ECLI:NL:RBOBR:2015:464

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 januari 2015
Publicatiedatum
29 januari 2015
Zaaknummer
01/825407-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met ernstige delicten en resocialisatietraject

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 januari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren op 16 maart 1980. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd in 2007 en voor het laatst verlengd in 2014. De officier van justitie heeft op 8 december 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor twee jaar, maar de rechtbank heeft besloten om deze met één jaar te verlengen. Tijdens de zitting op 16 januari 2015 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft de positieve ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde in zijn resocialisatietraject in overweging genomen, evenals de adviezen van de deskundigen en de kliniek waar hij verblijft. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert in zijn huidige traject en dat er mogelijkheden zijn voor verdere resocialisatie. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, zodat er over een jaar opnieuw kan worden gekeken naar de voortgang van het resocialisatietraject en de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825407-06
Uitspraakdatum: 30 januari 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te Reusel op 16 maart 1980,
verblijvende aan [adres, woonplaats]

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 25 januari 2007 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 31 januari 2014, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 8 december 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 januari 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting FPC De Kijvelanden waar betrokkene onder behandeling staat, d.d. 11 november 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, verkrachting, afpersing, diefstal en diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen (onder meer) misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
In het afgelopen jaar heeft de heer [terbeschikkinggestelde] zijn onbegeleide verloven opgebouwd en is in oktober jl. overgeplaatst naar De Blink. Hoewel de heer [terbeschikkinggestelde] in eerste instantie teleurgesteld was, omdat hij ruim een jaar later naar De Blink is overgeplaatst dan oorspronkelijk gepland (wegens aanhouden onbegeleid verlof door AVT om een second opinion te doen en vervolgens het advies om eerst te starten met onbegeleid verlof) geeft
hij aan terugkijkend nu toch meer voorbereid en met meer zelfvertrouwen naar De Blink te zijn gegaan dan een jaar geleden het geval zou zijn geweest. De heer [terbeschikkinggestelde] is de afgelopen periode meer ontspannen geworden in zijn rigide gedrag. Hij is toegankelijk naar het behandelteam en stelt zich open en gemotiveerd op. Er is sprake van een goede samenwerkingsrelatie met het behandelteam. Ook op De Blink bouwt hij een goede samenwerking op, maar het kost tijd. Dat hij nog een nacht per week in het FPC logeert en contacten met behandelteam Robijn onderhoudt biedt een goed vangnet, terwijl hij zich vertrouwd gaat voelen met het behandelteam van De Blink. De heer [terbeschikkinggestelde] werkt bij horecabedrijf het Zalmhuis te Rotterdam. Dit verloopt goed, waarbij hij teleurstellingen binnen zijn werk goed kan incasseren en bespreken. Er wordt momenteel gesproken over de mogelijkheden van een betaalde baan bij het Zalmhuis en scholing
(…).
Voor de toekomst geldt dat er, wanneer de TBS van de heer [terbeschikkinggestelde] nu beëindigd zou worden, een bovengemiddeld aantal risicofactoren naar voren komt. Indien de heer [terbeschikkinggestelde] het resocialisatietraject blijft volgen is er een beneden gemiddeld aantal risicofactoren aan te wijzen. Wanneer de heer [terbeschikkinggestelde] er alleen voor zou komen te staan zijn materiële zaken als huisvesting en financiën niet inzichtelijk. Bij resocialisatie zijn
deze wel geregeld. Tevens kan de heer [terbeschikkinggestelde] bij zijn huidige werkgever in vast dienstverband gaan werken. Op de langere termijn zouden er wel problemen op kunnen treden in het vasthouden van werk (gezien het verleden) en het vinden van de balans tussen draagkracht en draaglast. De heer [terbeschikkinggestelde] is intellectueel en sociaal redelijk vaardig, maar zijn copingvaardigheden en affectregulatie schieten nog tekort. Op langere termijn kunnen er problemen ontstaan wanneer hij te maken krijgt met teleurstellingen en tegenslagen. Ook bestaat het risico op isolement daar de heer [terbeschikkinggestelde] moeite heeft met
nabijheid. De aanwezigheid van een professioneel netwerk staat gelijk aan de aanwezigheid van zorg en ondersteuning. Het vertrouwen in een nieuw behandelteam zal echter moeten groeien en zal niet meteen een beschermende factor zijn, waardoor ook in het geval van resocialisatie het risico op isolement niet uitgevlakt moet worden. Dit is in het huidige traject gewaarborgd. Verder beschikt de heer [terbeschikkinggestelde] over enkele betrokken netwerkleden zoals zus, tante en een vriend. De heer [terbeschikkinggestelde] kan hier echter nog niet de gewenste voldoening uithalen wat een mogelijke bron van stress kan zijn. Het willen voldoen aan verwachtingen van zichzelf en anderen kan ook stresserend zijn. Tevens vereist de verbale reactie van de heer[terbeschikkinggestelde] wanneer hij zich benadeeld voelt, dat zijn omgeving hem goed kent zodat hier op de juiste manier op ingespeeld kan worden. In de maatschappij kan hij mensen tegenkomen die hier minder goed op reageren en begeleiding is nog gewenst.
(…)
Het traject richting De Blink is alsnog van de grond gekomen en biedt adequaat risicomanagement. Er is overeenstemming over het traject. Indien dit traject kan worden voortgezet biedt dit een geleidelijke route naar meer zelfstandigheid, waarin voldoende
professionele begeleiding aanwezig blijft om de heer [terbeschikkinggestelde] te ondersteunen bij de stappen die hij nog moet zetten om te komen tot een definitieve eindfase waarin de TBS kan worden afgewikkeld.
De weg der geleidelijkheid houdt de spanning hanteerbaar bij iedere verandering, zodat de heer [terbeschikkinggestelde] niet overvraagd wordt en terugglijdt in zijn delictketen.
(…)
De volgende stap in het traject is transmuraal verlof. Indien de heer [terbeschikkinggestelde] goed functioneert in transmuraal op de leefgroep van De Blink, zal hij worden overgeplaatst naar een appartement van De Blink. Van daaruit kan bekeken worden of hij een zelfstandige woning buiten De Blink kan betrekken. Indien dit traject goed verloopt, kan de TBS worden afgewikkeld via Proefverlof met FPT en aansluitend VO met FPT. Dit zal in ieder geval
twee jaar in beslag nemen.
(…)
Zolang de TBS maatregel doorloopt kan het traject worden voortgezet. Zoals eerder gesteld is de weg der geleidelijkheid en een goede inbedding in een structuur belangrijk en werkt de mate van samenwerking en overeenstemming als beschermende factor. Versnellen van het voorgestelde traject leidt ons inziens tot onnodige spanningen wat het risico op recidive verhoogt. Het bovengenoemde traject neemt geruime tijd in beslag en wij adviseren de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik sta dus voortaan ingeschreven op Bergweg 306a te Rotterdam. Dit is resocialisatiecentrum De Blink. Ik heb nu een kamer daar. Komende zondag ga ik intern bij De Blink verhuizen naar een huis met eigen faciliteiten. Dan is er ook geen sprake meer van 24 uur per dag toezicht. Ik zal me wel moeten blijven af- en aanmelden. Ik kan ook indien nodig terugvallen op het 24-uurs toezicht. Op dit moment is transmuraal verlof aangevraagd. Nu moet ik nog één nacht in de week in de kliniek De Kijvelanden verblijven, bij transmuraal verlof zal dat niet meer nodig zijn. Voor het overige zal er weinig veranderen voor mij. Ik heb werk en eind december 2014 zou ik in aanmerking komen voor een betaalde baan. Echter doordat ik wegens hartfalen op dat moment in het ziekenhuis ben beland is dit niet doorgegaan. Mijn linkerhartkamer functioneert voor 10% en is herstellende. Deze gaat elke dag iets vooruit. Op dit moment ben ik weer aan het werk als vrijwilliger in het Zalmhuis. De bedoeling is dat dit in de toekomst gedeeltelijk betaald werk zal worden. Ik heb het hier naar mijn zin en ze zijn daar tevreden over mij. Ook heb ik nu een aantal personen in mijn omgeving waarop ik kan terugvallen. Dit zijn mijn zus, tante en een patiënt die uitbehandeld is en die ik heb leren kennen in de kliniek. Met mensen van mijn werk heb ik ook contact, zij zijn op de hoogte van mijn situatie. Wegens mijn fysieke klachten mag ik niet sporten. Ik hoop op termijn toch wel te kunnen sporten. Ik heb de rapportage over mij gelezen. Ik kan me hier in vinden. Het heeft lang geduurd voordat ik bij De Blink terecht kon. Ik ben hierdoor niet gefrustreerd geraakt en ben uiteindelijk met nog meer vertrouwen naar De Blink gegaan. Hierdoor kan ik zelfs nog sneller dan verwacht de stap maken naar semi-zelfstandig wonen. Ik ben altijd eerlijk en open naar mijn omgeving.
Gelukkig heb ik nu een beter netwerk waarop ik dan zou kunnen terugvallen.
Ik ben realistisch over mijn toekomst. Op dit moment is een relatie niet aan de orde. Ik heb nog elke week schematherapie om mijn gedachtepatronen te veranderen. Op dit moment zijn er geen financiële problemen. Ik heb alleen nog wat schulden aan het slachtoffer die ik maandelijks afbetaal. Ik zit niet meer in de schuldsanering. Ik geloof niet dat ik iemand nog iets aan zou kunnen doen. Op korte termijn voorzie ik sowieso geen problemen. Op lange termijn durf ik dit niet te zeggen, ik doel dan op problemen met mezelf. Wanneer ik in een negatieve spiraal zou komen zou dit negatief kunnen uitpakken voor mij. De bij mij aan de orde zijnde suïcidale gevoelens zijn namelijk nog niet geheel verdwenen. Het is wel zo dat het leren verdragen mij steeds beter afgaat.
Mijn voorkeur gaat uit naar een verlenging van één jaar in plaats van twee jaar. Ik baseer dit op de stappen die ik nu maak met betrekking tot het transmuraal verlof en het zelfstandig wonen. Wellicht wanneer ik zo doorga is er over een jaar een mogelijkheid tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Ik voel me prettig bij het traject dat ik nu bewandel. Ik heb nog wekelijks een gesprek met een psycholoog en vind dit belangrijk. Ik zal dan ook niet teleurgesteld zijn wanneer de tbs wordt verlengd met twee jaar, omdat ik weet dat ik op de goede weg ben. Ik zie niet op tegen het bijwonen van een zitting omdat de samenwerking met de kliniek altijd prettig is verlopen.
De deskundige drs. S. van Bodegom, optredend namens FPC De Kijvelanden, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik kan u melden dat ik ook kan leven met een verlenging van één jaar. Betrokkene functioneert goed en het is van belang dat hij het traject op die wijze blijft volgen. Het is van belang dat alles via de geleidelijke weg gaat. Met horten en stoten het doel bereiken werkt gewoon niet. We moeten dus doorgaan op de weg die we zijn ingeslagen. Op dit moment is het de bedoeling dat eerst transmuraal verlof plaatsvindt, daarna proefverlof en dat dan wordt gekeken naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Wanneer hij zo doorgaat is het niet ondenkbeeldig dat we over een jaar wellicht denken om het proefverlof over te slaan en kunnen kijken naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Maar dit is verwachtingsmanagement waar ik me liever niet aan wil wagen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
We hebben te maken met een positief verhaal. Betrokkene is gemotiveerd en de samenwerking met het behandelteam verloopt naar wens. Wanneer de dwangverpleging nu zou worden beëindigd is het risico op gevaar nog hoog. Het is daarom van belang dat betrokkene geleidelijk stappen maakt naar voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Op dit moment staat de resocialisatie voorop. Het is dan ook duidelijk dat verlenging vandaag nog aan de orde is. Omdat de kliniek de geleidelijkheid zeer van belang acht is een verlenging van twee jaar gevorderd. Wanneer betrokkene op de huidige wijze doorgaat is gelet op hetgeen nu bekend is, niet uitgesloten dat wellicht over een jaar sprake zou kunnen zijn van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Om daarom een vinger aan de pols te houden zie ik redenen om volgend jaar weer bij elkaar te komen. Ik zal dan ook de vordering beperken tot een verlenging van één jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De formaliteiten zijn netjes in acht genomen. Vorig jaar is gekozen voor een verlenging van één jaar om als het ware een vinger aan de pols te houden. Dit is niet voor niets geweest aangezien plaatsing bij De Blink lang op zich heeft laten wachten. Ondanks dat dit lang op zich heeft laten wachten weet cliënt hier toch het positieve van in te zien. Op die manier is iedereen toch tevreden. Cliënt heeft inzicht in zijn situatie en is leergierig. Omdat het zo goed gaat, had ik het gevoel dat vandaag een voorwaardelijke beëindiging bespreekbaar zou kunnen zijn. Cliënt kiest toch graag voor de geleidelijke weg en opteert om die reden voor een verlenging van één jaar. Omdat deze goede lijn is ingezet ben ik van mening dat wanneer die zo wordt voortgezet een voorwaardelijke beëindiging volgend jaar zeker aan de orde moet zijn. Met de officier van justitie ben ik van mening dat vandaag kan worden volstaan met een verlenging van één jaar. Het is duidelijk dat wanneer de voorwaardelijke beëindiging om de hoek komt kijken, hier minimaal één jaar sprake van moet zijn. Wanneer alles het komende jaar goed gaat en bij een volgende toetsing besloten wordt dat de zaak voor drie maanden zal worden aangehouden voor een maatregelenrapport, dan zal de zaak niet meer synchroon lopen met de dan spelende verlenging. Ik stel dan ook voor om in de beschikking aan te geven dat over 9 maanden de reclassering ingeschakeld dient te worden, zodat ten tijde van de volgende beoordeling we eventueel de beschikking hebben over een maatregelenrapport.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ben er voor om niets te overhaasten. Hierdoor wordt wellicht de druk verhoogd. Ik betwijfel of dit wenselijk is. Ik zou ook niet weten in welke vorm dit eventueel gerealiseerd zou moeten worden. Wat betreft dit laatste verzoek van de raadsman van de terbeschikkinggestelde refereer ik me aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er zijn legio rechtbanken die hier een mouw aan passen. Met alle voorbehouden van dien zou er een mogelijkheid moeten zijn om de reclassering tijdig in te schakelen.
De deskundige drs. S. van Bodegom heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik hoor het zo aan en wil benadrukken dat het van belang is dat we niet te hard op de zaken vooruit lopen. Ik wil de rechtbank er nogmaals op wijzen dat de weg van de geleidelijkheid hier zeer van belang is. Bij een toets na één jaar kan altijd bekeken worden of wellicht de reclassering ingeschakeld moet worden voor een eventuele voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal gelet op de positieve ontwikkeling die de terbeschikkinggestelde het afgelopen jaar heeft doorgemaakt, de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen, zodat over een jaar kan worden gekeken hoe het resocialisatietraject is verlopen.
De rechtbank acht het voorts van belang dat de kliniek – ervan uitgaande dat de door de kliniek geschetste positieve ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde zich ongewijzigd voortzet - in de loop van het komende jaar, voor zover de kliniek dit aan de orde acht, onderzoek laat verrichten door de reclassering naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging en daartoe vóór de volgende verlengingszitting een maatregelrapport zal laten opstellen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde]ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. P.A. Buijs en mr. B. Poelert, leden,
in tegenwoordigheid van N.J.M. van Rooij, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 januari 2015.
mr. B. Poelert is niet in de staat deze uitspraak mede ter ondertekenen.