In deze zaak heeft de Ondernemingsraad van de Hermes Groep N.V. een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, waarin zij betoogt dat het besluit van Hermes om Mystery Guests in te zetten op de bussen van haar chauffeurs instemmingsplichtig is volgens artikel 27 lid 1 sub g van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De kantonrechter heeft op 7 augustus 2015 uitspraak gedaan in deze kwestie. De Ondernemingsraad stelt dat de inzet van Mystery Guests, die anonieme rijinstructeurs zijn, een vorm van personeelsbeoordeling inhoudt en daarom onder de instemmingsplicht valt. Hermes daarentegen betoogt dat de inzet van deze Mystery Guests geen besluit van algemene strekking is, maar een incidentele maatregel die niet onder de WOR valt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de inzet van Mystery Guests door Hermes slechts in specifieke situaties plaatsvindt en dat dit niet valt onder de instemmingsplichtige besluiten zoals bedoeld in de WOR. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de Regeling Cameratoezicht van Hermes te ruim wordt geïnterpreteerd, waardoor camerabeelden niet rechtspositioneel tegen werknemers mogen worden gebruikt, tenzij er sprake is van een formele aangifte van een misdrijf of betrokkenheid daarbij. De kantonrechter heeft Hermes veroordeeld in de proceskosten en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.