Uitspraak
Dodelijk schietincident.
Getuigen plaats delict.
Onderzoek PD [adres 5] Eindhoven.
Onderzoek PD [adres 9] Eindhoven.
Verband [adres 5] – [adres 9].
- 8 hulzen met kaliber 9mm parabellum (1 op [adres 5] en 7 op [adres 9]);
- 14 hulzen met kaliber 7.65mm Browning (8 op [adres 5] en 6 op [adres 9]).
- het waarschijnlijker is dat de hulzen van kaliber 9mm zijn verschoten met één vuurwapen dan met twee of meer vuurwapens. Waarschijnlijk betreft het vuurwapen een automatisch machinepistool of een afgeleide daarvan;
- het zeer veel waarschijnlijker is dat de hulzen van kaliber 7.65mm zijn verschoten met één wapen dan met twee of meer vuurwapens. Vermoedelijk betreft het vuurwapen een semi-automatisch pistool Sauer & Sohn, model 1913;
- het waarschijnlijker is dat de 3 kogelpunten uit het lichaam van [slachtoffer] en de twee kogelpunten en het projectiel (manteldeel) van de [adres 5] zijn verschoten uit dezelfde loop dan uit twee of meer lopen van hetzelfde kaliber.
Bezigheden [slachtoffer] op 27 februari 2014.
Telefonische contacten op 27 februari 2014.
[verdachte]p. 2479 e.v. ([nummer 1] en [nummer 2]);
[medeverdachte 2]p. 2821 e.v. ([nummer 3] en [nummer 4]);
[medeverdachte 1]p. 2770 e.v. ([nummer 5] en [nummer 6]);
[medeverdachte 3]p. 2479 e.v. ([nummer 7]
,[nummer 8] en [nummer 9]), proces-verbaal bevindingen verkoopgegevens telefoon- en imeinummers p. 997 e.v. en het proces-verbaal bevindingen m.b.t. contacten van telefoonnummer [nummer 1], p. 973-975):
sbij [verdachte] in gebruik van 23 januari 2014
tot 27 februari 2014 te 21:18 uur.
27 februari 2014 tussen 16:35 uur en 22:04 uur. In die 5,5 uur heeft dit telefoonnummer contacten met [verdachte] ([nummer 1]), [medeverdachte 3] ([nummer 7]) en [medeverdachte 1] ([nummer 5]). Het toestel met dit nummer is door [medeverdachte 2]
gekocht op 27 februari 2014om 14:28 uur bij de [winkel] te Eindhoven.
27 februari 2014 tussen 16:44 uur en 21:35 uur.In die vijf uur heeft dit toestel contacten met [verdachte] ([nummer 1]), [medeverdachte 3] ([nummer 7]) en [medeverdachte 2] ([nummer 3]). Het toestel met dit nummer is door [medeverdachte 1]
gekocht op 27 februari 2014om 14:25 uur bij dezelfde [winkel];
27 februari 2014 te 22:04 uur.In die periode heeft dit telefoonnummer contacten met [verdachte] ([nummer 1]), [medeverdachte 4] ([nummer 10]), [medeverdachte 2] ([nummer 3]) en [medeverdachte 1] ([nummer 5]) en [medeverdachte 1] ([nummer 11]);
:in gebruik bij [medeverdachte 3] tussen 14 januari 2014 en 14 maart 2014, gebruikt in drie GSM’s;
Telefonische contacten na 27 februari 2014.
[verdachte]p. 2251 e.v. ([nummer 2]), p. 2259 e.v. ([nummer 14]), p. 2323 e.v. ([nummer 15]) en p. 2479 e.v. ([nummer 1] en [nummer 2]);
[medeverdachte 3]p. 2486 e.v. ([nummer 16] en [nummer 17]), p. 2598 e.v. ([nummer 18]) en p. 2707 e.v. ([nummer 19]);
[medeverdachte 2]p. 2806 e.v. ([nummer 20]):
28 februari 2014om 01:26 uur zoekt [medeverdachte 1] ([nummer 6]) contact met [medeverdachte 3] ([nummer 8]).
1 maart 2014zijn er vele sms-contacten tussen [verdachte] ([nummer 15]) en [medeverdachte 3] ([nummer 16]), tussen [medeverdachte 2] (vanuit Turkije met [nummer 4]) en [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 8], gesprekken en sms).
2 maart 2014zijn er weer sms-contacten tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 2] ([nummer 4]) en tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]). Ook [verdachte] ([nummer 15]) en [medeverdachte 3] ([nummer 16]) sturen elkaar sms-berichten.
3 maart 2014zijn er weer sms-contacten tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]). Ook heeft [medeverdachte 3] ([nummer 16]) sms-contact met [verdachte] ([nummer 15]). Om 12:07 uur vraagt [medeverdachte 3] ([nummer 16]) aan [verdachte] ([nummer 15]): “Hoe is verhoor gegaan”. [verdachte] antwoordt: “Moet nu andere tel afgeveb.” [medeverdachte 3] sms’t: “Deze tel toch niet”. [verdachte]: “Nee deze niet”.
4 maart 2014om 01:59 uur, 03:10 uur en 05:04 uur zijn er sms-contacten tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]). Om 08:42 uur bericht [medeverdachte 3] ([nummer 17]) aan [verdachte] ([nummer 15]): “Ok regel wel alsjeblieft hun worden er echt niet vrolijk van.”
5 maart 2014om 09:20 uur bericht [medeverdachte 3] ([nummer 17]) aan [verdachte] ([nummer 15]): “Ik heb geprobeerd hun rustig te houden maar hier heb je het zelf naar gemaakt Ik heb men best gedaan wat er nu Gaat gebeuren heb jij zelf veroorzaakt.”
Ja afspraak was drie dagen later nu is zes dagen later die ene jongen is van kwaadheid terug uit Turkije gekomen” en om 20:58 uur: “Hun geloven jot wel maar hun
moeten hun geld hebbenwant toen dat ene moest gebeuren toen was het ook snel snel” [verdachte] ([nummer 15]) reageert dat ze het snapt, dat [medeverdachte 3] zo snel mogelijk naar hem toe moet gaan en moet zeggen dat zij vrijdag alles hebben. Om 21:08 uur bericht [medeverdachte 3] ([nummer 17]) aan [verdachte] ([nummer 15]): “
Die ene uit Turkije wil terug komen ja hij wil centen zien”. [verdachte] laat nogmaals weten dat ze er morgen heen gaat. Ze geeft het morgen in de middag af. Om 21:20 uur bericht [medeverdachte 3]: “Nee klopt ze wilden langs komen maar Ik krijg hun rustig als je alles naar die ene brengt net als vorige x weet je wat ik bedoel niet jou neef”. Om 21:26 uur bericht [verdachte] ([nummer 15]) aan [medeverdachte 3] ([nummer 17]): “Probeer die wie gek word uit te leggen da ik ook voor hun veiligheid niet eerder bem gekomen”. Om 21:43 uur bericht [medeverdachte 3] ([nummer 17]) aan [verdachte] ([nummer 15]) dat ze niks doen als ze morgen komt, dat ze [medeverdachte 3] niet moet laten vallen en dat ze niks aan haar neef moet geven maar alles aan die ene net als de eerste x. [medeverdachte 3] vraagt nog hoe laat het ongeveer wordt. Om 22:06 uur antwoordt [verdachte] ([nummer 15]) dat ze met etenstijd weg kan. Om 22:40 uur laat [medeverdachte 3] ([nummer 17]) aan haar weten dat ze naar het adres moet waar ze die eerste 5 heeft afgegooid. Na deze sms-berichten zijn er nog contacten tussen [medeverdachte 3] ([nummer 17]) en [verdachte] ([nummer 15]) en [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]).
6 maart 2014hebben [medeverdachte 3] ([nummer 17]) en [verdachte] ([nummer 15]) ’s nachts contact met elkaar. Om 15:18 uur laat [medeverdachte 3] ([nummer 17]), na contacten met [medeverdachte 1] ([nummer 6]), weten dat de plannen zijn gewijzigd en dat [verdachte] om 5 uur naar de Turk moet komen waar zij wel eens is geweest. Om 17:38 uur vraagt [medeverdachte 3] ([nummer 17]) hoe laat ze er is. [verdachte] ([nummer 15]) laat achtereenvolgens weten dat ze er over 10 minuten is, vervolgens over 2 minuten, nog een minuut en daarna dat het geregeld is. [medeverdachte 3] vraagt dan nog: “Alles?”
6 april 2014is er sms-contact tussen [medeverdachte 3] ([nummer 18]) en [verdachte] ([nummer 14]). [medeverdachte 3] vraagt “Had jij toevallig n datum ongeveer wat ik door kan geven aan tu.” [verdachte] vraagt waarom ze nu alweer beginnen. [medeverdachte 3] sms’t dat [verdachte] de vorige keer een maand heeft gezegd maar dat die tu hem sms’t of hij al meer weet. Hij vraagt aan [verdachte] wat hij kan zeggen. [verdachte] antwoordt: “Ja ok. Maar als ik zeg een maand. En das nog niet om. Dan waarom wringen hun zo. Heb vandaag gehoord da brief binnen is da ze het gaan uitkeren. Binnen nu en twee weken. Ik heb nog twee weken. Want alles is nu pas een maand geleden gebeurd. En da we maand zeiden heb ik net opgezocht en is twee weken geleden.”
12 april 2014wordt [verdachte] ([nummer 2]) gebeld door [persoon 9] die zegt dat er een brief van Dela is. [verdachte] zegt dat ze die brief zo wel komt ophalen.
15 april 2014hebben [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 2] ([nummer 4]) om 13:50 uur telefonisch contact met elkaar. Vervolgens zijn er tussen 13:52 en 13:57 uur meerdere contacten tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]). Ze spreken met elkaar af. [medeverdachte 1] appt dat zij het deze week moeten hebben. Daarna appt [medeverdachte 3] ([nummer 19]) om 13:59 uur aan [verdachte] ([nummer 2]): “Heb jij brief al opgehaald die maat van mij is weer aan t zeuren”. [verdachte] appt terug dat ze na school meteen langs rijdt. Om 14:02 appt ze aan [medeverdachte 3] “Brief ophalen”. Om 17:14 uur heeft [verdachte] telefonisch contact met [persoon 9] (adres [adres 1] te Geldrop; moeder van [slachtoffer]).
29 april 2014 tot en met 26 mei 2014zijn er veelvuldig contacten tussen [medeverdachte 1] ([nummer 6]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]). [medeverdachte 1] vraagt of er vorderingen zijn. [medeverdachte 1] zegt dat hij die andere op de hoogte gaat stellen, want hij heeft het gevoel dat [medeverdachte 3] hem wil naaien en dat kan hij beter niet doen. [medeverdachte 3] wil hem weer een brief laten zien (p. 4202). [medeverdachte 1] is boos. Hij hoeft geen brief te lezen en sms’t op 26 mei 2014 dat het volgende week dinsdag tijd is, anders zet hij maar een wiethok bij hem boven. Dit dreigement herhaalt hij op 27 mei 2014.
3 juni 2014is [medeverdachte 3] ([nummer 19]) in de stress, want het belastinggeld staat er pas volgende week op, zo laat hij [verdachte] ([nummer 2]) weten. [medeverdachte 3] ([nummer 19]) en [medeverdachte 2] ([nummer 20]) hebben hierop contact en later heeft [medeverdachte 3] ([nummer 19]) contact met het nummer ([nummer 21]). De gebruiker van dit nummer wil geen uitstel meer. [medeverdachte 3] belooft dat zijn oma morgen naar de bank gaat en hij dan alles heeft. Vervolgens is er een contact tussen [medeverdachte 2] ([nummer 20]) en [medeverdachte 3] ([nummer 19]) waarin [medeverdachte 3] vraagt of [medeverdachte 2] het gehoord heeft van [medeverdachte 1], want daar had hij een berichtje naar gestuurd. [medeverdachte 3] zegt dat hij morgen alles van oma krijgt. Uit dit bericht leidt de rechtbank af dat de gebruiker van het nummer ([nummer 21]) [medeverdachte 1] betreft.
4 juni 2014, omstreeks 11:00 uur heeft de oma van [medeverdachte 3], [getuige 5],
€ 6.250,-- gepind (p.1174). Zij heeft verklaard dat zij [medeverdachte 3] € 6.000,-- heeft geleend (p.1182 e.v.).
4 juni 2014omstreeks 12:45 uur belt [medeverdachte 3] ([nummer 19]) naar [medeverdachte 1] ([nummer 21]) of hij even langs komt. [medeverdachte 1] vraagt of hij dat ene heeft. Dat wordt bevestigd door [medeverdachte 3]. [medeverdachte 1] belt met [medeverdachte 2] en zegt dat hij naar die ene moet. Als [medeverdachte 2] binnen een half uur niets hoort, is er iets mis. [medeverdachte 3] zegt dan tegen [verdachte] dat [medeverdachte 1] nou hierheen komt en sms’t een kwartier later dat hij weg is. Daarop belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] en zegt dat hij alles heeft.
Zoekingen: pistool.
[medeverdachte 1]op 16 juni 2014 wordt in de woning aan de [adres 2] te Eindhoven een
pistoolvan het merk FN, model 1922, van kaliber 7.65 mm gevonden in een staande klok. (forensisch dossier, p. 3707 e.v., bijlage 12 en 19).
brief van DELAaangetroffen (p. 3640).
OVC.
[persoon 12]doet dat
Die praat niet
Nee dat geloof ik ook niet, want als hij praat, dan praat hij zijn eigen TBS en
Die praat niet
Dat denk ik ook niet, [medeverdachte 2] ook niet, die praten zijn eigen gewoon
als ze praten dan gaat het fout.
klopt ja we kennen nou nog niet opgepakt hè.
Nee dan waren ze vannacht geweest.
maar dat betekent dus wel dat daar een dealer is en en dat die .....
Nee maar daar moet je een verhaal van maken.
Maar, ik denk dat er niets gebeurt.
Want dan waren ze er vanmorgen al geweest.
En als we maar goed bij het verhaal blijven dan is er niks aan de hand.Ze
Als ze vannacht alles rond hadden gehad zeg maar als ze hadden geweten
Motief.
Alternatieve scenario’s.
T.a.v. feit 2:valsheid in geschrift