ECLI:NL:RBOBR:2015:2952

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 mei 2015
Publicatiedatum
21 mei 2015
Zaaknummer
01/825319-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en voortzetting van dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 mei 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die ter beschikking was gesteld na een vonnis van 29 januari 2007. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd op 2 juni 2014. De officier van justitie heeft op 1 april 2015 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Deze vordering is behandeld tijdens een openbare zitting op 8 mei 2015, waarbij de officier van justitie, een deskundige en de raadsman van de betrokkene aanwezig waren. De betrokkene heeft ervoor gekozen om niet zelf te verschijnen en heeft zijn raadsman gemachtigd om namens hem te spreken.

In het dossier bevonden zich onder andere een advies van de Pompestichting van 17 maart 2015, ondertekend door een psychiater en een behandelcoördinator, en wettelijke aantekeningen over de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege een overtreding van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van anderen in het geding was. De deskundige heeft tijdens de zitting het advies om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegelicht en volhardend verdedigd.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en het advies van de deskundige gevolgd, en heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling en de voortzetting van de verpleging van overheidswege eist. De rechtbank heeft daarom besloten om de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, onder voortzetting van de verpleging van overheidswege.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/825319-06
Uitspraakdatum: 22 mei 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1972],
verblijvende in [kliniek],
hierna te noemen: betrokkene.

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 29 januari 2007 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 2 juni 2014, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 1 april 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 mei 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de raadsman van betrokkene gehoord. Betrokkene heeft afgezien van zijn recht op deze zitting te worden gehoord. Betrokkene heeft aan zijn raadsman verzocht om een behandeling van de vordering buiten zijn aanwezigheid en hij heeft zijn raadsman (telefonisch) gemachtigd namens hem een verklaring af te leggen. Na daarover de officier van justitie te hebben gehoord, heeft de rechtbank daarmee ingestemd.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van de [kliniek] van 17 maart 2015, ondertekend door [persoon 1], psychiater/plv. hoofd van de inrichting en door drs. J.A. Thomsen, behandelcoördinator;
  • de omtrent betrokkene gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van betrokkene.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van overtreding van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voormeld rapport van 17 maart 2015 heeft de Pompestichting geadviseerd de terbeschikkingstelling van betrokkene en de verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen. Ter terechtzitting van 8 mei 2015 heeft de deskundige Thomsen, onder het geven van een nadere toelichting, bij dit advies gepersisteerd.
Nadat de officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling en de verpleging van overheidswege met twee jaar, heeft de raadsman van betrokkene verklaard dat zijn cliënt en hij zich tegen die verlenging niet zullen verzetten.
De rechtbank verenigt zich met het uitgebrachte advies en de gronden waarop dat berust. Gelet op de inhoud van dit advies, de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige en de standpunten van de officier van justitie, betrokkene en zijn raadsman, is de rechtbank, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling en de voortzetting van de verpleging van overheidswege eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:

Verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld
met twee jaar, onder voortzetting van de verpleging van overheidswege van betrokkene.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter,
mr. B.A.J. Zijlstra en mr. H.H.E. Boomgaart, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 22 mei 2015.