Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
- [medeverdachte 1] ( [geboortedatum medeverdachte 1] )
- [medeverdachte 2] ( [geboortedaum medeverdachte 2] )
- [medeverdachte 3] ( [geboortedatum medeverdachte 3] )
Rechtbank Oost-Brabant
In de zaak met parketnummer 01/865140-14 heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 9 september 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 11 tot en met 19 november 2014 betrokken was bij het helpen van drie Nigeriaanse mannen bij hun reis van Polen naar Nederland, met als eindbestemming België. De tenlastelegging omvatte het verstrekken van toegang tot of doorreis door Nederland, waarbij de verdachte zou hebben geweten of ernstige redenen had om te vermoeden dat deze toegang wederrechtelijk was.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2015 is de tenlastelegging gewijzigd. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de aanklacht en een gevangenisstraf van drie maanden geëist, evenals de verbeurdverklaring van een in beslag genomen creditcard. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de drie Nigeriaanse mannen werden als geloofwaardig beschouwd, en er was geen bewijs dat hun toegang tot het Schengengebied wederrechtelijk was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokken mannen beschikten over een geldig visum voor Polen, dat hun visum was verlopen en dat zij een verlenging hadden aangevraagd, welke was afgewezen. De rechtbank kon niet vaststellen of de termijn van 15 dagen om het Schengengebied te verlaten op het moment van de reis was verstreken, omdat het relevante document ontbrak. Hierdoor kon de rechtbank niet concluderen dat de verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de toegang van de drie mannen wederrechtelijk was.
Als gevolg hiervan heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en gelast de teruggave van de in beslag genomen creditcard aan de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. E.C.P.M. Valckx als voorzitter, en is op 9 september 2015 openbaar gemaakt.