In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 22 juli 2015, is het wrakingsverzoek van verzoekers afgewezen. Verzoekers, wonende te Drunen, hebben verzocht om wraking van mr. E. Loesberg, die als rechter betrokken was bij de behandeling van een civiele zaak met zaaknummer C/01/296293 / EX RK 15-137. De verzoekers stelden dat de rechter niet onbevooroordeeld kon oordelen, omdat hij eerder betrokken was bij het faillissement van een derde partij en het verzet tegen dat faillissement had behandeld. Ze voerden aan dat de rechter op de hoogte was van crimineel vermogen dat in het faillissement zou vallen, wat volgens hen de onpartijdigheid van de rechter in gevaar bracht.
De rechter, mr. E. Loesberg, heeft echter aangegeven dat hij niet in de wraking berustte en stelde dat hij geen partijdigheid had gewekt. Hij wees erop dat zijn eerdere betrokkenheid bij het faillissement van de derde partij geen grond voor wraking opleverde. De rechtbank heeft vervolgens de feiten en omstandigheden beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De kennis van de rechter over mogelijk crimineel vermogen en zijn beslissing om geen uitstel te verlenen, werden niet als voldoende geacht om tot wraking over te gaan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen, waarbij zij benadrukte dat de aangevoerde feiten geen grond vormden voor de wraking van mr. E. Loesberg. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.