ECLI:NL:RBOBR:2015:5440
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verduistering door penningmeester van vereniging
Op 17 september 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als penningmeester van een vereniging meermalen geld heeft verduisterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2009 tot en met 25 april 2014 in totaal een bedrag van €39.000,- heeft verduisterd. De verdachte heeft bekend dat zij dit geld, dat toebehoorde aan de vereniging, wederrechtelijk onder zich heeft gehouden. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd en is bevoegd om van de zaak kennis te nemen. Tijdens de zitting op 3 september 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord.
De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte haar functie als penningmeester heeft misbruikt en het vertrouwen van de leden van de vereniging ernstig heeft beschaamd. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat zij zelf contact heeft opgenomen met de wethouder en het bestuur van de vereniging om haar daden op te biechten. De rechtbank heeft ook meegewogen dat de verdachte door haar handelen aanzienlijke persoonlijke gevolgen heeft ondervonden, zoals het verlies van klanten en sociale contacten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, en heeft zij geen voorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd. De rechtbank heeft de straf bepaald op basis van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en heeft aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten die binnen de zittende magistratuur zijn ontwikkeld.