Op 16 juli 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 januari 2015 te Veldhoven 16 patronen kaliber 9 mm voorhanden had. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor strafzaken, na een onderzoek ter terechtzitting op 2 juli 2015. De verdachte werd aangeklaagd op basis van een dagvaarding van 5 juni 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, en sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden.
De rechtbank oordeelde dat het voorhanden hebben van munitie een ernstig feit is, dat het risico op levensbedreigende geweldsdelicten verhoogt. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de oriëntatiepunten die binnen de magistratuur zijn ontwikkeld. De officier van justitie had een gevangenisstraf van een week geëist, maar de rechtbank legde een geldboete op van € 290,-- subsidiair vijf dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. De rechtbank motiveerde deze beslissing door te stellen dat een lichtere straf recht zou doen aan de ernst van het bewezen verklaarde, maar dat de opgelegde straf voldoende was om de ernst van het feit tot uitdrukking te brengen.