ECLI:NL:RBOBR:2015:2391

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
01/025397-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een jaar na beoordeling van recidiverisico en toekomstperspectief

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1959, die sinds 2004 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde is eerder ter beschikking gesteld na het plegen van meerdere misdrijven, waaronder diefstal met geweld en poging tot afpersing. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar het recidiverisico en de noodzaak van begeleiding en structuur voor de terbeschikkinggestelde.

De deskundige mw. C.M. Gerrits heeft tijdens de zitting verklaard dat de terbeschikkinggestelde momenteel in een gesloten setting verblijft en dat er nog geen toekomstperspectief is geregeld. De deskundige heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde behoefte heeft aan een 24-uurs setting met hoge mate van controle en begeleiding. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is, vooral als de huidige structuur wegvalt. De terbeschikkinggestelde heeft zelf aangegeven dat hij graag naar een zorgboerderij wil, maar dat er nog geen concrete afspraken zijn gemaakt.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de voortgang van het resocialisatietraject over een jaar opnieuw besproken zal worden.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025397-03
Uitspraakdatum: 10 april 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959,
verblijvende te [kliniek 1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 2 november 2004 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 15 mei 2014 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 4 maart 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 april 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige mw. C.M. Gerrits, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. L.S.T.H. Ruijters gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de beslissing van deze rechtbank van 15 mei 2014, waarbij de terbeschikkingstelling van betrokkene met één jaar is verlengd,
  • het verlengingsadvies van drs. M.C.M. Storms (hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft), drs. W. Stellingwerf (behandelverantwoordelijke/GZ-psycholoog) en dr. R.C. Brouwers (psychiater/eerste geneeskundige) d.d. 10 februari 2015;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van twee maal diefstal met geweld, poging tot afpersing, meermalen gepleegd, en poging tot diefstal met geweld, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
(…)
Voor de toekomst is nog niets geregeld. Wanneer betrokkene nu zou terugkeren in de maatschappij, heeft hij geen huisvesting, geen werk en geen sociaal netwerk. De kans op recidive is dan groot. Wel is duidelijk wat betrokkene in de toekomst nodig heeft: een 24-uurs setting met een hoge mate van controle, structuur, begrenzing en begeleiding, die in het dagelijks leven op een natuurlijke manier ingebouwd wordt. Maatschappelijk werk is daar actief naar op zoek.
(…)
De recidiverisico-inschatting op grond van de risicoanalyse zonder directe verplichte begeleiding en controle zoals op de huidige afdeling, is op korte (6 maanden), op middellange (6 mnd-3 jaar) en lange termijn (>3 jaar) hoog.
(…)
Betrokkene is een gehospitaliseerde man met kenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. Betrokkene is ruim vijf jaar in behandeling binnen [kliniek 1], en woont sinds mei 2014 weer in de geslotenheid. De reden van de terugplaatsing is dat betrokkene zich langer dan vierentwintig uur heeft onttrokken aan de begeleiding (…). In zijn laatste behandelplanbespreking in december 2014 is andermaal vastgesteld dat de onttrekking en de daaraan gekoppelde terugplaatsing geen gevolgen heeft voor zijn toekomstperspectief. Eerder laat de onttrekking zien dat betrokkene in de toekomst blijvend afhankelijk is van een intensieve mate van begeleiding, waarbij duidelijkheid, structuur en controle kernbegrippen dienen te zijn. Het probleemgedrag, handel in middelen en gebruik van middelen, is naar de achtergrond verdwenen. Wanneer betrokkene zijn vrijheden weer mag praktiseren, dan zal er een opbouw van vrijheden gaan plaatsvinden vanuit de geslotenheid. Wanneer hij daadwerkelijk aantoont dat deze mate van begeleiding en controle en de wijze van bejegenen afdoende is om de kans op recidive zo laag mogelijk te laten zijn, zal gezocht worden naar een geschikte vervolgvoorziening. Idealiter is dat een kleinschalige zorgboerderij in de omgeving van [kliniek 1], met een vergelijkbare mate van begeleiding en controle zoals in de beslotenheid. De verwachting is dat intrinsieke behandeling van het probleemgedrag niet meer nodig zal zijn en niet zal bijdragen aan een verdere afname van het recidiverisico. [kliniek 1] verwacht dat het resocialisatietraject van de geslotenheid naar een andere fase binnen een jaar kan worden gerealiseerd. Na dat jaar kan worden onderzocht of de resocialisatie in het kader van een TBS met dwang dient te worden voortgezet of dat betrokkene via een ander kader zijn resocialisatietraject kan voltooien. Het voltooien van zijn resocialisatietraject via een ander kader dan de huidige TBS met dwang kan de kans op het vinden van een geschikte vervolgplek vergroten. Ervaringen uit het verleden hebben aangetoond dat een geschikte vervolgplek die aan alle gestelde voorwaarden voldoet bijdraagt aan een succesvolle resocialisatie. Om bovenstaande redenen adviseert [kliniek 1] om de TBS maatregel van de heer [terbeschikkinggestelde] met één jaar te verlengen.

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik zit weer in een gesloten setting nadat ik me had onttrokken aan het verlof. Al mijn verloven werden ingetrokken. Het vertrouwen in mij was geschaad, maar dat is inmiddels weer hersteld. Ik wil graag naar een zorgboerderij, maar ik wil wel duidelijke afspraken en niet dat er opeens een ander traject wordt ingegaan.
Ik vind het goed dat ze het komende jaar gaan kijken waar ik terecht kan. Niet iedere woonvoorziening accepteert mensen met TBS. Ik heb begrepen dat ik bij de [kliniek 2] terecht kan, maar ik vind dat men ook naar andere woonvoorzieningen moet kijken voor het geval dat ik niet bij de [kliniek 2] terecht kan. Dan kan de huidige begeleiding ook intact blijven. Recidivegevaar zie ik niet. Ik heb tijdens de onttrekking toch ook niets verkeerds gedaan.
De
deskundige mw. C.M. Gerrits, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Sinds het moment dat de terbeschikkinggestelde weer in de geslotenheid zit, heeft hij alles goed opgepakt. Het gaat sindsdien ook goed met hem. Er wordt nu veel meer en beter aangesloten bij zijn behoefte. Doordat er veel spanningen aanwezig waren bij de behandelaar van de terbeschikkinggestelde is destijds in onvoldoende mate aangesloten bij zijn behoeften. De vrijheden zullen weer opgepakt kunnen worden vanaf mei. Daar wordt thans aan gewerkt. De verlofmachtiging is ingetrokken voor een jaar. Er worden gesprekken gevoerd over het toekomstperspectief. Er wordt nog steeds gezocht naar een geschikte zorgboerderij waar de terbeschikkinggestelde terecht kan, maar er zijn momenteel wachtlijsten tot één jaar. Daardoor kan hij niet op korte termijn geplaatst worden. Dit gaat zeker nog maanden duren. Het komend jaar hebben wij de gelegenheid om in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn voor de terbeschikkinggestelde. Een van de opties is bijvoorbeeld de [kliniek 2]. Zij accepteren ook terbeschikkinggestelden met dwangverpleging. Wij zullen ons niet beperken tot de [kliniek 2] en zullen ook andere mogelijkheden in ogenschouw nemen. Een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is thans niet aan de orde. Het afgelopen jaar hebben er geen vrijheden plaatsgevonden. Dat moet het komend jaar gepraktiseerd worden. Het recidiverisico is aanwezig op het moment dat alles wegvalt. De dwangverpleging is nog steeds geïndiceerd.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Alhoewel een positieve wending zichtbaar is, is het recidiverisico nog altijd hoog op het moment dat de structuur wegvalt. De terbeschikkinggestelde is het afgelopen jaar niet tijdig teruggekeerd van zijn verlof. Het jaar daarvoor heeft hij een diefstal gepleegd. Voor de toekomst is nog niets geregeld. De terbeschikkinggestelde is enthousiast over de [kliniek 2]. [kliniek 1] zal moeten proberen te realiseren dat hij daar ook terecht kan. De maatschappij is niet beschermd indien de terbeschikkinggestelde in vrijheid wordt gesteld dan wel indien de dwangverpleging niet wordt voortgezet. Ik verzoek de rechtbank de TBS-maatregel met één jaar te verlengen.
De
raadsmanvan de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het onttrekken aan het verlof berustte op een misverstand tussen mijn cliënt en de kliniek. Op papier heeft mijn cliënt in strijd met de afspraken gehandeld, terwijl er mondeling andere afspraken waren gemaakt. Client heeft behoefte aan duidelijkheid. Afspraken moeten voor hem op papier staan. Client zit thans al geruime tijd aan zijn behandelplafond. Hij is uitbehandeld. De verloven moeten nog opgebouwd worden, maar ook daarin heeft cliënt beperkingen ervaren. Zo werd er voor mijn cliënt niet tijdig een verlofpasje aangemaakt, waardoor hij niet op verlof kon. Bij een aantal woonvoorzieningen levert een TBS met dwangverpleging problemen op. Vandaag is er slechts gesproken over één woonvoorziening waar mijn cliënt eventueel terecht kan, de [kliniek 2]. Een andere optie heb ik niet gehoord, terwijl de wachtlijst één jaar bedraagt. Ik vrees dat als de vordering van de officier van justitie nu wordt toegewezen, mijn cliënt over een jaar nog steeds niet in een geschikte woonvoorziening is geplaatst. Indien een dwangverpleging contraproductief is, waarom wordt er dan geen onderzoek gedaan naar een voorwaardelijke beëindiging? Ik stel dan ook voor om de behandeling van de vordering van de officier van justitie aan te houden teneinde te onderzoeken of een voorwaardelijk beëindiging van de dwangverpleging tot de mogelijkheden behoort.

Het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
De rechtbank is van oordeel dat uit het verlengingsadvies en hetgeen ter zitting is besproken nog steeds blijkt van een hoog recidivegevaar, wanneer de huidige begeleiding en structuur wegvalt. Bovendien gaat het resocialisatietraject een cruciale fase in naar een meer open (woon)voorziening op een zorgboerderij. De rechtbank acht het wenselijk om over een jaar de voortgang hiervan en de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde hierin te bespreken. Indien en voor zover er een geschikte woonvoorziening voor de terbeschikkinggestelde aangewezen is, kan de terbeschikkinggestelde buiten een zitting om daar geplaatst worden. Het voorgaande brengt met zich mee dat de TBS zal worden verlengd. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor het aanhoudingsverzoek van de raadsman om de mogelijkheid van een voorwaardelijk einde van de dwangverpleging te laten onderzoeken, acht de rechtbank dit verzoek bij de huidige stand van het resocialisatietraject, nu er nog geen hernieuwde vrijheden worden gepraktiseerd, te prematuur. De rechtbank wijst het desbetreffende verzoek dan ook af.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde]ter beschikking is gesteld met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. C.P.J. Scheele, leden,
in tegenwoordigheid van Ş. Altun, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 april 2015.