ECLI:NL:RBOBR:2015:3875
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring van bedreiging, vernieling en verboden wapenbezit na schietincident in Esch
Op 7 juli 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging, vernieling en verboden wapenbezit. De zaak was aanhangig gemaakt na een schietincident op 14 september 2014 in Esch, gemeente Haaren, waarbij de verdachte met een vuurwapen op een auto schoot. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij opzettelijk de intentie had om [slachtoffer 1] van het leven te beroven, en sprak hem daarom vrij van deze beschuldiging. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte [slachtoffer 1] heeft bedreigd en dat hij opzettelijk en wederrechtelijk een auto, toebehorende aan [slachtoffer 1], heeft vernield. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte vuurwapens van categorie III voorhanden had.
De rechtbank legde een taakstraf op van 160 uren, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter hoogte van 1750 euro. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van het feit waarop deze vordering betrekking had, werd vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ernstige feiten die veel maatschappelijke onrust veroorzaken, en dat er streng opgetreden moest worden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens.