ECLI:NL:RBOBR:2015:3871
Rechtbank Oost-Brabant
Poging tot zware mishandeling door het gooien van water met een glas
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 7 juli 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer door met een glas in het gezicht te slaan. De feiten vonden plaats op 10 januari 2015 in Eindhoven, waar de verdachte op een drukke dansvloer water in het gezicht van het slachtoffer gooide met een glas. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 10 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat er geen opzet was op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde, maar achtte de subsidiaire tenlastelegging van mishandeling wel bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte door haar handelen de aanmerkelijke kans had aanvaard dat zij het slachtoffer zou raken, wat resulteerde in snijwonden in het gezicht van het slachtoffer. De rechtbank legde een taakstraf op van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer van € 5.321,54, inclusief wettelijke rente.