Uitspraak
en/of andere lichaamsdelen van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] betast en/of gestreeld en/of daarbij zijn, verdachte's broek (telkens) uitgetrokken en/of zichzelf (telkens) afgetrokken en/of zichzelf betast.’ De officier van justitie heeft voor dat deel van de tenlastelegging partiële vrijspraak gevorderd.
[moeder van slachtoffers]namens haar kinderen [slachtoffer2] en [slachtoffer1] aangifte gedaan van een zedendelict gepleegd door ‘opa [naam verdachte] ’
[hierna te noemen verdachte], in diens huis. Uit de aangifte volgt dat [slachtoffer1] en [slachtoffer2] beide geboren zijn op 12 juni 2001. Het misbruik vond plaats vanaf 2007 tot ongeveer 2010; op de [pleeglocatie] te ’s-Hertogenbosch
[de rechtbank begrijpt: [pleeglocatie] te ’s-Hertogenbosch] (bron 1, p. 31). Aangeefster hoorde op 5 november 2014 de beide meisjes huilen en vroeg wat er aan de hand was. [slachtoffer1] vertelde dat het ging om iets wat opa [naam verdachte] had gedaan. [slachtoffer2] vertelde dat opa zijn hand om haar middel deed en zijn hand in haar onderbroek stopte.
(bron 1, p. 35). [slachtoffer2] heeft gezegd dat opa dat alleen deed als hij alleen was met hen
(bron 1, p. 36).
[slachtoffer2]gehoord. Zij verklaarde onder meer dat één van haar opa’s opa [naam verdachte] betrof
(bron 1, p. 73). [slachtoffer2] verklaarde dat zij met haar zus [slachtoffer1] vaak bij opa en oma was, door de week en ook in het weekend. Ook verklaarde zij dat als haar vader weg was en oma boodschappen ging doen met haar zus, verdachte dan een arm om haar heen sloeg en probeerde met zijn hand in haar broek te komen. Het zou meermalen zijn voorgevallen. Zij zaten op de driepersoonsbank. Hij zat dan in de hoek en [slachtoffer2] altijd naast opa. Opa hield haar vast tot aan haar heup en dan ging hij met zijn hand in haar broek
(bron 1, p. 74). In het begin deed hij het alleen in haar broek en later ook in haar onderbroek en verder naar beneden. Hij raakte haar huid aan als hij met zijn hand in haar broek ging. Ook onder haar onderbroek. Hij zat maar een klein stukje van haar vagina vandaan. Het gebeurde altijd bij opa op de bank als zij alleen waren. Het gebeurde als zij met opa alleen was vanaf dat zij 6 à 7 jaar was. Het gebeurde per maand één of twee keer. Het stopte toen zij 10 à 11 jaar was
(bron 1, p. 76). Voorts heeft [slachtoffer2] verklaard dat [slachtoffer1] op zeker moment heeft verteld dat opa haar broek naar beneden had getrokken
(bron 1, p. 77).
[slachtoffer1]gehoord. Zij verklaarde onder meer dat zij met haar zus [slachtoffer2] vaak bij opa [naam verdachte] kwam
(bron 1, p. 82).
(bron 1, p. 84). Verder verklaarde zij dat als [slachtoffer2] bijvoorbeeld met oma naar de winkel ging, opa aan haar lichaam kwam. De ergste keer was dat hij bij haar in haar broek ging. Hij wreef er toen met zijn vingers overheen. Het gebeurde in de woonkamer op de bank. [slachtoffer2] en oma gingen boodschappen doen. Zij
(opa en [slachtoffer1] )zaten tv te kijken en toen begon hij steeds meer aan haar te zitten. Op zeker moment ging verdachte in haar broek. Dat gebeurde op de bank in de woonkamer. Eerst legde hij een hand op haar heup en ging dan met zijn duim in haar broek. Hij ging steeds dieper
(bron 1, p. 87). Hij ging langzaam in haar onderbroek en wreef over haar vagina heen met de vingers op de huid. Hij wreef rondjes met zijn vingers. De eerste keer was [slachtoffer1] 5 of 6 jaar oud. Het gebeurde vaak. Het stopte toen zij rond de 10 jaar oud was
(bron 1, p. 88).
[vader van slachtoffers](de vader van [slachtoffer2] en [slachtoffer1] ) gehoord als getuige. Hij verklaarde dat verdachte zijn stiefvader is en woont op de [pleeglocatie] te ’s-Hertogenbosch. Volgens getuige kwamen [slachtoffer2] en [slachtoffer1] vaak bij verdachte
(bron 1, p. 97). Getuige heeft voorts verklaard dat [slachtoffer2] tegen hem had gezegd dat verdachte haar vastpakte en met zijn hand in haar broek ging.
(bron 1, p. 98). Op 3 december 2014 heeft getuige verdachte in zijn woning geconfronteerd met het feit dat hij aan [slachtoffer1] en [slachtoffer2] zou hebben gezeten en aan hem gevraagd of zijn kinderen liegen. Verdachte heeft toen gezegd dat dit niet het geval was
(bron 1, p. 99).
[verbalisant 1] en [verbalisant 2]ter plaatse bij de woning van verdachte op de [pleeglocatie] te ’s-Hertogenbosch in verband met een conflict over een zedendelict. Er was aangifte gedaan van het feit dat verdachte seksuele handelingen zou hebben gepleegd met de kinderen van één van de zoons van verdachte. Verbalisant [verbalisant 1] vernam van de aanwezige familie dat de verdachte aan hen had bekend dat hij de kinderen had misbruikt. Verbalisant [verbalisant 1] vernam vervolgens van verdachte dat het klopte. Verdachte vertelde dat hij aan de familie had verteld en had
(bron 1, p. 44).
(bron 1, p. 8). Deze laptop is in beslag genomen naar aanleiding van het verhoor van [vader van slachtoffers] op genoemde datum. De laptop is door [vader van slachtoffers] ten tijde van het hiervoor onder feit 1 benoemde incident op 3 december 2014 meegenomen uit het huis van verdachte gelegen aan de [pleeglocatie] te ’s-Hertogenbosch. Volgens [vader van slachtoffers] is de laptop van verdachte [verdachte] en staan er foto’s op
(bron 1, p. 99-100).
laptop is onderzocht. Tijdens dit onderzoek is het navolgende vastgesteld
(bron 1, p. 50-61):
(p. 51). Vastgesteld is dat op deze laptop in totaal 303 afbeeldingen voorkwamen die volgens de criteria kinderpornografisch zijn. Van deze afbeeldingen zijn er 105 uniek aangetroffen
(p. 53). Uit de afbeeldingen in de bij het proces-verbaal gevoegde collectiescan op bijlage I
(p. 54)- zijnde een inhoudelijke beoordeling van het aangetroffen kinderpornografisch materiaal- , is een representatieve doorsnede van 18 afbeeldingen samengesteld en als stuk van overtuiging aan de officier van justitie ter beschikking gesteld. 15 afbeeldingen waren afkomstig uit de bestanden die normaal en zonder speciale software door gebruiker te benaderen en zichtbaar zijn. Deze afbeeldingen zijn afkomstig uit de Temporary Internetfiles. Verbalisanten zagen dat op één na alle afbeeldingen, afbeeldingen betroffen waarop meisjes of een lichaamsdeel van een meisje zichtbaar in beeld te zien was. Bij de afbeeldingen waarop de meisjes geheel zichtbaar en herkenbaar stonden afgebeeld was naar hun oordeel sprake van een poserende danwel geregisseerde houding. Een aanzienlijk deel van de afbeeldingen betroffen afbeeldingen waarop sterk was ingezoomd op het vrouwelijke geslachtsdeel. Naar hun oordeel waren de afbeeldingen of bevond althans de persoon die daarop was afgebeeld zich, in een poserende houding. De afbeeldingen zijn naar hun oordeel vervaardigd en/of bedoeld of bestemd om althans seksueel prikkelend te zijn.
[betrokkene] ,gehoord en zij verklaarde dat de in beslag genomen Acer Aspire laptop, goednummer PL2100-2014173784-721191, van verdachte was en dat zij dit zeker wist. Zij zag dat aan de vlekken die erop zaten. De laptop was sinds een jaar of vier/vijf van verdachte, aldus [betrokkene] .
(bron 2)
9 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
waarvan 6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren