Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 september 2014;
- het proces-verbaal van comparitie van 17 december 2014.
2.De feiten
Bouwverplichting en gebruik.
a. […]
Indien de koper niet of niet tijdig voldoet aan zijn in artikel 10 lid 1 omschreven verplichtingen, is hij verplicht het verkochte na in gebreke te zijn gesteld op eerste vordering van burgemeester en wethouders van de gemeente aan de gemeente terug te verkopen, tegen de bij aankoop aan de gemeente betaalde koopsom vermeerderd met de omzetbelasting […].
[…]
[…]
Het is de koper niet geoorloofd om binnen vijf jaar na de datum van het verlijden van de notariële akte van levering tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het verkochte, of van het recht op levering daarvan, aan derden over te gaan, verlening van een beperkt recht, waardoor het gebruik van het verkochte door anderen wordt verkregen, daaronder begrepen..
Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de koper ontheffing van het in lid 1 opgenomen verbod verlenen. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.160,00(2,0 punt × tarief € 2.580,00)