Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel, verweerder
[persoon 1], te [woonplaats], gemachtigde: mr. J. van Groningen.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak gaat het om een verzoek tot intrekking van een in 2003 opgelegde last onder dwangsom. De rechtbank heeft vastgesteld dat de persoon aan wie de last was gericht inmiddels is overleden en dat eiseres, de echtgenote van deze persoon, geen dwangsommen heeft verbeurd omdat de last niet op haar was gericht. Eiseres had daarom geen procesbelang bij de inhoudelijke behandeling van het bezwaarschrift. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en het bezwaarschrift van eiseres niet-ontvankelijk.
De rechtbank heeft op 8 juni 2015 uitspraak gedaan na een zitting waar eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel. De rechtbank oordeelt dat de last onder dwangsom uitsluitend gericht was aan de overleden echtgenoot van eiseres, en dat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Dit betekent dat zij geen verzoek om intrekking van de last kan indienen.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van 13 januari 2015, waarin het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond was verklaard. De rechtbank draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 167,00 aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.