Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
PIET HEIN EEK,
h.o.d.n. [bedrijfsnaam]
1.De procedure
- de brief van mr. De Zwaan d.d. 26 december 2014 met een toelichting waarom de dagvaarding alsnog aan [gedaagde] zal worden betekend;
- de betekende dagvaarding van 29 december 2014 met 15 producties;
- de producties 1 tot en met 12 van [gedaagde];
- de op 7 januari 2015 van mr. De Zwaan ontvangen specificatie van de kosten van rechtsbijstand aan de zijde van Piet Hein Eek c.s.;
- de mondelinge behandeling op 8 januari 2015;
- de pleitnota van Piet Hein Eek c.s.;
- de pleitnota van [gedaagde];
- de ter zitting door mr. Nijkamp overgelegde specificatie van kosten van rechtsbijstand aan de zijde van [gedaagde];
- de vermindering van de eis.
2.De feiten
[bedrijfsnaam],is natuurgeneeskundig therapeut. Zij voert, blijkens de inschrijving in het handelsregister, sinds 2008 als eenmanszaak een praktijk voor natuurgeneeswijze met daarbij een groot- en detailhandel in natuurlijke producten (
[bedrijfsnaam]).Dit doet [gedaagde] naast haar reguliere baan (16 uur per week) bij Ikea.
[bedrijfsnaam]en na onderzoek werd hen duidelijk dat deze eenmanszaak, in de ogen van Piet Hein Eek c.s., replica’s van de Kuipstoel en de Kruk aanbood op haar website www.[bedrijfsnaam].nl. In ieder geval bleek Piet Hein Eek c.s. dat [gedaagde] op bestelling 10 kuipstoelen zonder diens toestemming of medeweten had verkocht en geleverd aan [bedrijfsnaam 2] te Meterik. Deze vennootschap onder firma exploiteert onder de handelsnaam “[bedrijfsnaam 3]” een winkel, waar de 10 kuipstoelen werden gebruikt.
[bedrijfsnaam]gemaakt.
[bedrijfsnaam]geleverde kuipstoelen (in de witte versie). Piet Hein Eek c.s. hebben [gedaagde]/
[bedrijfsnaam]en [bedrijfsnaam 2] bij brieven van 5 respectievelijk 6 november 2014 gesommeerd hun inbreuk op de auteursrechten van Eek B.V. te staken. [bedrijfsnaam 2] heeft aan deze sommatie voldaan en een onthoudingsverklaring getekend. De bij [bedrijfsnaam 2] aangetroffen stoelen zijn aan Piet Hein Eek c.s. afgegeven, althans aan hen ter beschikking gesteld.
[bedrijfsnaam]zijn hangende deze procedure door haar uit de lucht gehaald. [gedaagde] heeft in deze procedure aangegeven de stoelen en krukken niet meer te zullen verhandelen en/of vervaardigen.
€ 2.420,00 (incl. BTW), zijnde € 2.000,-- (excl. BTW), aan de advocaat van Piet Hein Eek c.s. voldaan.
3.Het geschil
[bedrijfsnaam]slechts aan drie andere klanten de gewraakte producten geleverd. Daarvan is een overzicht d.d. 23 december 2014 van de boekhouder in het geding gebracht, met de bijbehorende facturen. [gedaagde] heeft geen voorraad van producten. De producten werden tegen kostprijs verkocht en van een winst was geen sprake.
3.3.3. [gedaagde] betwist daarnaast dat Eek en Piet Hein Eek B.V. auteursrecht hebben op de Kuipstoel en de Kruk in Sloophout. Subsidiair stelt [gedaagde] dat, voorzover toch het bestaan van hun auteursrecht moet worden aangenomen, zij daarop geen inbreuk maakt. De gewraakte kuipstoel en de kruk van [de partner] zijn eigen ontwerpen. Hij heeft zelfstandig en zonder voorbeeld te nemen aan de producten van Eek zijn creaties ontwikkeld. De door hem ontwikkelde producten wijken in belangrijke mate af van de Kuipstoel en Kruk van Eek. Onder meer gebruikt [de partner] nieuw hout, ook is de maatvoering, de bevestigingswijze, kleurstelling, afmeting + model + bevestiging van de leuning anders. Bovendien verwerkt [de partner] in zijn modellen een muntje met de tekst “
[bedrijfsnaam]” om aan te geven dat deze producten afkomstig zijn van
[bedrijfsnaam]en niet van anderen. Er is om al die redenen geen verwarring te duchten met de Kuipstoel en Kruk van Eek.
4.De beoordeling
De voorzieningenrechter overweegt dienaangaande dat weliswaar aannemelijk is dat [gedaagde] op dit moment inderdaad is gestopt met de vermeende inbreukmakende handelingen en dat zij, met haar partner [de partner], heeft besloten te stoppen met de vervaardiging van de gewraakte kuipstoelen en krukken. Indien echter mocht blijken dat Piet Hein Eek c.s. het recente handelen van [gedaagde] terecht hebben gekwalificeerd als inbreuken op auteursrecht, kunnen zij er nog steeds belang bij hebben om hun rechten in rechte te handhaven, al was het maar om sterk te staan tegenover derden die eerder zaken met [gedaagde] hebben gedaan met betrekking tot kuipstoelen en krukken. Daarnaast impliceert de processtrategie van [gedaagde] dat zij bestrijdt dat er sprake is van auteursrechtelijke bescherming voor Piet Hein Eek c.s. Ook om die reden behouden Piet Hein Eek c.s. belang bij een rechterlijk oordeel over het gestelde auteursrecht en de vermeende inbreuk daarop. [gedaagde] mag natuurlijk zelf bepalen hoe zij verweer voert, maar dat Piet Hein Eek c.s. van sommige onderdelen van het verweer ongerust werden, is vanuit hun positie wel te begrijpen.
[bedrijfsnaam], dus in de onderneming van [gedaagde], zijn gemaakt, te koop aangeboden en verkocht. Dat Henriks voor eventueel inbreukmakend gedrag verantwoordelijk is, is tussen partijen ook geen geschilpunt gebleken.
[bedrijfsnaam]op het auteursrecht met betrekking tot de Kuipstoel en de Kruk inbreuk heeft gemaakt.
[bedrijfsnaam]”. Hij werd vervolgens bij het uit elkaar houden geholpen door het feit dat partijen zo vriendelijk waren geweest de meubels van Eek rechts op te stellen en de meubels van [de partner]/
[bedrijfsnaam]aan de linkerzijde. De omstandigheid dat [de partner] steeds een muntje in het hout bevestigt, waardoor het de consument duidelijk is dat hij te maken heeft met een
[bedrijfsnaam]-product doet aan het vorenstaande onvoldoende af. Voorzover [de partner] hiermee heeft willen betogen dat er geen sprake is van verwarringsgevaar geldt dat het element van verwarring geen rol speelt in de benadering en beoordeling van de vraag of er sprake is van inbreuk op auteursrechten.
[bedrijfsnaam]van [gedaagde] heeft vervaardigd, dat [gedaagde] deze kuipstoelen en krukken in het kader van die onderneming, onder meer op de website van
[bedrijfsnaam]en voorzien van afbeeldingen, te koop heeft aangeboden aan het publiek en dat
[bedrijfsnaam]ook daadwerkelijk kuipstoelen en krukken aan klanten heeft verkocht en geleverd.
[bedrijfsnaam]schuldig gemaakt aan de inbreuk op de rechten van Piet Hein Eek c.s. en wordt de vordering sub 1 van Piet Hein Eek c.s. toegewezen als hierna te melden.
[bedrijfsnaam]voorshands genoegzaam aangetoond hetgeen wordt gevorderd in vordering sub 2. [gedaagde] heeft opgegeven wat zij wanneer aan wie heeft verkocht en geleverd (in totaal 14 kuipstoelen en 4 krukken), wat zij daarvoor aan die klanten in rekening heeft gebracht (in totaal € 1.914,87 ex BTW) en wat er op de overgelegde facturen aan haar betaald is. Enige concrete aanwijzing dat [gedaagde] in de verstrekte informatie onvolledig is geweest, is gesteld noch gebleken. Gelet hierop hebben Piet Hein Eek c.s. in dit kort geding onvoldoende belang meer bij toewijzing van deze vordering en zal deze worden afgewezen.
4.000,00
5.De beslissing
- a door verveelvoudiging en/of openbaarmaking van met de Kuipstoel (wit en in sloophout) en de Kruk in sloophout overeenstemmende meubels van Piet Hein Eek c.s.;
- b door afbeelding van de ontwerpen van Piet Hein Eek c.s. in door [gedaagde]