Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte]
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Motivering van de beslissing.
DE UITSPRAAK
afpersing.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 21 februari 2015 een gewapende overval heeft gepleegd op een tankstation in Schaijk. De verdachte heeft de medewerker van het tankstation met een mes bedreigd en gedwongen tot de afgifte van een kassalade en geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van het ten laste gelegde kennis te nemen. De rechtbank achtte de afpersing wettig en overtuigend bewezen en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uren opgelegd. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn financiële problemen en het feit dat hij blijk heeft gegeven van berouw. De rechtbank heeft geoordeeld dat een aanzienlijk deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk kan worden opgelegd om de verdachte de kans te geven zich te rehabiliteren en om te voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten pleegt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren.