ECLI:NL:RBOBR:2015:372

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 januari 2015
Publicatiedatum
26 januari 2015
Zaaknummer
01/035067-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met ernstige gedragsproblemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 januari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 6 november 2001. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 24 januari 2014. De officier van justitie heeft op 2 december 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, wat behandeld werd tijdens een openbare zitting op 13 januari 2015. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, de officier van justitie en deskundigen gehoord, en het dossier bevatte onder andere adviezen van de inrichting waar de terbeschikkinggestelde verblijft.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege ernstige delicten, waaronder bedreiging met verkrachting en poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde een hoge mate van externe controle nodig heeft om terugval in ongewenst gedrag te voorkomen. Ondanks de wens van de terbeschikkinggestelde om te blijven in de huidige inrichting, is er geen indicatie dat het delictgevaar binnen een jaar voldoende verminderd kan worden om de terbeschikkingstelling te beëindigen.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen toegewezen, en is niet ingegaan op het verzoek van de verdediging om de verlenging met slechts één jaar te beperken. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar eist, gezien de problematiek van de terbeschikkinggestelde en zijn recente terugval.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/035067-01
Uitspraakdatum: 27 januari 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1969],
verblijvende in [instelling].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 november 2001 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 24 januari 2014, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 2 december 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 januari 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 30 oktober 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast terzake van “Bedreiging met verkrachting” en “Poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid”, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene is een fors beperkte man die een zeer hoge mate van externe structuur en controle nodig heeft om terugval in ongewenst dan wel delict gerelateerd gedrag te voorkomen. In het afgelopen jaar is het noodzakelijk gebleken om hem terug te plaatsen naar de kliniek, wat aangeeft dat er nog geen indicatie is om het toezicht en de begeleiding vanuit de kliniek af te bouwen. Er wordt een terugkeer naar [instelling] voorbereid, maar er zal zorgvuldig getoetst moeten worden hoe patiënt daar functioneert met het aangescherpte risicomanagement. Verlenging van de tbs is aangewezen om dit op verantwoorde wijze te kunnen doen. Gezien de problematiek van betrokkene en de tijd die het vergt om tot een goede inbedding en een goed functioneren te komen, is het niet realistisch om te verwachten
dat het delictgevaar na één jaar dermate verminderd is dat de tbs met dwangverpleging beëindigd kan worden. Ons advies is dan ook om de tbs met dwangverpleging met twee jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik verblijf sinds november 2014 weer in [instelling]. Ik wil daar graag blijven en behandeld worden. Ik ben overgeplaatst omdat ik een terugval heb gehad. Ik begrijp die beslissing. Ik gebruik momenteel medicatie om mijn seksuele lusten te beteugelen.
De deskundige E.F. Ekkelkamp, optredend namens [kliniek], heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gevaarrisico bij betrokkene is groot en een voorwaardelijke beëindiging is thans nog zeker niet aan de orde. Na zijn terugplaatsing in [instelling] heeft betrokkene het een aantal weken moeilijk gehad. Daarna ging het beter. Het lukt betrokkene niet om openheid van zaken te geven. Dat is geen kwestie van niet willen, maar van niet kunnen. Indien de structuur rondom betrokkene wegvalt dan leidt dat onmiddellijk tot ongewenst gedrag. Betrokkene wordt nauwgezet gevolgd in [instelling]. Hij wil meer zelfstandigheid dan hij aankan. Betrokkene moet binnen nu en drie maanden worden overgeheveld naar een andere kliniek omdat [kliniek] niet langer dit soort patiënten behandelt. Betrokkene blijft wel gewoon in [instelling]. Het is dus een zogenaamde administratieve overplaatsing. Er komt wel een ander behandelteam en zelf zal ik geen bemoeienis met betrokkene meer hebben. Betrokkene heeft zijn behandelplafond inmiddels wel bereikt. Begeleid wonen is te hoog gegrepen voor betrokkene. Op zich behoort een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging op enig moment wel tot de mogelijkheden, maar zeker niet in de huidige situatie. Een verlenging van de tbs met één jaar is niet realistisch. Er moet over een langere periode dan één jaar worden bekeken hoe een en ander verloopt.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering tot verlenging van de tbs met de duur van twee jaar. Betrokkene moet leren leven met de beperkingen die hij heeft.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is duidelijk dat het in de afgelopen periode niet goed is gegaan met mijn cliënt. Hij heeft ongeoorloofde spullen en gedachten gehad en is om die reden teruggeplaatst. Mijn cliënt snapt dat een voorwaardelijke beëindiging thans niet aan de orde is. Hij wil wel graag een verlenging van de tbs met één jaar in plaats van met twee jaar. Door de overplaatsing naar een andere kliniek zal er immers vertraging in de te zetten stappen ontstaan en deze vertraging is niet aan cliënt te wijten. Het is in het belang van cliënt dat die te zetten stappen over een jaar door de rechtbank worden getoetst.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en wel voor de duur van twee jaar.
De rechtbank gaat daarmee voorbij aan het verzoek van de verdediging om de tbs met één jaar te verlengen. Het is, gelet op de geschetste problematiek van betrokkene en zijn terugval, niet realistisch te verwachten dat er binnen één jaar na heden tot een goede inbedding en een goed functioneren van betrokkene kan worden gekomen op grond waarvan het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau kan worden teruggebracht.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.J. Bokhorst, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. M.G.P.A. Burghoorn, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 januari 2015.