ECLI:NL:RBOBR:2015:4923
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- M. van de Brink
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting woning op grond van artikel 13b Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die samen met haar twee jonge kinderen in de woning van haar schoonvader woont, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Heusden. Dit besluit, genomen op 9 juli 2015, hield in dat de woning en het erf op 20 augustus 2015 gesloten zouden worden op grond van artikel 13b van de Opiumwet, vanwege de aanwezigheid van een hennepkwekerij in de garage. Verzoekster heeft verzocht om schorsing van dit besluit totdat er op haar bezwaar is beslist.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de last onder bestuursdwang op te leggen, omdat er voldoende aanwijzingen waren dat er een professionele hennepkwekerij in de garage was geweest. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van verzoekster, die stelde dat er slechts een kleine hoeveelheid hennep voor eigen gebruik was aangetroffen, niet overtuigend geacht. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester beleidsvrijheid heeft en dat in dit geval de omstandigheden, waaronder de diefstal van stroom en de aanwezigheid van kweekattributen, de sluiting van de woning rechtvaardigden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de burgemeester zich op het standpunt heeft mogen stellen dat er geen sprake was van een minder ernstig feit dat een waarschuwing rechtvaardigde. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de sluiting van de woning een ingrijpende maatregel is, maar dat de burgemeester in dit geval de juiste afweging heeft gemaakt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.