ECLI:NL:RBOBR:2015:2845

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
01/025000-98
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na ernstige misdrijven

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 mei 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en feitelijke aanranding. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank hield de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aan voor een periode van maximaal drie maanden, om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken.

De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in een kliniek en heeft een geschiedenis van ernstige problematiek, waaronder een laag recidiverisico op korte termijn, maar een gematigd risico op lange termijn. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde zich aan de afspraken houdt, maar dat er nog onvoldoende vooruitgang is geboekt op het gebied van resocialisatie. De rechtbank heeft de noodzaak van verlenging van de terbeschikkingstelling onderbouwd met de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, die eisten dat de maatregel werd voortgezet.

De rechtbank heeft ook opdracht gegeven aan de Reclassering Nederland om een rapport op te stellen over de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, waarbij ook de lichamelijke conditie van de terbeschikkinggestelde in overweging moet worden genomen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor maximaal drie maanden om het rapport af te wachten, terwijl de terbeschikkingstelling met een jaar werd verlengd. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de betrokken partijen, waaronder de officier van justitie en de raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025000-98
Uitspraakdatum: 13 mei 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op[geboortedatum]
verblijvende bij [kliniek1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 december 1999 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 25 juli 2014, met een jaar verlengd. De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 4 maart 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 april 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van dr. [psychiater], psychiater en tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft en drs. [psycholoog], hoofd behandeling en GZ-psycholoog d.d. 9 februari 2015;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van “verkrachting, meermalen gepleegd”, “feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd” en “met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd”, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:

Recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel

Het risico op seksueel gewelddadig gedrag bij ontslag per heden wordt op korte termijn ingeschat als laag en op lange termijn als matig. Wanneer betrokkene met direct ontslag zal gaan, zullen de factoren die nu een beschermende rol hebben, zoals de structuur, de ondersteuning, de woonsituatie en het toezicht, wegvallen. Bij het beëindigen van de huidige maatregel zijn er weinig beschermende factoren aanwezig en is er nog geen vervolgvoorziening geregeld. Er zal onvoldoende aandacht zijn voor de (progressieve) lichamelijke problematiek van betrokkene. Naast onvoldoende zorg, is er geen enkele begeleiding meer. Zijn beperkte probleembesef, beperkte probleeminzicht, beperkte sociale en relationele vaardigheden, beperkte verantwoordelijkheid voor het delict, beperkte copingvaardigheden en de aanwezigheid van enige vijandigheid zullen voor moeilijkheden zorgen. Indien betrokkene middelen gaat gebruiken, stijgen de risico’s.
Indien betrokkene goed op zijn plek blijkt op de beoogde vervolgvoorziening en hij er ook achter staat hier te blijven wonen, zou de maatregel op termijn mogelijk kunnen worden beëindigd zonder een sterke verhoging van de risico’s. Dit is momenteel nog niet aan de orde.
Prognose met tenminste het tijdspad en de verwachting van het FPC ten aanzien van de gekozen koersGezien het behandelverloop en de geringe beïnvloedbaarheid van de risicofactoren zal de kern van het risicomanagement bij [terbeschikkinggestelde] bestaan uit een hoge mate van verzorging en toezicht. [kliniek1] kan deze zorg voor langere tijd bieden.De voorgenomen plannen omtrent de uitplaatsing van [terbeschikkinggestelde] zijn behaald. Het transmurale verlof heeft net aanvang genomen. De Pompestichting zal de verantwoordelijkheid voor [terbeschikkinggestelde] vanaf 1 maart 2014 (de rechtbank leest: 1 maart 2015) overnemen. In het komende jaar kan door deze kliniek beoordeeld worden of zij de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging wil laten onderzoeken. Op het moment van het schrijven verblijft [terbeschikkinggestelde] nog te kort in de transmurale voorziening om hier definitieve uitspraken over te doen. [kliniek2] heeft de inhoud van de brief aan de Pompestichting voorgelegd. De Pompestichting heeft aangegeven achter de inhoud van het verlengingsadvies te staan.
Onderbouwde beschrijving tussen de aanwezigheid van de stoornis, het gevaarscriterium, de gepleegde interventies en de genoemde koers en prognose
De ernstige problematiek van betrokkene is nauwelijks beïnvloed met behandeling. Het risicomanagement bij betrokkene wordt met name extern bepaald door middel van controle op zijn netwerk, omgeving en bezigheden. Een laag beveiligingsniveau wordt afdoende geacht, mede gezien de leeftijd en de slechte fysieke gesteldheid van betrokkene. Dankzij de hoge mate van begeleiding, met veel aandacht voor de lichamelijke problematiek, maken dat het risico op recidive als laag wordt geschat. Na een jarenlang verblijf in een hoog beveiligde omgeving verblijft betrokkene nog maar kort in een open setting. Hoewel het denkbaar is dat de TBS over een jaar voorwaardelijk beëindigd kan worden, is het in dit stadium prematuur. Er kan onvoldoende beoordeeld worden of betrokkene inderdaad goed blijft functioneren met een laag beveiligingsniveau.
Voorgenomen concrete stappen in de komende periode tot aan de volgende verlengingszitting
Afhankelijk van het beloop van het transmurale verblijf van betrokkene bij GGZ Oost Brabant zal de Pompestichting de reclassering opdracht geven de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken. Indien zij dit wenselijk achten, zal bij de volgende verlengingszitting een maatregelenrapport beschikbaar zijn. (..)
Specificatie van de noodzaak van verblijf en behandeling in het FPC voor de komende periodeHet verlengen van de Tbs-maatregel is noodzakelijk. Betrokkene is na een jarenlang verblijf in de TBS na een relatief korte periode van begeleide verloven transmuraal overgeplaatst in december 2014. Er kan nog onvoldoende beoordeeld worden of het huidige beveiligingsniveau afdoende bescherming biedt. Het komende jaar kan wel gebruikt worden om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging of proefverlof te onderzoeken.

Advies verlenging TBS-maatregel

[kliniek2] adviseert de maatregel met 1 jaar te verlengen.

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
De woonomgeving waar ik verblijf, is verbeterd, maar lichamelijk gaat het slecht met mij. Bij [kliniek1] biedt de verpleging perfecte hulp, maar resocialisatie komt daar niet van de grond. In de drie maanden dat ik inmiddels bij ‘[kliniek1]’ verblijf, is er niets gebeurd op het gebied van resocialisatie. In 2009 is reeds geadviseerd om met de resocialisatie te starten. Normaliter is dat een traject van zes maanden; het hoeft in ieder geval geen zes jaar te duren.
De deskundige [deskundige 1], optredend namens de Pompestichting te Nijmegen, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene houdt zich aan de afspraken; er zijn geen incidenten geweest. Er gebeurt momenteel niets op het gebied van verlof, dat blijkt vooralsnog niet uitvoerbaar. Daarvoor is een vrijwilliger nodig en die is momenteel nog niet beschikbaar.
Er is geen maatregelenrapport voorhanden. Nu lijkt het mij een goed moment om de reclassering bij deze zaak te betrekken. Ik wil daarbij wel opmerken dat het voor ons erg snel gaat, omdat betrokkene pas sinds kort bij ‘[kliniek1]’ verblijft. Ik kan niet met zekerheid zeggen of er op lange termijn sprake zou zijn van een gematigd recidiverisico.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het rapport d.d. 9 februari jl. en de ter terechtzitting gegeven toelichting door mw. [deskundige 2]zijn duidelijk. Het recidiverisico is nog altijd aanwezig. Het verloop van de maatregel is echter zodanig dat binnen afzienbare termijn gedacht kan worden aan voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Ik verzoek de rechtbank dan ook om de terbeschikkingstelling met verpleging met één jaar te verlengen, alsmede het onderzoek te schorsen voor de duur van 3 maanden, teneinde te bezien of voorwaardelijke beëindiging van de maatregel mogelijk is. Voorts verzoek ik u om te laten onderzoeken in hoeverre verdachtes lichamelijke klachten invloed hebben op het recidiverisico.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De verslechterde gezondheid van betrokkene, een hartinfarct, diabetes, hoge bloeddruk en een progressieve vorm van multiple sclerose maken dat de kans op recidive sterk afneemt. Dit blijkt eveneens uit het verlengingsadvies d.d. 9 februari 2015. Betrokkene stelt zich begeleidbaar op en er is overeenstemming over de regels en resocialisatie. Kortom, er staat niets in de weg aan een afwijzing van de vordering dan wel voorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel. In de uitspraak van de rechtbank van 25 juli 2014 staat duidelijk opgenomen dat het vervolg (resocialisatietraject) voortvarend ter hand moet worden genomen. Duidelijkheid hieromtrent is niet gegeven in voornoemd verlengingsrapport. Bij verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden getoetst of de veiligheid van personen in gevaar is. Betrokkene stelt zich op het standpunt dat dat niet het geval is. Gelet op vorenstaande verzoek ik de rechtbank primair om het verzoek af te wijzen, subsidiair de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen en meer subsidiair het onderzoek te schorsen voor korte duur waarbij de reclassering wordt opgedragen de mogelijkheden naar een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken. In dat onderzoek dient tevens de vervolgvoorziening te worden meegenomen in de voorwaarden.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en teneinde de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden om op termijn tot een beëindiging van de terbeschikkingstelling te kunnen komen, is de rechtbank van oordeel dat thans dient te worden onderzocht of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
Daarom dient de Reclassering Nederland een nader maatregelrapport op te stellen, waarin de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege worden onderzocht. In dat rapport dient ook aandacht te worden besteed aan de lichamelijke conditie van betrokkene en de invloed daarvan op het recidiverisico.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, zal de rechtbank op grond van artikel 509t, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering de beslissing op een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd, maar maximaal drie maanden, aanhouden in afwachting van het rapport van Reclassering Nederland.
Daarnaast is de rechtbank, gelet op artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, zodat de terbeschikkingstelling zal worden verlengd met één jaar.
Uit het advies volgt dat de ernstige problematiek nauwelijks is verbeterd en dat er op lange termijn sprake is van een matig risico op herhaling als de maatregel zou worden beëindigd. De rechtbank is het daarmee eens. Het primaire verzoek wordt afgewezen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde]ter beschikking is gesteld met
één jaarmet gelijktijdige aanhouding van de zaak voor ten hoogste drie maanden.
-
geeft opdrachtaan de Reclassering Nederland (Brabant) tot het opstellen van
een plan omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van
betrokkene in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging in het
maatschappelijk verkeer zou dienen te geschieden.
De rechtbank houdt haar beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging
aan.
-
beveeltde oproeping van de terbeschikkinggestelde, de deskundige [deskundige 1] en de rapporteur van de reclassering tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting, met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde, mr[advocaat], advocate te Amsterdam.
-
steltde stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter,
mr. J.G. Vos en mr. W.B. Kok, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kapteijns, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 mei 2015.
Mr. W.B. Kok is buiten staat deze beslissing (mede) te ondertekenen.