Uitspraak
De bewijsmiddelen.
[getuige 1], wonende [adres 2] 1 te Rosmalen, van kort na het gebeurde houdt onder meer in [8] :
printhistorische gegevenswerden bevraagd van het opgegeven nummer van [verdachte], namelijk [telefoonnummer 1] [22] :
Rechtbank Oost-Brabant
Op 3 juli 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met mededaders het slachtoffer in zijn woning heeft overvallen. De overval vond plaats op 16 december 2014 te Rosmalen, waarbij het slachtoffer, [slachtoffer 1], in zijn slaap werd verrast. Onder bedreiging van een vuurwapen en met gebruik van een scherp voorwerp werd hij meermalen geslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan medeplegen van poging tot zware mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet zelf heeft geslagen, maar wel een actieve rol heeft gespeeld door het slachtoffer onder schot te houden met een vuurwapen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 2.973,05 aan het slachtoffer toegewezen, bestaande uit immateriële en materiële schade. De rechtbank heeft de voorbedachte raad niet bewezen verklaard, wat leidde tot een lichtere straf dan door de officier van justitie was geëist. De zaak benadrukt de ernst van geweldsmisdrijven en de impact daarvan op slachtoffers en hun omgeving.