ECLI:NL:RBOBR:2015:4034

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 juli 2015
Publicatiedatum
15 juli 2015
Zaaknummer
01/865012-15
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit van zware vuurwapens en munitie

Op 16 juli 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 januari 2015 in Veldhoven een groot aantal vuurwapens en munitie in zijn bezit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op dat moment in een personenauto zat, samen met een bijrijder werd achtervolgd door de politie. Tijdens de achtervolging heeft de verdachte geprobeerd te ontsnappen, maar hij viel en werd aangehouden. In de auto van de verdachte werd een tas aangetroffen met daarin verschillende vuurwapens, waaronder een ingekort enkelloops hagelgeweer, een gas-alarmpistool, een semi-automatisch pistool en een machinepistool, evenals een aanzienlijke hoeveelheid munitie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden, waarbij de ernst van de feiten en de maatschappelijke onrust die deze veroorzaken zwaar heeft meegewogen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van medeplegen, omdat er onvoldoende bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking met anderen. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden van de zaak en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/865012-15
Datum uitspraak: 16 juli 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres 1],
thans gedetineerd in de P.I. HvB Grave (Unit A + B) in Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 april 2015 en 2 juli 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 maart 2015.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 17 april 2015 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 januari 2015 te Veldhoven
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
- 16 patronen, kaliber 9 mm (in een woning gelegen aan de [adres 2])
en/of
- een ingekort enkelloops semi-automatisch hagelgeweer, merk Hatsan, model Escort Magnum, kaliber 12 en/of
- een semi-automatisch single-action centraalvuur gas/alarmpistool, merk Zoraki, model M2906, kaliber 9 mm en/of
- een semi-automatisch double-action centraalvuur pistool, merk CZ, model 83, kaliber 9 mm Makarov en/of
- een dubbelloops centraalvuur pistool, merk Verney Carron, model Flash Ball, kaliber 44 mm en/of
- een machinepistool, merk IMI, model Mini UZI, kaliber 9 mm en/of
- een machinepistool, merk CZ, model VZ61 Skorpion, kaliber 7,65 mm en/of
- 19 centraalvuur hagelpatronen, kaliber 12 en/of
- 4 centraalvuur patronen, kaliber 44 mm en/of - 59 centraalvuur kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19 mm) en/of
- 5 centraalvuur patronen voorzien van een rubber projectiel, kaliber 9 mm en/of
- 25 centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 7,65 mm en/of
- 10 centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 9x18 mm Makarov en/of
- 27 centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19 mm)
in elk geval (vuur)wapens en/of munitie in de zin van categorie II en/of III van de Wet Wapens en Munitie van categorie voorhanden heeft gehad;
(art. 26 lid 1 WWM)
2.
hij op of omstreeks 13 januari 2015 te Veldhoven,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een wapen van categorie I onder 3, te weten een geluiddemper voor een vuurwapen, voorhanden heeft gehad;
(art. 13 lid 1 Wet wapens en munitie)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide feiten wettig en overtuigend bewezen zijn
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat vrijspraak dient te volgen.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank acht de beide feiten wettig en overtuigend bewezen op grond van de volgende bewijsmiddelen.
Het relaas van
verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]d.d. 13 januari 2015 (p. 138 tot en met 141 van het einddossier van de politie).
Op 13 januari 2015 te 03.07 uur reden wij op de Parklaan te Veldhoven. Wij zagen op dat moment op een afstand van ongeveer tachtig meter van ons vandaan een donkerkleurige
personenauto rijden. Wij zagen de achterzijde van de genoemde personenauto en zagen
dat deze bij het doodlopende gedeelte keerde en in onze richting reed. Wij zagen dat de bestuurder van de hiervoor genoemde personenauto op een onstuimige wijze reed. Wij zagen dat de hiervoor genoemde personenauto in onze richting reed en voorzien was van kenteken [kenteken]. Wij zagen dat de bestuurder van de hiervoor genoemde personenauto ons dienstvoertuig trachtte te ontwijken en zagen dat de bestuurder van de voornoemde personenauto abrupt, vanuit onze positie gezien, naar links stuurde. Wij zagen dat hij daarbij flink gas gaf en zagen dat de bestuurder de genoemde personenauto daarop ook abrupt tot stilstand bracht. Wij zagen dat het portier voor, aan de bijrijderszijde, plots open gegooid werd en wij zagen dat de bijrijder direct uitstapte en onmiddellijk zeer hard wegrende. Onderwijl reed ik, verbalisant [verbalisant 1], ons dienstvoertuig naar de voornoemde personenauto toe en bracht deze onmiddellijk naast de voornoemde personenauto tot stilstand. Wij zagen onderwijl dat de bestuurder van de voornoemde personenauto zich druk achter het stuur bewoog. Wij zagen dat de bijrijder van de voornoemde personenauto met zeer hoge snelheid over de Parklaan wegrende. Wij zagen dat de bestuurder van de voornoemde personenauto over het middenconsole was heen geklommen en via het rechter voorportier uit de personenauto geklommen was. Wij zagen dat de bestuurder dit ogenschijnlijk deed om zo min mogelijk in ons zicht te komen en daarmee te voorkomen dat wij zijn gezicht konden zien. Wij zagen dat de bestuurder daarop met hoge snelheid dezelfde richting in vluchtte als de bijrijder van de genoemde personenauto. Hierop zijn wij onmiddellijk uit ons dienstvoertuig gestapt en hebben wij de achtervolging op de twee verdachten ingezet. Ik, verbalisant [verbalisant 1], liep bij deze achtervolging op de voornoemde bestuurder in en zag dat toen ik de verdachte op ongeveer twee meter genaderd was dat deze struikelde en ten val kwam. Ik zag dat de verdachte nadat hij op de grond terecht gekomen was, direct zijn rechterhand in zijn rechterjaszak stak en daaruit een mobiele telefoon van het merk Blackberrie haalde. Ik zag dat de verdachte direct met zijn rechterhand trachtte de telefoon uit te zetten door de batterij uit de mobiele telefoon te halen. Ik zag dat op de achterbank van de hiervoor genoemde personenauto een donkerbruine tas lag welke voorzien was van de opdruk “Fuel for life”. Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 1], de rits van de voornoemde tas geopend en zag ik dat in deze tas een Scorpion pistoolmitrailleur, een shotgun, een pistool, diverse gevulde patroonhouders voor het voornoemde pistoolmitrailleur en verschillende centraalvuurpatronen zaten. De bestuurder bleek verdachte [verdachte] te zijn.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 3]d.d. 20 januari 2015 (p. 9 tot en met 18 van het proces-verbaal forensische opsporing).
Naar aanleiding van het aantreffen op 13 januari 2015 van een zwarte tas in een auto in Veldhoven, met daarin meerdere vuurwapens heb ik de inhoud van die tas veiliggesteld. Ik heb die tas nader onderzocht. De tas had de opschriften “Diesel” en “Fuel for life”. In die tas zat een kussensloop, met daarin drie zwarte balaclava’s (bivakmutsen). Deze zijn inbeslaggenomen en gewaarmerkt als AAIB6751NL, AAIB6752NL en AAIB6753NL.
Het relaas van
verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4]d.d. 22 april 2015 (p. 1 tot en met 7 van het proces-verbaal forensische opsporing).
In de tas, met de opschriften “Diesel” en “Fuel for life”, werden onder andere bivakmutsen, wapens en munitie aangetroffen en veiliggesteld.
Op 16 april 2015 werd door het NFI een rapportage opgemaakt betreffende het
DNA-onderzoek aan de bivakmutsen AAIB6751NL, AAIB6752NL en AAIB6753NL.
Bij de resultaten, interpretatie en conclusies zijn de DNA-profielen van [verdachte],
geboren op [geboortedatum], [medeverdachte], geboren op [geboortedatum 2] en de onbekende man A betrokken.
In de bemonstering AAIB6751NL#0l werd het DNA-profiel van de onbekende man A
aangetroffen, met DNA-nevenkenmerken van [verdachte] en minimaal nog één onbekend
persoon.
In de bemonstering AAIB6752N1#01 werd een DNA-mengprofiel van minimaal drie
personen aangetroffen waaronder dat van de onbekende man A en minimaal twee
andere personen. De matchkans is niet berekend.
In de bemonstering van AAIB6753NL#01 werd het DNA-profiel aangetroffen van [verdachte]
.
De vier veiliggestelde hagelpatronen AAGY0869NL, AAGY0855NL, AAGY0853NL en AAGY0852NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
De vijftien veiliggestelde hagelpatronen AAIB6781NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
De vier rubberen balpatronen AAGR4882NL, AAGY0885NL, AAIB6770NL en AAIB6771NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
De tien patronen 9x19 mm, kaliber 9 mm Luger AAIB6764NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie en is
zogenaamde subsonische munitie, speciaal bedoeld voor het gebruik in vuurwapens die
voorzien zijn van een geluiddemper.
De negenenveertig patronen 9x19 mm, kaliber 9 mm Luger, AAIB6765NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Het hagelgeweer (Escort Magnum) AAIB6755NL is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 3 van de Wet Wapens en Munitie.
Het gas-alarmpistool (Zoraki) AAIB6757NL is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het pistool (Makarov) AAIB6779NL is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 2 van de Wet Wapens en Munitie.
Het pistool (Verney Carron) AAIB6777NL is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Het machinepistool (mini Uzi) AAIB6760NL is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet Wapens en Munitie.
De geluiddemper (rechtbank: feit 2) AAIB6758NL is een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie.
Het machinepistool (Skorpion) AAIB6786NL is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 3 van de Wet Wapens en Munitie.
De vijf patronen AAGB6289NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel
2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
De twintig patronen AAG36290NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op
artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie en is geschikt om te
worden verschoten met het machinepistool AAIB6786NL.
De vijf patronen AAGB6291NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op
artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie en is geschikt om te
worden verschoten met het machinepistool AAIB6786NL.
De tien patronen AAGB6292NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op
artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie en is geschikt om te
worden verschoten met het pistool AAIB6779NL
.
De zevenentwintig patronen AAGB6293NL is munitie in de zin van artikel 1 onder 4,
gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie en is geschikt
om te worden verschoten met het machinepistool AAIB676ONL.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 6 februari 2015 (p. 114 tot en met 116 van proces-verbaal forensische opsporing).
De 4 hagelpatronen AAGY0869NL, AAGY0855NL, AAGY0853NL en AAGY0852NL zijn centraalvuur hagelpatronen, kaliber 12.
De 15 hagelpatronen AAIB6781NL zijn centraalvuur hagelpatronen, kaliber 12.
De 4 hagelpatronen AAGR4882NL, AAGY0885NL, AAIB6770NL EN AAIB6771NL zijn centraalvuur patronen, kaliber 44 mm.
De 10 patronen AAIB6764NL zijn centraalvuur kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19 mm).
De 49 patronen AAIB6765NL zijn centraalvuur kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19 mm).
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 23 maart 2015 (p. 133 en 134 van proces-verbaal forensische opsporing).
Het ingekort enkelloops semi-automatisch hagelgeweer, merk Hatsan, model Escort Magnum, AAIB6755NL, is van kaliber 12.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 24 maart 2015 (p. 142 en 143 van proces-verbaal forensische opsporing).
Het gas-alarmpistool AAIB6757NL is een semi-automatisch single-action centraalvuur gas/alarmpistool, merk Zoraki, model M2906, kaliber 9 mm.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 24 maart 2015 (p. 149 en 150 van proces-verbaal forensische opsporing).
Het pistool AAIB6779NL is een semi-automatisch double-action centraalvuur pistool, merk CZ, model 83, kaliber 9 mm, Makarov.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 24 maart 2015 (p. 156 en 157 van proces-verbaal forensische opsporing).
Het pistool AAIB6777NL is een dubbelloops centraalvuur pistool, merk Verney Carron, model Flash Ball, kaliber 44 mm.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 25 maart 2015 (p. 164 en 165 van proces-verbaal forensische opsporing).
Het machinepistool AAIB6760NL is een machinepistool van het merk IMI, model Mini UZI, kaliber 9 mm.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 25 maart 2015 (p. 174 en 175 van proces-verbaal forensische opsporing).
Het machinepistool AAIB6786NL is een machinepistool, merk CZ, model VZ61 Skorpion, kaliber 7,56 mm.
Het relaas van
verbalisant [verbalisant 5]d.d. 27 maart 2015 (p. 184 tot en met 186 van proces-verbaal forensische opsporing).
De 5 patronen AAGB6289NL zijn centraalvuur patronen, voorzien van een rubber projectiel, kaliber 9 mm.
De 20 kogelpatronen AAGB6290NL zijn centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 7,65 mm.
De 5 kogelpatronen AAGB6290NL zijn centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 7,65 mm.
De 10 kogelpatronen AAGB6292NL zijn centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 9x18 mm Makarov.
De 27 kogelpatronen AAGB6293NL zijn centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19mm).
Een rapport van dr.
S. van Soestvan het NFI met nummer 2015.02.03.045 d.d. 16 april 2015 (p. 84 tot en met 86 van proces-verbaal forensische opsporing).
AAIB6751NL bevat een DNA-profiel van een onbekende man en DNA-nevenkenmerken van [verdachte] en minimaal één onbekende persoon. AAIB6752NL bevat DNA-mengprofielen van minimaal drie personen. De matchkans is niet berekend. AAIB6753NL bevat een DNA-profiel van [verdachte] met een matchkans kleiner van 1 op 1 miljard.
De verklaring van
verdachteter terechtzitting van 2 juli 2015 (proces-verbaal terechtzitting 2 juli 2015).
Op 13 januari 2015, te omstreeks 03.00 uur, bevond ik me als bestuurder in mijn personenauto, gekentekend [kenteken], op de Parklaan in Veldhoven. Op de passagiersstoel van mijn auto zat ook persoon. Er kwam toen een politieauto aangereden, waarna mijn bijrijder wegrende. Even later ben ik ook weggerend. Ik heb de auto daartoe aan de bijrijderszijde verlaten. In mijn auto bevond zich een tas met daarin onder meer een hoeveelheid wapens en munitie.
De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op voornoemde bewijsmiddelen, sprake is van een meer of mindere mate van bewustheid en beschikkingsbevoegdheid aan de zijde van verdachte ten aanzien van de aangetroffen wapens en munitie in zijn auto. De rechtbank betrekt daarbij met name het feit dat de tas met wapens en munitie is aangetroffen op de achterbank van de auto van verdachte, terwijl die auto door hem werd bestuurd, de verdachte omstandigheden rond de aanhouding van verdachte en het feit dat zijn DNA is aangetroffen op een tweetal bivakmutsen die zaten in een kussensloop in de tas waarin ook de wapens en munitie zich bevonden. Voor de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking ziet de rechtbank onvoldoende bewijs en zal zij verdachte vrijspreken.
Verdachte stelt niet te hebben geweten dat er wapens zaten in de tas die in zijn auto stond. Pas ter zitting van de rechtbank heeft verdachte hieromtrent en aangaande het aangetroffen DNA verklaard dat op de achterbank van zijn auto een op een bivakmuts gelijkende motormuts lag die hij gebruikte in het kader van het behalen van zijn motorrijbewijs en dat vóór de aanhouding door de politie de bijrijder – wiens naam hij niet wenst te noemen – in zijn auto is gestapt, op de achterbank heeft gerommeld met de bewuste tas, deze heeft geopend en kennelijk zijn motormuts in die tas heeft gestopt. Daardoor zou het DNA van verdachte op een andere bivakmuts in die tas terecht kunnen zijn gekomen, hetgeen de bevindingen van het NFI zouden kunnen verklaren.
De rechtbank stelt allereerst vast dat verdachte tijdens zijn verhoren bij de politie alleen heeft verklaard dat hij niet wist dat er wapens in zijn auto waren. Tijdens alle verhoren die hebben plaatsgehad vóór de zitting van de rechtbank heeft verdachte niets verklaard omtrent het feit dat spullen van hem in de tas op de achterbank terecht kunnen zijn gekomen. Ter zitting heeft verdachte zich bovendien op zijn zwijgrecht beroepen ten aanzien van essentiële onderdelen en vragen aangaande het door hem geschetste scenario en het daarmee niet verifieerbaar gemaakt. Verdachte blijft met name hardnekkig zwijgen over de identiteit van zijn bijrijder. De rechtbank acht de door verdachte aan het scenario ten grondslag gelegde feiten volstrekt onaannemelijk en schuift daarmee het scenario als ongeloofwaardig terzijde.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1. op 13 januari 2015 te Veldhoven - een ingekort enkelloops semi-automatisch hagelgeweer, merk Hatsan, model Escort Magnum, kaliber 12 en
- een semi-automatisch single-action centraalvuur gas/alarmpistool, merk Zoraki, model M2906, kaliber 9 mm en
- een semi-automatisch double-action centraalvuur pistool, merk CZ, model 83, kaliber 9 mm Makarov en
- een dubbelloops centraalvuur pistool, merk Verney Carron, model Flash Ball, kaliber 44 mm en
- een machinepistool, merk IMI, model Mini UZI, kaliber 9 mm en
- een machinepistool, merk CZ, model VZ61 Skorpion, kaliber 7,65 mm en
- 19 centraalvuur hagelpatronen, kaliber 12 en
- 4 centraalvuur patronen, kaliber 44 mm en
- 59 centraalvuur kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19 mm) en
- 5 centraalvuur patronen voorzien van een rubber projectiel, kaliber 9 mm en
- 25 centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 7,65 mm en
- 10 centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 9x18 mm Makarov en
- 27 centraalvuur volmantel kogelpatronen, kaliber 9 mm Luger (9x19 mm),
zijnde (vuur)wapens en/of munitie in de zin van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, voorhanden heeft gehad.
2. op 13 januari 2015 te Veldhoven een wapen van categorie I onder 3, te weten een geluiddemper voor een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie betrekt daarbij het feit dat onder verdachte onder bedenkelijke omstandigheden een zeer grote hoeveelheid (zware) wapens en munitie is aangetroffen, tezamen met bivakmutsen, handboeien, duct tape en (geprepareerde) kabelbinders.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft forse matiging bepleit.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een zeer grote hoeveelheid (zware) (vuur)wapens en bijbehorende munitie. Delicten als deze veroorzaken veel maatschappelijke onrust en leiden tot toename van gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers. Het ongecontroleerde bezit van dit soort en deze hoeveelheden (vuur)wapens en munitie verhoogt het risico op levensbedreigende geweldsdelicten. Dit blijkt onder meer al uit de talrijke liquidaties die zich in de afgelopen periode in Nederland hebben voorgedaan en waarbij zware vuurwapens zijn gebruikt. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van dit soort (vuur)wapens en munitie.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee zijn nog jonge leeftijd en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming van langere duur op zijn plaats.
De rechtbank zal wel een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank heeft daarbij met name gelet op genoemde oriëntatiepunten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 27, 57.
Wet wapens en munitie art. 13, 26, 55.

DE UITSPRAAK

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
t.a.v. feit 1: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd.
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd.
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. t.a.v. feit 2: Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.

t.a.v. feit 1, feit 2:een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27

Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. B.A.J. Zijlstra en mr. M.M.J. Nuijten, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken op 16 juli 2015.
Mr. Nuijten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.