.,
monster B17.G AADK3450NL;
B.17.H: negen 5 L jerrycans geheel gevuld met gekleurde aceton oplossing,
monster B17.H AADK3451NL;
B.17.I: twee 5 L jerrycans geheel gevuld met heldere sterk basische vloeistof geur MonoMethylAmine, opschrift "MMA".
Monstername:
De monsters zijn genomen met gebruikmaking van schoon en/of gereinigd monstername materiaal en later ter analyse overgebracht naar de afdeling verdovende middelen van het NFI te Rijswijk.
Interpretatie LFO:
De garage was in gebruik voor het persen van verdovende middelen en de opslag van: chemicaliën, laboratoriumglaswerk en apparatuur bestemt voor en/of gebruikt bij de vervaardiging van verdovende middelen. De begane grond van de woning en vooral de keuken was in gebruik voor het versnijden van heroïne met een versnijdingsmiddel. Verder vond er op de begane grond in de hal, woonkamer en keuken ook opslag van versnijdingsmiddelen, kleurstoffen en papieren rondfilters 0 24cm plaats. De slaapkamer 'S2' aan de achterzijde op de eerste verdieping was ingericht voor het (vacuüm) verpakken en opslaan van diverse verdovende middelen, versnijdingsmiddelen en precursoren.
De zolder was in gebruik voor het opslaan van diverse verdovende middelen en het drogen van amfetamine bevattend materiaal op aluminiumschalen. De berging was in gebruik voor het kristalliseren van MDMA en Amfetamine en de opslag van diverse hiervoor bestemde en/of gebruikte chemicaliën en hardware(vacuümpomp, buchnertrechter, doorsnede 24cm, vacuümbeker) en benodigdheden zoals diverse kunststof maatbekers en trechters. Verder was er in de vriezer ook opslag van amfetaminepasta en amfetamineolie,
Gelet op de 12 geheel met gekleurde aceton gevulde vijf liter jerrycans (BI4, BI5, B16 en Bl7H) met in totaal circa 60 liter kristallisatieafval van MDMA is er minimaal circa 12 kilo MDMA ter plaatse gekristalliseerd. Het aantreffen van een 25 liter jerrycan (B3) met resten aceton en positief op MDMA geteste kristallen onderschrijft deze berekening.
Gelet op het in de vriezer aantreffen van colaflessen (B17.D en BI7.E) met amfetamineolie en 5 liter kunststofbeker (B17B) met bruine sterk naar amfetamine ruikende vloeistof met wit bezinksel en 5 liter jerrycan (B17F) met methanol en het in de berging aantreffen van 5 liter jerrycan(B7) met zwavelzuur is er ter plaatse ook amfetamine gekristalliseerd. Het in de vriezer aantreffen van twee vacuümzakken (B17.A.l en B17.A.2) met circa 1,7 kilo amfetamine onderschrijft deze constatering.
-Blz. 147-148: verklaring [persoon 10] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Ik woon op het adres [adres 3] te [woonplaats] . Ik kan zeggen dat [verdachte] een keer in de week op het adres [adres 2] te [woonplaats] komt. In mei of juni 2014 heb ik hem dat grote rooie ding naar binnen zien sjouwen. Als [verdachte] kwam, dan kwam hij met een doos of zak. Bij mijn weten kwam [verdachte] daar ongeveer een keer per week. Verder kwam daar bij mijn weten niemand. Ik heb gehoord dat [verdachte] twee broers heeft. Die broers heb ik daar nooit gezien. Met het zware rooie ding bedoel ik een langwerpig voorwerp van twee meter hoog en 1.20 meter breed. Dit apparaat, dat door de brandweer op 31 oktober naar buiten is getild, is hetzelfde apparaat dat in mei of juni 2014 door [verdachte] met vijf anderen naar binnen is getild. Het apparaat is toen in de garage van de woning [adres 2] geplaatst door al die mannen.
Blz. 151-152: verklaring [persoon 4] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
[verdachte] heb ik de laatste tijd niet vaak gezien. Mijn vrouw heeft hem vaker gezien. Eén keer heb ik een broer van [verdachte] bij de woning gezien. Vóór augustus heb ik [verdachte] voor het laatst gezien met vreemde types.
-Blz. 156 – 157: relaas verbalisanten, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
[persoon 5] , wonende op [adres 4] te [woonplaats] , vertelde dat ze [verdachte] kent van zien. [verdachte] kwam regelmatig bij de woning op de [adres 2] . Een paar maanden geleden arriveerde [verdachte] met een andere man in een busje aan de achterzijde van de woning. De bus werd geparkeerd met de achterzijde richting de poort. Ze heeft de broers van [verdachte] nooit in de buurt van de woning gezien.
-Blz. 158-160: verklaring [persoon 11] afgelegd op 28 november 2014, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Ik woon op het adres [adres 5] te [woonplaats] . Ik zag [verdachte] regelmatig op het adres [adres 2] te [woonplaats] . De twee broers van hem heb ik daar nooit gezien. Ik ben vaak langs zijn garage voorlangs gelopen toen deze open was. Dat is de deur naast de voordeur. Ik heb toen wel eens kannen c.q. emmers gezien. Ik dacht iets van witte kannen. Ik zag dat maar een keer, ongeveer één jaar geleden. [verdachte] was daar regelmatig. Als ik hem daar zag dan was [verdachte] in de garage. Ik hoorde ook klus geluiden. Als ik hem daar zag dan was dat zo’n 3 a 4 keer per week en altijd overdag.
-Blz. 216: bevindingen [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 omstreeks 22.10 uur is onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking verricht in de woning [adres 1] te [woonplaats] , bewoond door [persoon 6] en [verdachte] . Tijdens deze doorzoeking werden onder andere verdovende middelen, aantekeningen en een agenda aangetroffen.
-Blz. 233: bevindingen [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Bij de doorzoeking op 31 oktober 2014 onder leiding van de rechter-commissaris in de woning [adres 1] te [woonplaats] zijn onder andere in beslag genomen in de bovenste la van de vriezer verdovende middelen (cocaïne) (goednummer PL2100-2014155598-689466), in een kastje in de schuur een zak met witachtige substantie (goednummer PL2100-2014155598-689494), en in de tuin een jerrycan met vloeistof (goednummer PL2100-2014155598-689499).
-Blz. 239: bevindingen [verbalisant 6] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 heeft op de [naam straat 3] te Veghel een explosie plaatsgevonden waardoor een personenauto in brand is gevlogen. De bestuurder van deze auto is door personeel van de ambulancedienst overgebracht naar een ziekenhuis. De kleding van de bestuurder was overgedragen aan personeel van de politie. Op 26 februari 2015 heb ik op verzoek van het onderzoeksteam de veiliggestelde kleding nader onderzocht. In de linkerbroekzak aan de voorzijde van genoemde broek zag ik een dichtgevouwen wit cachet. Ik herkende zulk een cachet als verpakkingsmateriaal van gebruikershoeveelheden verdovende middelen, veelal cocaïne of heroïne. Ik zag dat het cachet leeg was. Wel zag ik aan de binnenzijde van het cachet een residu van een witte substantie. Een gedeelte van de binnenzijde van het cachet heb ik bemonsterd met een wattenstaafje. Deze bemonstering heb ik getest met de cocaïne-test van MMC International B.V. Aan de kleuromslag van deze test zag ik dat de test positief reageerde op de eventuele aanwezigheid van cocaïne. Het cachet is inbeslaggenomen en gewaarmerkt als AAHJ1723NL.
-Blz. 244 - 245: bevindingen [verbalisant 7] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 vond er tussen 11.10 uur en 11.25 uur op de Langedonk te Veghel een aanslag plaats op de inzittende van de personenauto, Volkswagen Jetta, kleur grijs, [kenteken] . Dit voertuig werd bestuurd door [verdachte] . In de directe nabijheid van de plaats van ontploffing werd een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen. Een geringe hoeveelheid hiervan werd onderzocht en positief getest op amfetamine. Daar bij de auto van het slachtoffer een hoeveelheid drugs (amfetamine) werd aangetroffen, hij antecedenten op het gebied van verdovende middelen had en, volgens zijn echtgenote, onderweg was naar de woning [adres 2] te [woonplaats] werd op 31-10-2014 een doorzoeking ter inbeslagneming gedaan in de woning [adres 2] te [woonplaats] en in de woning [adres 1] te [woonplaats] . Bij de woning [adres 2] te [woonplaats] werd o.a. een grote hoeveelheid chemicaliën aangetroffen. Door mij werd tijdens de doorzoeking van de woning [adres 1] te [woonplaats] , in de bovenste lade van de vriezer in de keuken een plastic zakje aangetroffen. In dit plastic zakje zat een opgerold plastic zakje met daarin een witte substantie. Dit plastic zakje had in rode kleur de tekst “121 graden C ". Dit goed werd onder BVH beslag nummer 689466 in beslag genomen. Door het LFO werden een groot aantal foto's genomen van de goederen welke werden aangetroffen en in beslaggenomen tijdens de ontmanteling van de woning [adres 2] te [woonplaats] . Bij het bekijken van deze foto's zag ik, verbalisant, dat op foto DSC03758 een plastic zakje was afgebeeld met daarop de tekst “121 graden C ". De inhoud van dit zakje betrof een witte substantie. Dit goed werd inbeslaggenomen onder nummer S.2.12.A. Een monster van de substantie uit deze zak werd voorzien van het SIN nummer AADK3432NL. De hierboven genoemde plastic zakjes met de tekst “121 graden C" waren gelet op de uiterlijke kenmerken soortgelijk aan elkaar. De inhoud van deze zakjes was gelet op de kleur en structuur soortgelijk aan elkaar.
-Blz. 252; bevindingen [verbalisant 8] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op vrijdag 31 oktober 2014 werd een doorzoeking uitgevoerd op het adres [adres 1] te [woonplaats] . Bij deze doorzoeking werden goederen inbeslaggenomen. Een van de inbeslaggenomen goederen betrof een wit houten kistje van het merk Riverdale. Het werd aangetroffen op de eerste verdieping van de woning op de ouderslaapkamer. De inhoud van het kistje werd door mij op 2 december 2014 onderzocht. Hierbij werd door mij het volgende bevonden. Het kistje is verdeeld in een viertal afzonderlijke vakken van verschillende afmetingen.
In de afzonderlijk vakken werden de navolgende spullen aangetroffen:
Vak 3, midden: enkele gebruikers artikelen zoals vloei e.d. een ketaminetester, enkele aanstekers, een glazen flesstop met uitloop merk bistabil. Verder twee buisjes met 20ml "four roses"50%.
Vak 4, links, tevens grootste vak: Agenda van 2006 en notitieboekje met in beide vele namen, adressen, e-mailadressen, cijferreeksen. Deze cijferreeksen zijn code's voor chemische stoffen. Het betreffen zogenaamde "cas nummers". De CAS Registry is een van de grootste databases in de wereld met informatie over meer dan 50 miljoen chemische verbindingen.
Blz. 252: bevindingen van [verbalisant 8] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 werd een doorzoeking uitgevoerd op het adres [adres 1] te [woonplaats] . Van de aangetroffen documenten zijn kopieën gemaakt die als bijlage bij dit proces-verbaal zijn gevoegd.
Blz. 274-275 (bijlage bij het proces-verbaal van p. 252): Fotokopieën van twee aankoopbonnen van [naam Firma 1] te Turnhout.
-Blz. 290-311: bevindingen [verbalisant 9] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 31 oktober 2014 vond een doorzoeking plaats op het adres [adres 1] te [woonplaats] , alwaar onder [verdachte] een agenda in beslag werd genomen. Bij onderzoek in de agenda zag men dat hierin namen met telefoonnummers stonden alsmede namen van chemicaliën, afkortingen en cas nummers. In de agenda werden naast chemicaliën geschikt voor de productie van MDMA eveneens afkortingen en namen van chemicaliën aangetroffen die gebruikt worden voor de productie van amfetamine.
Blz. 324-325: bevindingen van [verbalisant 8] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 1 november 2014 werd een doorzoeking verricht in het pand [adres 2] te [woonplaats] . Aldaar werd onder meer in beslag genomen een aankoopbon van [naam Firma 2] Turnhout BV d.d. 9 oktober 2013. Aangekochte goederen: een halfmasker met schroefdraad en een schroeffilter. Kopie van voornoemd document wordt als bijlage gevoegd bij dit proces-verbaal.
Blz. 326: (bijlage bij het proces-verbaal van p. 324-325): Fotokopie van een aankoopbon van [naam Firma 3] te Turnhout.
-Blz. 341-342: een rapport van deskundige drs. [naam deskundige 1] , verbonden aan hetNFI, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Dit betreft een rapportage over biologische sporen en DNA onderzoek naar aanleiding van een zware mishandeling op 31 oktober 2014 te Veghel.
Onderzoeksresultaten:
Sin nrs.: AAGB3810NL*01 (bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex linkerhandschoen uit een vuilniszak uit de garage), AAGB3810NL*02 (bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex rechterhandschoen uit een vuilniszak uit de garage), AAGB3811NL*01 (bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex linkerhandschoen uit een vuilniszak uit de garage), AAGB3811NL*02 (bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex rechterhandschoen uit een vuilniszak uit de garage), en AAGB3812NL*01 (bemonstering van de gehele binnenzijde van een mondkapje uit een vuilniszak uit de garage). Betrokkene [verdachte] . Matchkans dna-profiel: kleiner dan een op een miljard.
-Blz. 351– 358: een rapport van deskundige dr. [naam deskundige 2] , verbonden aan het NFI, zakelijk onder meer inhoudende:
Onderzoeksresultaten monsters:
Garage:
AADK3414NL/G5-a: het monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit een van de vier geheel gevulde 25L jerrycans met het opschrift “Bijtend” bevat (geconcentreerd) zoutzuur;
AADK3415NL/G-13a: het monster beige resten volgens opgave afkomstig vanaf een metalen persplaat bevat heroïne, coffeïne en paracetamol
AADK3416NL/G-14a: het monster beige resten volgens opgave afkomstig uit een persmal bevat heroïne, coffeïne en paracetamol;
Hal:
AADK3417NL/H-2a: het monster wit poeder volgens opgave uit circa 25 kg in een kartonnen doos met opschrift “Tauryna” bevat taurine;
Woonkamer:
AADK3418NL/W-2a: het monster beige poederen brokjes volgens opgave van een gebruikershoeveelheid in aluminiumfolie bevat heroïne;
AADK3419NL/W-3a: het monster bruingroen poeder en brokjes, volgens opgave van 0,94 kg in ene plastic zak bevat coffeïne en paracetamol;
AADK3420NL/W-4a: het monster lichtbeige poeder volgens opgave van circa 110 gram in een zwarte Gamma emmer bevat heroïne, coffeïne en paracetamol;
Keuken:
AADK3421NL/K-2a: het monster beige poeder volgens opgave van 280 gram in een zakje uit de keuken bevat heroïne en lage concentraties coffeïne en paracetamol;
AADK3422NL/K-2a: het monster beigemoeder volgens opgave van 200 gram in een plastic zakje uit de keuken bevat heroïne, coffeïne en paracetamol;
AADK3423NL/K4-a: het monster beige poeder volgens opgave van een gebruikershoeveelheid in aluminiumfolie uit de keuken bevat heroïne, coffeïne en paracetamol;
AADK3424NL/K-6a: het monster beige poeder volgens opgave van een van de twee zakjes uit de keuken bevat heroïne;
AADK3425NL/K-7a: het monster beige poeder volgens opgave uit een gevuld boterhamzakje uit de keuken bevat heroïne;
Zolder:
AADK3426NL/Z-1a: het monster cremekleurig poeder en brokjes volgens opgave afkomstig van een aluminiumschaal (vier stuks) en een soeplepel met resten bevat amfetamine en een lage concentratie metamfetamine;
AADK3427NL/Z-2a: het monster wit poeder en brokjes volgens opgave afkomstig van geperst 1 kg blok voorzien van een vogelreliëf bevat cocaïne;
AADK3452NL/Z-3a: het monster beige poeder volgens opgave uit een van twee samen verpakte blokken van circa 500 gram bevat heroïne, coffeïne en paracetamol;
AADK3453NL/Z-4a: het monster beige poeder volgens opgave uit een van twee samen verpakte blokken van circa 500 gram bevat heroïne, coffeïne en paracetamol;
AADK3454NL/Z-5a: het monster beige poeder volgens opgave uit een samengeperst blok van circa 500 gram bevat heroïne;
AADK3455NL/Z-6a: het monster beige poeder volgens opgave uit een van twee samenverpakte blokken van circa 500 gram bevat heroïne;
Slaapkamer:
AADK3428NL/S2-1a: het monster lichtgele stof volgens opgave van cira 100 ml in een flesje bevat 4-methoxy-BMK;
AADK3428NL/S2-2: een roze tablet in de vorm van een hart (a 0,21 gram) met diepdruk “Love” bevat MDMA;
AADK3430NL/S2-8a: het monster bruingroen poeder en brokjes volgens opgave uit een vacuümzak van 1040 gram bevat coffeïne en paracetamol;
AADK3431NL/S2-8b: het monster beige poeder en brokjes volgens opgave uit een vacuümzak van 1120 gram bevat coffeïne en paracetamol;
AADK3432NL/S2-12a: het monster wit poeder en brokjes volgens opgave uit een plastic zak van 620 gram in een witte emmer bevat coffeïne;
AADK3432NL/S2-12b: het monster cremekleurige poeder en vijf cremekleurige tabletten (à 0,25 gram) met diepdruk “ID&T” volgens opgave uit een witte emmer. Hiervan is het poeder en een tablet onderzocht. Het poeder bevat amfetamine en lage concentraties metamfetamine en coffeïne. De tablet bevat metamfetamine, coffeïne en een lage concentratie amfetamine;
AADK3434NL/S2-12c: het monster lichtgeel poeder en brokjes volgens opgave van circa 100 gram uit een witte emmer bevat amfetamine en lage concentratie metamfetamine;
AADK3435NL/S2-16a: het monster cremekleurig poeder volgens opgave uit een plastic zak met circa 1250 gram in een plastic bak bevat metamfetamine;
AADK3436NL/S2-16b: het monster wit brokje volgens opgave uit een vacuümzak met circa 1000 gram in een plastic bak bevat metamfetamine;
AADK3437NL/S2-16c: het monster lichtroze poeder en brokjes volgens opgave uit een plastic vacuümzak met circa 1020 gram in een plastic bak bevat metamfetamine;
AADK3438NL/S2-16d: het monster cremekleurig poeder en brokjes volgens opgave uit een plastic vacuümzak met circa 1000 gram in een plastic bak bevat metamfetamine;
Berging:
AADK3439NL/B-3a: het monster cremekleurige brokjes volgens opgave van een restant uit een 25L jerrycan bevat metamfetamine;
AADK3440NL/B-4a: het monster kleurloze vloeistof volgens opgave uit een gevulde jerrycan bevat een sterk alkalische waterige vloeistof;
AADK3441NL/B-10a: het monster kleurloze vloeistaf volgens opgave uit circa een liter in ene 3 L jerrycan bevat zwavelzuur;
AADK3442NL/B-14a: het monster roodbruine vloeistof volgens opgave uit een gevulde 5 L jerrycan met etiket “aceton” en opschrift “vuile acteton cristalise” bevat metamfetamine en een lage concentratie BMK in aceton;
B-17a: een vriezer met daarin:
AADK3443NL/B-17a-1: het monster cremekleurige substantie volgens opgave uit een plastic zak met circa 1,34 kg bevat amfetamine en coffeïne;
AADK3444NL/B-17a-2: het monster cremekleurige substantie volgens opgave uit een plastic zak met circa 460 gram bevat amfetamine en coffeïne;
AADK3445NL/B-17b: het monster oranje olieachtige vloeistof met bezinksel volgens opgave van circa 600 ml in een 5 L maatbeker bevat metamfetaminebase;
AADK3446NL/B-17c: het monster gele vloeistof volgens opgave van circa 500 ml in een 5 L maatbeker bevat amfetamine in methanol;
AADK3447NL/B-17d: het monster kleurloze vloeistof volgens opgave van circa 0,75 liter in een 2 L colafles bevat methanol;
AADK3448NL/B-17e: het monster kleurloze olieachtige vloeistof volgens opgave van circa 0,50 liter in een 2 L colafles bevat amfetaminebase;
AADK3449NL/B-17f: het monster kleurloze vloeistof volgens opgave vancirca 1,5 liter in een 5 L jerrycan bevat methanol;
AADK3450NL/B-17g: het monster lichtgele olieachtige vloeistof volgens opgave uit een geheel gevulde 5 L jerrycan bevat BMK;
AADK3451NL/B-17h: het monster bruine vloeistof volgens opgave uit een van negen geheel gevulde 5 L jerrycans bevat metamfetamine en BMK in aceton.
Bij het laboratoriumonderzoek werd vastgesteld dat een groot deel van het onderzoeksmateriaal is terug te voeren op de volgende drie processen:
1. Het versnijden (bewerken) van heroïne;
2. Het omzetten van amfetaminebase in amfetaminesulfaat;
3. Het omzetten van metamfetaminebase in metamfetamine hydrochloride.
Deze drie processen worden hieronder kort beschreven.
Proces 1. Het versnijden van heroïne
Onversneden heroïne wordt gemengd met een versnijdingsmiddel, zoals een mengsel van coffeïne en paracetamol. Coffeïne en paracetamol zijn van zichzelf witte stoffen terwijl heroïnepreparaten zoals op de gebruikersmarkt wordt aangetroffen een beige/bruine kleur heeft. Om te voorkomen dat versneden heroïne door het toevoegen van coffeïne en paracetamol een andere kleur krijgt dan de gebruiker gewend is, wordt er aan het versnijdingsmiddel vaak nog een beige/bruine kleurstof toegevoegd.
Proces 2. Het omzetten van amfetaminebase in amfetaminesulfaat
De amfetaminebase wordt omgezet in het zout, een vaste stof. Deze omzetting wordt uitgevoerd door de amfetaminebase op te lossen in methanol en daar zwavelzuur aan toe te voegen. Het gevormde amfetaminesulfaat is slecht oplosbaar in methanol en slaat neer. De neergeslagen amfetaminesulfaat wordt vervolgens versneden, meestal met coffeïne of lactose.
Proces 3. Het omzetten van metamfetaminebase in metamfetamine hydrochloride
De olieachtige metamfetaminebase wordt omgezet in het zout, een vaste stof. Deze omzetting wordt uitgevoerd door metamfetaminebase op te lossen in aceton en daar zoutzuur (als gas of als oplossing in water) aan toe te voegen. Het gevormde metamfetamine hydrochloride is slecht oplosbaar in aceton en kristalliseert uit. De kristallen worden verzameld door middel van filtratie en het oplosmiddel aceton blijft over als afval. In dit afval, in de vorm van geel tot bruin gekleurde aceton, zijn vaak nog lage concentraties metamfetamine en/of BMK en diverse (synthese)verontreinigingen aanwezig.
Classificatie van het onderzoeksmateriaal:
De classificatie van het onderzoeksmateriaal is uitgevoerd op basis van de uiterlijke kenmerken en de chemische samenstelling. Alleen de monsters die geclassificeerd konden worden, zullen hieronder kort worden besproken.
Proces 1. Het versnijden van heroïne:
Onversneden heroïne:
[AADK3418NL], [AADK3424NL], [AADK3425NL], [AADK3454NL] en [AADK3455NL]
Versnijdingsmiddel coffeïne en paracetamol met een kleurstof:
[AADK3419NL], [AADK3430NL] en [AADK3431NL]
Heroïne versneden met coffeïne en paracetamol:
[AADK3420NL] t/m [AADK3423NL], [AADK3452NL] en [AADK3453NL]
De onderzoeksmaterialen [AADK3415NL] en [AADK3416NL], volgens opgave bemonsteringen van een metalen persplaat en een persmal bevatten ook heroïne versneden met coffeïne en paracetamol. Daarnaast zijn er verschillende samengeperste blokken met versneden ([AADK3452NL] en [AADK3453NL)) en onversneden ([AADK3454NL] en [AADK3455NL)) heroïne aangetroffen.
Proces 2. Het omzetten van amfetaminebase in amfetaminesulfaat:
Amfetaminebase: [AADK3448NL]
Oplossing van amfetaminebase in methanol: [AADK3446NL]
Zwavelzuur: [AADK3441NL]
Methanol: [AADK3447NL] en [AADK3449NL]
Eindproduct amfetaminesulfaat, onversneden: [AADK3426NL] en [AADK3434NL]
Versnijdingsmiddel coffeïne: [AADK3432NL]
Amfetaminesulfaat versneden met coffeïne: [AADK3443NL] en [AADK3444NL]
Proces 3. Het omzetten van metamfetaminebase in metamfetamine hydrochloride:
Metamfetaminebase: [AADK344SNL]
Zoutzuur: [AADK3414NL]
Kristallisatiemengsel: [AADK3442NL] en [AADK3451NL]
Eindproduct metamfetamine hydrochloride:[ AADK3435NL] t/m [AADK3439NL]
Er is ook metamfetamine aangetoond in de tabletten van [AADK3433NL].
Overige materialen:
In relatie tot synthetische drugs is 4-methoxy-BMK [AADK3428NL] een grondstof voor de vervaardiging van PMA en PMMA.
In relatie tot synthetische drugs is BMK [AADK3450NL] een grondstof voor de vervaardiging van amfetamine en metamfetamine.
In relatie tot drugs kan taurine [AADK3417NL] gebruikt worden als versnijdingsmiddel.
Conclusie:
Een groot deel van het onderzoeksmateriaal is gerelateerd aan het bewerken van heroïne en het vervaardigen en/of bewerken van amfetamine en metamfetamine.
Amfetamine, metamfetamine, MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), heroïne en cocaïne zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Benzylmethylketon (BMK; 1-fenyl-2-propanon), zwavelzuur en zoutzuur staan vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. Naar beide Verordeningen wordt verwezen in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
PMA (para-methoxyamfetamine) en PMMA (para-methoxymetamfetamine) zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Blz. 381-372: Verklaring [persoon 3] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
In het Riverdale kistje dat op de ouderlijke slaapkamer in onze woning is aangetroffen spulletjes zaten wat spulletjes van [verdachte] .
Blz. 390-395: Verklaring [persoon 2] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Ik ben een broer van [verdachte] . [persoon 1] en ik hebben een sleutel van de woning, [adres 2] te [woonplaats] , [verdachte] denk ik ook. De woning is niet bewoond. De drugs die zijn aangetroffen op het adres [adres 2] te [woonplaats] zijn niet van mij.
Blz. 411-414: Verklaring [persoon 1] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op uw vraag wie er een sleutel hebben van de woning [adres 2] te [woonplaats] antwoord ik dat [persoon 2] , [verdachte] en ik een sleutel hebben.
Blz. 415-421: Verklaring [persoon 1] , zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
[persoon 2] , [verdachte] en ik zijn de erven van de woning [adres 2] te [woonplaats] . De drugs die zijn aangetroffen in de woning zijn niet van mij.
Blz. 475: Verklaring verdachte, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Voor de spullen aangetroffen in de woning [adres 2] te [woonplaats] moet je bij mij zijn.
2.Een aanvullend proces-verbaal sporenonderzoek [adres 2] te [woonplaats] , d.d. 15 maart 2015 opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11]
Dit proces-verbaal houdt zakelijk weergegeven onder meer in als relaas van verbalisanten:
Op 1 november 2013 is door ons onderzoek verricht in een woning gelegen aan de [adres 2] , [woonplaats] . Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende bevonden en waargenomen. De tussen haakjes [] genoemde code geeft het SIN aan waaronder het stuk van overtuiging werd veiliggesteld.
- Door [verbalisant 4] werd in de garage tussen diverse goederen een vuilniszak aangetroffen. In de vuilniszak zagen wij twee maal twee latex handschoenen [AAGB3811NL en AAGB3810NL] en een mondkapje [AAGB3812NL].
- In de hal van de woning zagen wij een emmer staan, met daarop twee werkhandschoenen. Wij zagen dat de handschoenen bevuild waren. De handschoenen werden veiliggesteld [AAGB3790NL].
- Op het aanrecht van de keuken werden twee zakken bruine poeder (vermoedelijk heroïne), stukken aluminiumfolie en een aansteker aangetroffen. Achter een kastdeur werd een prullenbak aangetroffen. In de prullenbak werd een stuk aluminiumfolie aangetroffen met daarop een bruine substantie, vermoedelijk heroïne. Het stuk aluminiumfolie vanuit de prullenbak werd veiliggesteld voor nader dactyloscopisch onderzoek [AAGB3814NL].
- Wij zagen in de vriezer in de schuur jerrycans staan met een onbekende inhoud.
- In kamer 1 werd op een kastje een rol bruine tape (ogenschijnlijk gebruikt) aangetroffen. De rol tape werd veiliggesteld [AAGB3784NL]. Wij zagen dat in het kastje diverse rollen tape (ogenschijnlijk ongebruikt) lagen.
- Voor het bed in kamer 1 werd door ons een Albert Heijn boodschappentas aangetroffen. In de tas zagen wij vier pakken bruine poeder, vermoedelijk heroïne. De boodschappentas werd door ons veiliggesteld [AAGB3783NL].
- In een plastic opbergdoos werden diverse geperste pakketten met witte substantie (vermoedelijk amfetamine) aangetroffen. In de opbergdoos werden lege plastic zakken aangetroffen, met ogenschijnlijk een residu witte poeder [AAGB3785NL].
- Op het bureau in kamer 1 werden twee witte latex handschoenen [AAGB3781NL en AAGB3780NL] en een plastic zakje met wit residu [AAGB3782NL] aangetroffen.
- Op het bureau in de zolderkamer werd door ons een pakket met witte poeder, vermoedelijk cocaïne aangetroffen. Wij zagen dat er in het pakket een afdruk van een vogel was geperst. De buitenste laag plastic werd door ons veiliggesteld [AAGB3789NL].
3. Een aanvullend proces-verbaal bevindingen met betrekking tot analyseresultaten, genummerd 2014155598, van 31 maart 2015
Dit proces-verbaal houdt zakelijk weergegeven onder meer in als relaas van verbalisant:
Bij de interpretatie LFO van 19 november 2014 ben ik uit gegaan van mijn bevindingen ter plaatse en een beperkt aantal analyseresultaten van de spoedmonsters. Hierbij ben ik er vanuit gegaan dat de jerrycans met de gekleurde aceton (BI4, BIS, B16 en BI7H) in totaal circa 60 liter kristallisatieafval van MDMA zouden bevatten, en heb ik vermeld dat hieruit circa 12 kilo MDMA ter plaatse gekristalliseerd zou zijn. Verder gaf ik daarbij aan dat het aantreffen van een 25 liter jerrycan(B3) met resten positief op MDMA geteste kristallen deze berekening zou onderschrijven.
Uit de later bekend geworden analyseresultaten blijkt echter dat ik er ten onrechte van uit ben gegaan dat hier sprake was van het reguliere(veelvoorkomende) kristalliseren van MDMA. Uit de analyseresultaten van B14, BI7B, BI78 en B3 blijkt dat het gelet op het aantonen van metamfetamine in plaats van MDMA het hier gaat om het weinig voorkomende kristalliseren van metamfetamine in Aceton.
Hierdoor kom ik tot een nadere interpretatie voor wat betreft het kristalliseren:
Gelet op het aantreffen van 12 jerrycans met in totaal van circa 60 liter gekleurde aceton(waarvan in B14 en BI78 metamfetamine en BMK in aceton is aangetoond) vermoed ik dat hieruit ter plaatse circa 12 kilo metamfetamine gekristalliseerd is. Het aantreffen van: 0,6 liter metamfetaminebase (B17B) in een 5 liter maatbeker, vier aluminiumschalen met gedroogd metamfetamine bevattend poeder(ZI), met een jerrycan van 25 liter met resten metamfetamine kristallen(B3) onderschrijven deze berekening.
Het verder aantreffen van vier kilozakken( S2.16 A t/m D) die metamfetamine bevatten en de sealzakken(Sl2.B en SI2.C) die metamfetamine en verbindingsmiddelen bevatten wijzen er op dat de gekristalliseerde metamfetamine vermoedelijk ook ter plaatse vacuüm verpakt en versneden werd.
4. Een proces-verbaal van verhoor van [persoon 4] bij de rechter-commissaris, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige:
Na het overlijden van zijn moeder zag ik verdachte soms één keer per maand soms twee keer per week (de rechtbank begrijpt: bij de woning [adres 2] te [woonplaats] ). Zijn broers kwamen maar sporadisch bij de woning.
5. Een proces-verbaal van verhoor van [persoon 7] bij de rechter-commissaris, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
In de drie maande voor eind oktober 2014 heb ik [verdachte] af en toe bij de woning (de rechtbank begrijpt: [adres 2] te [woonplaats] ) gezien. Zijn broers heb ik maar zelden gezien en ook niet in die periode.
6. Een proces-verbaal van verhoor van [persoon 8] bij de rechter-commissaris, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik woon op de [adres 6] te [woonplaats] . Een jaar voorafgaand aan het incident ben ik [verdachte] één of twee keer tegengekomen bij zijn woning op [huisnummer] . Ik kan mij niet herinneren dat ik andere personen bij de woning heb gezien.
7. Een proces-verbaal van verhoor van [persoon 9] bij de rechter-commissaris, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
De voordeur van onze woning staat tegenover de voordeur van de woning [adres 2] te [woonplaats] . Ik herinner me dat ik [verdachte] anderhalve week voor het gebeuren heb gezien. Ik was toen mijn auto aan het stofzuigen op de oprit. Ik had hem toen al anderhalve maand niet meer gezien denk ik.
8. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 september 2015
-zakelijk weergegeven-:
Ik heb onder andere een hydraulische pers, persmallen, verwarmingsmantels, rondbodemkolven, bolkoelers, trechters, maatbekers, temperatuurmeters, een of meer maskers, een vacuümsealmachine met toebehoren, een buchnertrechter, taurine, coffeïne, zoutzuur, zwavelzuur, aceton en methanol in de woning [adres 2] te [woonplaats] gebracht. Ik weet dat deze zaken worden gebruikt bij de productie van harddrugs.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
op 31 oktober 2014 te Veghel opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 4080 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en
- ongeveer 1040 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en
- ongeveer 4270 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine en
- ongeveer 2160 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine,
zijnde heroïne en cocaïne en metamfetamine en amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
in de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 oktober 2014 te Veghel, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende heroïne en amfetamine en metamfetamine, zijnde heroïne en amfetamine en metamfetamine middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
3.
op 31 oktober 2014 te Veghel om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- een (hydraulische) pers en persmallen en
- verwarmingsmantels en rondbodemkolven en (bol)koelers en trechters en maatbekers
en temperatuurmeters en
- een volgelaatsmasker en een stofmasker en
- een vacuumsealmachine en een vacuumbeker en een vacuumpomp en vacuumzakken en een buchnertrechter en
- hoeveelheden magnesium stearaat en taurine en coffeïne en zoutzuur en zwavelzuur en aceton en 4-methoxy-BMK en BMK en methanol
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
(voor feit 1, 2 en 3:)
Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest
Een geldboete van € 25.000,-.
(Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.)
De officier van justitie maakt kenbaar voornemens te zijn een vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken. Zij heeft tevens medegedeeld dat daartoe een strafrechtelijk financieel onderzoek, als bedoeld in artikel 126 van het Wetboek van Strafvordering is ingesteld.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft bepleit om in het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring van een of meer feiten komt een kortere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie geëist en een fors deel van die gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in een woning in Veghel aanmerkelijke hoeveelheden harddrugs aanwezig gehad. Daarnaast heeft hij in die woning telkens hoeveelheden van een materiaal bevattende heroïne en amfetamine en metamfetamine geproduceerd en heeft hij zich schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen gericht op het van harddrugs. Op grond van de hoeveelheid aangetroffen stoffen, moet voor wat betreft dit laatste feit worden aangenomen dat deze stoffen gebruikt kunnen worden bij de productie van een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs. Het is een feit van algemene bekendheid dat die verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Met de productie en verkoop van harddrugs worden voorts, zo is eveneens van algemene bekendheid te achten, hoge winsten behaald. De rechtbank rekent verdachte de bewezen te verklaren feiten daarom zwaar aan.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank ten nadele van verdachte terdege rekening met de omstandigheid dat verdachte ter zake van (onder meer) drugsdelicten meerdere malen eerder is veroordeeld tot onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen, laatstelijk in 2007 tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. . Verdachte was dus een gewaarschuwd man..
De rechtbank heeft bij de beslissing over de strafoplegging verder gelet op de straffen die in het verleden in soortgelijke drugszaken zijn opgelegd.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren. Een andersoortige of kortere straf zou naar het oordeel geen recht doen aan de ernst van de bewezen te verklaren feiten.en omdat verdachte al meerdere malen eerder voor drugsfeiten is veroordeeld. De rechtbank realiseert zich in dat verband dat verdachte op 31 oktober 2014 (ernstig) gewond is geraakt en dat verdachte hiervan nog steeds niet volledig is hersteld. Dit is voor de rechtbank echter geen reden om tot een andere strafoplegging te komen. Daarbij is van belang datpenitentiaire inrichtingen in Nederland en eventueel het JMC te Scheveningen moeten worden geacht te zijn uitgerust om verdachte adequate medische verzorging te bieden tijdens het verdere genezingsproces. De rechtbank ziet voorts, anders dan de officier van justitie, onvoldoende reden om naast de op te leggen gevangenisstraf tevens een geldboete op te leggen.