ECLI:NL:RBOBR:2015:4756

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
6 augustus 2015
Publicatiedatum
5 augustus 2015
Zaaknummer
01/839681-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende overval op bejaard echtpaar in Geldrop met geweld en opzetheling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 6 augustus 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende overval op een bejaard echtpaar in Geldrop op 28 mei 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, met geweld de woning van het echtpaar is binnengedrongen en hen heeft bedreigd en mishandeld om geld en goederen te stelen. De verdachte is beschuldigd van diefstal met geweld en opzetheling van een auto. Tijdens de zittingen op 15 januari, 13 april, 29 juni en 23 juli 2015 is het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder verklaringen van de slachtoffers en DNA-onderzoek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte schuldig is aan de diefstal met geweld, maar heeft hem vrijgesproken van de opzetheling van de auto, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft benadrukt dat de overval een brute en gewelddadige daad was die grote angst en onveiligheid heeft veroorzaakt bij de slachtoffers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/839681-13
Datum uitspraak: 06 augustus 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonadres] ,
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 januari 2015, 13 april 2015, 29 juni 2015 en 23 juli 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 december 2014.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 23 juli 2015 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 28 mei 2013 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (aan [adres] ) heeft weggenomen geld en/of computerapparatuur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 28 mei 2013 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, in een woning (aan [adres] ) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van geld en/of computerapparatuur, in elk geval enig goed, geheel of ten delen toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s), de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn binnengedrongen en/of die [slachtoffer 1] (met een vuist en/of een elleboog) (meermalen) in het gezicht heeft/hebben gestompt en/of gestoten (ten gevolge waarvan hij een gebroken neus en jukbeen heeft opgelopen) en/of die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] tegen de grond heeft/hebben geduwd en/of de polsen heeft/hebben gekneveld en/of die [slachtoffer 1] een lap stof in de mond heeft/hebben geduwd en/of een doek over het hoofd heeft/hebben getrokken en/of vervolgens op diens lichaam is/zijn gaan zitten en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Kluis, waar is de kluis? We moeten geld hebben!", athans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2. hij op of omstreeks 28 mei 2013 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (merk Toyata, type Prius) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak.

De rechtbank acht het tweede feit, onder feit 1 alternatief/cumulatief ten laste gelegd, niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen. [1]
Ten aanzien van het eerste feit, onder feit 1 alternatief/cumulatief ten laste gelegd.
  • De erkennende verklaring van verdachte ter terechtzitting,
  • De erkennende verklaring van verdachte, pag. 65-68,
  • De aangifte van [slachtoffer 2] , pag. 148-159,
  • De verklaring van [slachtoffer 1] , pag. 160-16,
  • De verklaring van [slachtoffer 1] , pag. 166,
  • Het aanvraagformulier medische informatie [slachtoffer 1] , pag. 175,
  • Foto’s van het letsel van [slachtoffer 1] , pag. 176, 177,
  • Het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pag. 242-246
  • Het NFI-rapport ‘Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval gepleegd in Geldrop op 28 mei 2013’, pag. 36-39, voor zover het betreft de resultaten vergelijkend DNA-onderzoek met betrekking tot het op de plaats delict aangetroffen petje van verdachte (SIN AAFL3419NL).
Ten aanzien van feit 2.
  • De erkennende verklaring van verdachte ter terechtzitting,
  • De aangifte van [slachtoffer 3] , pag. 407-408.
Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zijn de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet uitgewerkt.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven genoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
ten aanzien van het eerste feit, alternatief/cumulatief onder feit 1 ten laste gelegd
op 28 mei 2013 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan [adres] ) heeft weggenomen geld en computerapparatuur, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededaders de woning van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn binnengedrongen en die [slachtoffer 1] (met een vuist en een elleboog) meermalen in het gezicht heeft/hebben gestompt en gestoten (ten gevolge waarvan hij een gebroken neus en jukbeen heeft opgelopen) en die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] tegen de grond heeft/hebben geduwd en de polsen heeft/hebben gekneveld en die [slachtoffer 1] een lap stof in de mond heeft/hebben geduwd en een doek over het hoofd heeft/hebben getrokken en vervolgens op diens lichaam is/zijn gaan zitten en die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Kluis, waar is de kluis? We moeten geld hebben!";
ten aanzien van feit 2
op 28 mei 2013 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, een auto (merk Toyata, type Prius) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ten aanzien van beide feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren met aftrek van voorarrest. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft bepleit dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte enig (grof) geweld heeft gebruikt richting de slachtoffers, hetgeen van invloed moet zijn op de strafmaat. De verdediging heeft verder bepleit dat ten voordele van verdachte moet meewegen dat hij niet degene is geweest die het initiatief nam tot het plegen van het feit, dat hij een klein aandeel in de overval heeft gehad, dat hij volledige openheid van zaken heeft gegeven, dat hij daarbij oprecht is geweest en zijn schriftelijke excuses aan de slachtoffers heeft aangeboden, welke excuses zijn geaccepteerd en dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Verdachte krijgt nu op essentiële punten hulp en wil zijn leven weer oppakken. De verdediging acht een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf dan ook passend en geboden. Mocht de rechtbank toch een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, dan bepleit de verdediging dat de eis van de officier van justitie te fors is en meer past bij woningovervallen waarbij een vuurwapen is gebruikt.
Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn justitiële documentatie. Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
In het nadeel van verdachte weegt mee
Verdachte en zijn mededaders hebben in de late avond van 28 mei 2013 een woning van een bejaard echtpaar overvallen. Bij deze overval hebben verdachte en zijn mededaders grof geweld tegen het echtpaar gebruikt, waarbij de man ernstig letsel heeft opgelopen. Beide bewoners zijn vastgebonden, waarbij de man bovendien - terwijl hij een hevige bloedneus had als gevolg van het uitgeoefende geweld - een prop in zijn mond geduwd kreeg, waardoor hij het gevoel kreeg te stikken. Ook de vrouw is hardhandig tegen de grond gewerkt. Beiden hebben de overval als zeer bedreigend ervaren. De eigen woning is bij uitstek de plaats waar men zich veilig moet kunnen voelen. Een brute en gewelddadige overval zoals de onderhavige veroorzaakt gevoelens van angst en onveiligheid bij de bewoners in het bijzonder en in de samenleving in het algemeen. De slachtoffers van dit soort ernstige feiten ondervinden daar vaak nog jarenlang last van en worden daardoor gehinderd in hun dagelijks bestaan. Uit de toelichting op de vordering benadeelde partij blijkt dat dit ook in deze zaak het geval is. De vrouw heeft angst als het donker wordt en als de bel van de voordeur gaat, kampt met concentratieproblemen en nachtmerries en zij is haar gevoel van vrijheid kwijt. De man verklaart over een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, waardoor hij zich snel bedreigd voelt.
Het gewelddadig karakter van de mede door verdachte gepleegde overval laat zien dat verdachte er niet voor terugschrikt om, al dan niet samen met anderen, zwaar geweld tegen andere mensen te gebruiken, zonder zich daarbij te bekommeren om de gevolgen voor die anderen. Gelet op de hoge leeftijd van de slachtoffers gaat het bovendien om een laffe en gewetenloze daad. Daarbij staat voor de rechtbank geenszins vast dat verdachte, zoals hij stelt, geen aandeel heeft gehad in het tegen de slachtoffers gepleegde geweld.
Conclusie
Gelet op de ernst en omvang van het bij de overval gebruikte geweld en gelet op de hoge leeftijd van beide slachtoffers, is de rechtbank van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
27, 57, 310, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

Spreekt verdachte vrij van het tweede feit dat onder feit 1 alternatief/cumulatief ten laste is gelegd.
Verklaart het eerste feit dat onder feit 1 alternatief/cumulatief ten laste is gelegd en het onder feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1: Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. T.a.v. feit 2: Opzetheling. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.
T.a.v. feit 1, feit 2: Een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.M. Hettinga, voorzitter,
mr. B.A.J. Zijlstra en mr. W. Schoorlemmer, leden,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kriekaard, griffier,
en is uitgesproken op 6 augustus 2015.
Mr. Hettinga is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Tenzij anders vermeld wordt verwezen naar de paginanummers uit het proces-verbaal van de regiopolitie Oost-Brabant, districtsrecherche Eindhoven, registratienummer 2013072068, afgesloten op 24 februari 2015, aantal doorgenummerde bladzijden: 473.