ECLI:NL:RBOBR:2015:3054

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 mei 2015
Publicatiedatum
26 mei 2015
Zaaknummer
C/01/281838 / HA ZA 14-546
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de deugdelijkheid van de dakconstructie in een koopovereenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen die een koopovereenkomst hebben gesloten voor een woning. De eisers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben de woning voor € 479.000 gekocht van de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Na de aankoop hebben de eisers een bouwkundige inspectie laten uitvoeren, waaruit gebreken aan de dakconstructie naar voren kwamen. De eisers vorderden schadevergoeding op basis van deze gebreken, die volgens hen de feitelijke eigenschappen van de woning aantastten. De gedaagden hebben verweer gevoerd tegen deze vorderingen.

Tijdens de comparitie hebben partijen gedeeltelijk een schikking getroffen, maar het geschil over de dakconstructie bleef bestaan. De rechtbank heeft besloten dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de deugdelijkheid van de dakconstructie te beoordelen. De rechtbank heeft vragen geformuleerd voor de deskundige, waaronder de vraag of er gebreken zijn aan de dakconstructie en wat de gevolgen daarvan zijn. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten van het deskundigenonderzoek in beginsel door de eisende partij moeten worden gedeponeerd. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de benoeming van de deskundige zal plaatsvinden op 17 juni 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/281838 / HA ZA 14-546
Vonnis van 20 mei 2015
in de zaak van

1.[eiser 1],

wonende te [woonplaats],
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. G.H. Hermanides te Eindhoven,
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. T.V.M. ten Berge te Eindhoven.
Partijen zullen hierna (in enkelvoud) [eiser c.s.] en [gedaagde c.s.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 november 2014
  • het proces-verbaal van comparitie van 2 maart 2015
  • de akte van [eiser c.s.]
  • de akte van [gedaagde c.s.].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Partijen hebben op 27 december 2012 een schriftelijke koopovereenkomst gesloten betreffende de woning aan [adres]. [eiser c.s.] heeft deze woning voor
€ 479.000 van [gedaagde c.s.] gekocht. Deze woning was toen ongeveer 8 jaar oud.
2.2.
De koopovereenkomst houdt onder meer het navolgende in.
“5.1. De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken…….
5.3.
De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik als : woonhuis met garage, een en ander laat onverlet het bepaalde in artikel 5.1. van deze overeenkomst”.
2.3.
[eiser c.s.] heeft na het sluiten van de koopovereenkomst de firma [naam firma] -verder [naam firma]- een bouwkundige inspectie laten uitvoeren. Het rapport van [naam firma] d.d. 20 december 2013 luidt onder meer als volgt (nummering rechtbank):
(1) Dakbeschot: bestaande uit geïsoleerde dakplaten, op verschillende punten hebben de dakplaten geen draagvlak op de gordingen.
Gevolg hiervan is dat de uiteinde van de dakplaten nu dragen op de binnenmuur.
Conclusie; door druk op de dakplaten van de dakpannen, ontstaat er kans op breuk in de platen met alle gevolgen van dien.
Zie foto1.
(4) Stalen spantbenen uitgevoerd onder een zadeldak, doorlopend naar de muurplaten aan beide zijden van het pand, deze oplegging en bevestiging is niet te controleren, aangezien deze in zijn geheel zijn weg getimmerd zijn. Muurplaten zijn idem niet te controleren, dit is alleen mogelijk als er timmerwerk knie beschot wordt los gemaakt. Het vermoeden bestaat dat de oplegging van de muurplaat niet zorgvuldig en op vakkundige wijze is uitgevoerd.
(5) De aangebrachte kap gordingen zijn zeer slordig aangebracht, met veel tussen ruimte in het spantbeen en de oplegging, de gording buigt door en staat krom dit is visueel duidelijk waarneembaar de doorzakking in het midden is ruim 5 centimeter, de doorbuiging in het midden is +- 2 centimeter.
Volgens bestek en opgave van de architect, behoren aan het stalen spatbeen en in de binnenmuren in totaal 4x dubbele strijkgordingen/randbalken aan één zijde afgeschuind aangebracht te worden, deze ontbreken daardoor is aan de zijkanten de zoldervloer zwevend.
Tevens zijn op dit punt, de dakplaten niet verankerd, reden dat de dakplaten nu afglijden.
Zie foto 4”
2.4.
[gedaagde c.s.] heeft op zijn beurt [naam medewerker] van Bureau voor Bouwpathologie BB op 14 oktober 2014 onderzoek laten verrichten in de woning. In het daarvan opgemaakte rapport staat ten aanzien van de genoemde punten 1, 4 en 5 het navolgende:
“1. Dakbeschot kiert ten opzichte van gordingen
Waarnemingen: Zichtbaar is op een tweetal plaatsen dat er ruimte is tussen de gordingen
en de dakplaten. De dakplaten liggen niet aan, (foto 01 en 02). Vastgesteld is dat is afgeweken van de tekeningen qua gordingafmetingen en koppeling met stalen spanten. De gordingen buigen door,
(foto 3)
Beoordeling: In het dakvlak van het woonhuis zijn geen vervormingen of andersoortige gebreken zichtbaar die duiden op een constructief probleem. Dit item was bij de bezichtiging zichtbaar en zeker voor een bouwkundig specialist
Herstel: Niet van toepassing
Herstelkosten: Niet van toepassing
4. Stalen spantbenen.
Waarnemingen: De spantbenen vertonen geen gebreken dan wel vervormingen. Een en ander is op details afwijkend van de tekeningen gemaakt.
Beoordeling: geen gebreken vastgesteld.
Herstel: Niet van toepassing.
Herstelkosten: Niet van toepassing.
5. Kapgordingen slordig.
Waarnemingen: De gordingen hebben een afwijkende afmeting.
Gerelateerd aan de tekening welke voorhanden was.
Daarnaast is zichtbaar dat de gordingen doorbuigen. De dubbele gordingen zijn weldegelijk aanwezig ter plaatse van de zoldervloer. Enige afschuiving van de dakplaten is niet zichtbaar.
Beoordeling: In het dakvlak van het woonhuis zijn geen vervormingen of andersoortige gebreken zichtbaar die duiden op een constructief probleem. Dit item was bij de bezichtiging zichtbaar en zeker voor een bouwkundig specialist.
Herstel: Niet van toepassing.
Herstelkosten: Niet van toepassing.”
2.5.
[eiser c.s.] vorderde aanvankelijk primair dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde c.s.] zal veroordelen:
a. tot betaling van € 57.450,22 aan hem, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 B.W. vanaf de dag der dagvaarding
b. tot betaling van € 1.754,50 , vermeerderd met de rente als hiervoor vermeld, en
c. tot betaling van € 1.367,05 buitengerechtelijke incassokosten.
[eiser c.s.] heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de onroerende zaak bij de eigendomsoverdracht ten aanzien van een aantal punten, waaronder de dakconstructie, niet de feitelijke eigenschappen bezat die voor het normaal gebruik als woning nodig was en dat hij daardoor schade heeft geleden.
[gedaagde c.s.] heeft hiertegen verweer gevoerd.
2.6.
Ter comparitie hebben partijen gedeeltelijk een schikking getroffen. Wat thans nog resteert te beoordelen is het geschil van partijen omtrent de dakconstructie, de punten 1, 4 en 5 van de hiervoor aangehaalde rapporten. De uitkomst van dit resterende geschil bepaalt volgens de getroffen regeling wie de kosten van de procedure van na de comparitie moet dragen. De kosten tot en met de comparitie hebben partijen gecompenseerd. Partijen hebben ten aanzien van het overblijvende geschilpunt geopteerd voor een deskundigenonderzoek.
2.7.
De rechtbank acht inderdaad een deskundigenonderzoek op zijn plaats, zoals ook ter comparitie aangegeven. De rechtbank zal in dit vonnis het deskundigenbericht bevelen en de vragen aan de deskundige formuleren, rekening houdend met de voorstellen die partijen op dat punt hebben gedaan. Partijen hebben gekozen voor één deskundige , te weten BDA Dakadvies te Gorinchem. De rechtbank zal bij afzonderlijke beslissing overgaan tot de feitelijke benoeming van een deskundige, nadat duidelijk bestaat over de persoon van de deskundige van BDA Dakadvies alsmede over het te betalen voorschot.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door [eiser c.s.] moeten worden betaald.
2.8.
Aan de deskundige worden de navolgende vragen voorgelegd:
1. Is de dakconstructie al dan niet deugdelijk uitgevoerd?
Meer in het bijzonder:
a. Is er al dan niet sprake van gebreken aan de constructie van het dakbeschot voor wat betreft het draagvlak van de dakplaten op de gordingen? Zijn de dakplaten alle voldoende verankerd? Dragen de dakplaten thans geheel of gedeeltelijk op de binnenmuur en wat zijn daarvan de technische consequenties?
b. Is de oplegging van de muurplaat deugdelijk uitgevoerd?
c. Zijn de kapgordingen deugdelijk aangebracht en is al dan niet sprake van doorbuiging of doorzakking en/of kromtrekking van gordingen?
d. is al dan niet sprake van het ontbreken van de in het rapport van [naam firma] genoemde vier dubbele strijkgordingen/randbalken?
2. Als sprake is van gebreken:
wat zijn daarvan de (mogelijke) gevolgen en is herstel nodig?
3. Als er herstel nodig is:
Welke herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd en wat zijn daarvan thans de kosten, inclusief BTW.?
Brengen deze herstelwerkzaamheden bijkomende kosten met zich, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van herstel van schilderwerk, aftimmering, beschadiging van andere onderdelen e.d? Zo ja, hoe hoog zijn die kosten, inclusief BTW?
4. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
2.9.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken in het volgende vonnis.
2.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Is de dakconstructie al dan niet deugdelijk uitgevoerd?
Meer in het bijzonder:
a. Is er al dan niet sprake van gebreken aan de constructie van het dakbeschot voor wat betreft het draagvlak van de dakplaten op de gordingen? Zijn de dakplaten alle voldoende verankerd? Dragen de dakplaten thans geheel of gedeeltelijk op de binnenmuur en wat zijn daarvan de technische consequenties?
b. Is de oplegging van de muurplaat deugdelijk uitgevoerd?
c. Zijn de kapgordingen deugdelijk aangebracht en is al dan niet sprake van doorbuiging of doorzakking en/of kromtrekking van gordingen?
d. is al dan niet sprake van het ontbreken van de in het rapport van [naam firma] genoemde vier dubbele strijkgordingen/randbalken?
2. Als sprake is van gebreken:
wat zijn daarvan de (mogelijke) gevolgen en is herstel nodig?
3. Als er herstel nodig is:
Welke herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd en wat zijn daarvan thans de kosten, inclusief BTW.?
Brengen deze herstelwerkzaamheden bijkomende kosten met zich, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van herstel van schilderwerk, aftimmering, beschadiging van andere onderdelen e.d? Zo ja, hoe hoog zijn die kosten, inclusief BTW?
4. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van 17 juni 2015, voor de benoeming van de deskundige en de overige in verband met het deskundigenbericht nog te nemen beslissingen,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Bik en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2015.