In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen die een koopovereenkomst hebben gesloten voor een woning. De eisers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben de woning voor € 479.000 gekocht van de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Na de aankoop hebben de eisers een bouwkundige inspectie laten uitvoeren, waaruit gebreken aan de dakconstructie naar voren kwamen. De eisers vorderden schadevergoeding op basis van deze gebreken, die volgens hen de feitelijke eigenschappen van de woning aantastten. De gedaagden hebben verweer gevoerd tegen deze vorderingen.
Tijdens de comparitie hebben partijen gedeeltelijk een schikking getroffen, maar het geschil over de dakconstructie bleef bestaan. De rechtbank heeft besloten dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de deugdelijkheid van de dakconstructie te beoordelen. De rechtbank heeft vragen geformuleerd voor de deskundige, waaronder de vraag of er gebreken zijn aan de dakconstructie en wat de gevolgen daarvan zijn. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten van het deskundigenonderzoek in beginsel door de eisende partij moeten worden gedeponeerd. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de benoeming van de deskundige zal plaatsvinden op 17 juni 2015.