Op 22 januari 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die verantwoordelijk werd gehouden voor een verkeersongeval waarbij een ander om het leven kwam. De verdachte had op 15 november 2013 in Someren een trekker met oplegger geparkeerd op de rijbaan, zonder ervoor te zorgen dat deze zichtbaar was voor het achteropkomende verkeer. De oprijklep van de oplegger was neergeklapt, waardoor de achterlichten en reflectoren niet zichtbaar waren. Dit leidde tot een aanrijding met een personenauto, waarbij de bestuurder van die auto, genaamd [slachtoffer], overleed aan de gevolgen van het ongeval.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend had gehandeld door de trekker met oplegger op deze manier te parkeren. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de verdachte de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van 12 maanden, eveneens voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die blijk had gegeven van berouw.
De uitspraak is gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 8 januari 2015, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De rechtbank achtte de tenlastelegging bewezen en sprak de verdachte vrij van hetgeen meer of anders was ten laste gelegd. De beslissing is gegrond op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994.