ECLI:NL:RBOBR:2015:4506

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 juli 2015
Publicatiedatum
24 juli 2015
Zaaknummer
01/865018-15
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor ontuchtige handelingen met minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 juli 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 64-jarige verdachte, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De bewezenverklaring betreft handelingen die plaatsvonden tussen 15 februari 2014 en 9 augustus 2014, waarbij het slachtoffer, een meisje, op dat moment tussen de twaalf en zestien jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en andere ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een behandelverplichting en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de psychische gevolgen die de handelingen voor het slachtoffer hebben gehad. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van EUR 3.000,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het delict. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/865018-15
Datum uitspraak: 27 juli 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [1949] ,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juli 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 15 juni 2015.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 februari 2014 tot en met 9 augustus 2014 te Beek en Donk, gemeente Laarbeek, in elk geval in Nederland, (telkens) met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal,
- een of meer van zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of die [slachtoffer 1] gevingerd en/of
- met zijn, verdachtes, tong aan/over de vagina van die [slachtoffer 1] gelikt en/of die [slachtoffer 1] gebeft en/of
- zijn penis door die [slachtoffer 1] laten vasthouden en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
- de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 1] betast en/of
- getongzoend met die [slachtoffer 1] ;
EN/OF
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 februari 2014 tot en met 9 augustus 2014 te Beek en Donk, gemeente Laarbeek, in elk geval in Nederland, (telkens) met [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het meermalen, althans eenmaal,
- likken met zijn, verdachtes, tong aan de vagina van die [slachtoffer 1] en/of beffen van die [slachtoffer 1] en/of
- laten vasthouden van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 1] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
- betasten van de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- tongzoenen met die [slachtoffer 1] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewijs
De bronnen.
een dossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, zedenteam Eindhoven, met nummer 2014186152, afgesloten d.d. 7 maart 2015, aantal doorgenummerde bladzijden: 158. Dit dossier bevat een verzameling wettig opgemaakte processen-verbaal die in de onderhavige zaak in het kader van het opsporingsonderzoek zijn opgemaakt alsmede (eventueel) andere bescheiden;
een proces-verbaal van verhoor van verdachte in het kader van de inbewaringstelling bij de rechter-commissaris d.d. 29 januari 2015.
Inleiding.
Verdachte wordt verweten dat hij op meerdere momenten ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt (eerste cumulatief/alternatief) dan wel dat hij op meerdere momenten ontuchtige handelingen heeft gepleegd met voornoemde aangeefster (tweede cumulatief/alternatief).
Het standpunt van de officier van justitie.
Bewezenverklaring van het onder het eerste cumulatief/alternatief en tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging.
Referte ten aanzien van de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank acht het onder het eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde, alsmede het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde bewezen zoals na te melden, op grond van de navolgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde.
  • verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] (bron I, p. 46, 48, 50);
  • een akte van geboorte van [slachtoffer 1] (bron I, p. 88);
  • bekennende verklaringen van verdachte bij de politie (bron I, p. 114, 120), rechter-commissaris (bron II) en ter terechtzitting van 13 juli 2015.
Ten aanzien van het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde.
  • verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] (bron I, p. 46-50);
  • een akte van geboorte van [slachtoffer 1] (bron I, p. 88);
  • bekennende verklaringen van verdachte bij de politie (bron I, p. 114-120), rechter-commissaris (bron II) en ter terechtzitting van 13 juli 2015.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven genoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
op tijdstippen in de periode van 15 februari 2014 tot en met 9 augustus 2014 te Beek en Donk, gemeente Laarbeek, telkens met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte meermalen,
- een of meer van zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en gehouden en die [slachtoffer 1] gevingerd.
EN
op tijdstippen in de periode van 15 februari 2014 tot en met 9 augustus 2014 te Beek en Donk, gemeente Laarbeek, telkens met [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het meermalen,
- likken met zijn, verdachtes, tong aan de vagina van die [slachtoffer 1] en beffen van die [slachtoffer 1] en
- laten vasthouden van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 1] en zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en
- betasten van de borsten en de vagina van die [slachtoffer 1] en
- tongzoenen met die [slachtoffer 1] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
  • een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
  • oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport alsmede een contactverbod met aangeefster [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de verdediging.
- een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf gecombineerd met een hoge taakstraf.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende ten nadele van verdachte in aanmerking genomen.
Verdachte, die destijds 64 jaar oud was, heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van verregaande seksuele handelingen met een minderjarig meisje dat toen 15 jaar oud was. De wetgever heeft er voor gekozen seksuele handelingen met minderjarigen strafbaar te stellen ter bescherming van jeugdigen, omdat zij de gevolgen van dergelijke handelingen vaak niet goed kunnen overzien. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van feiten zoals verdachte die heeft gepleegd, op termijn de psychische gevolgen daarvan kunnen ondervinden. Dat dit in het onderhavige geval ook is gebeurd, blijkt uit de toelichting op de vordering van de benadeelde partij alsmede de schriftelijke slachtofferverklaring. Daaruit volgt dat voor aangeefster de seksuele handelingen en de psychische gevolgen achteraf zeer ingrijpend zijn geweest.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare persoonlijkheid van aangeefster. Verdachte was volledig op de hoogte van alle zwakheden van aangeefster. Verdachte heeft zich opgeworpen als vertrouwenspersoon en steunpilaar voor aangeefster en werd door haar en haar moeder ook zo gezien. Door zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen dat een minderjarige in volwassenen moet kunnen stellen, ernstig beschaamd en ook de moeder leed aangedaan. Het gedrag van verdachte veroorzaakt bovendien gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij. Verdachte ziet het verkeerde van zijn handelen maar zeer beperkt in en legt een groot deel van de verantwoordelijkheid bij het slachtoffer.
Op 6 april 2015 heeft psycholoog drs. P.C. Braun een psychologisch rapport omtrent verdachte opgemaakt. De deskundige heeft geen stoornis kunnen diagnosticeren die van invloed zou kunnen zijn op de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte. Daarmee acht de deskundige verdachte volledig toerekeningsvatbaar.
De rechtbank neemt bovenstaand advies ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid over.
In het reclasseringsadvies van [reclasseringsmedewerker] d.d. 23 april 2015 wordt geadviseerd om bij een eventuele op te leggen voorwaardelijke gevangenisstraf enkele bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding een vrijheidsbeneming van lange duur op zijn plaats. De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf.
Ter voorkoming van het plegen van nieuwe strafbare feiten en in het kader van het verlenen van hulp aan de verdachte, zal de rechtbank een gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
De rechtbank zal een zwaardere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, omdat de rechtbank van oordeel is dat de gevorderde straf de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking brengt.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de officier van justitie.
- Integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
Het standpunt van de verdediging.
- Referte ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
Het oordeel van de rechtbank.De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2014 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 245, 247 Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:

ten aanzien van eerste cumulatief/alternatief:met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd ten aanzien van tweede cumulatief/alternatief: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Legt op de volgende straf en maatregel.
ten aanzien van eerste cumulatief/alternatief, tweede cumulatief/alternatief:
- een
gevangenisstrafvoor de duur
van 18 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht,
waarvan 6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.
Stelt als
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
  • zich zal melden bij Reclassering Nederland, regio 's-Hertogenbosch (Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, telefoonnummer 073-6408080) en zich daarna gedurende de proeftijd zal blijven melden zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
  • zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering;
  • zich zal laten behandelen bij GGz Helmond of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
  • gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren te [geboorteplaats 2] op [1998] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
waarbij de Reclassering Nederland, Regio's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
ten aanzien van eerste cumulatief/alternatief, tweede cumulatief/alternatief:
- een
maatregel van schadevergoeding van EUR 3.000,00subsidiair 40 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 3.000,- (zegge: drieduizend euro ), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 40 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een immateriële schadevergoeding. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , van een bedrag van EUR 3.000,- (zegge: drieduizend euro). Het bedrag bestaat uit een immateriële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.A. van Gameren, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. C.P.C. Kuijs, leden,
in tegenwoordigheid van Ş. Altun, griffier,
en is uitgesproken op 27 juli 2015.
mr. C.P.C. Kuijs is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.