“Betrokkene is een 45-jarige man die in 2002 wegens openlijke geweldpleging is
veroordeeld tot de maatregel tbs met dwangverpleging. Als voornaamste
delictgerelateerde factoren worden genoemd: persoonlijkheidsproblematiek,
verslavingsgevoeligheid, ADHD en krenking. Betrokkene is gediagnosticeerd met een
recidiverende depressieve stoornis (thans in remissie), pathologisch gokken, een
eetstoornis en een lichte vorm van ADHD en Gilles de la Tourette. Daarnaast is er sprake
van een persoonlijkheidsstoornis nao met obsessief-compulsieve, afhankelijke en
antisociale trekken. Het risico op gewelddadig gedrag wordt voor de korte termijn als
gering ingeschat en voor de lange termijn als matig.
Over het verloop van het tbs-traject kan geconcludeerd worden dat betrokkene over het
algemeen een positieve attitude heeft tegenover de behandeling en hiervan heeft weten
te profiteren, aangezien hij geen gewelddadig gedrag meer heeft laten zien.
Desalniettemin laat hij voortdurend een beeld van 'vallen-en-opstaan' zien waarbij met
enige regelmaat een terugval in ongewenst gedrag hoort, hetgeen samenhangt met de
kwetsbaarheid die bij betrokkene hoort. Momenteel verblijft betrokkene in het kader van
transmuraal verlof bij de begeleide woonvorm van [woonvorm]. De machtiging voor proefverlof
is recentelijk afgegeven. Er zal daadwerkelijk met proefverlof worden gestart zodra de
uitkering en zorgverzekering zijn opgestart. Het creëren van stabiliteit op het gebied van
dagbesteding is gedurende het tbs-traject een aandachtspunt evenals de neiging tot
gokgedrag en daarmee samenhangend zijn financiën. Getracht is de bijbehorende
risico's/destabiliserende factoren op te vangen door bewindvoering, intensieve
begeleiding vanuit een woonvorm en een ambulant behandeltraject bij een forensische
verslavingskliniek op te starten. Verder heeft betrokkene een beperkt sociaal netwerk,
waardoor eenzaamheidsgevoelens op de loer liggen. Al met al zijn er duidelijke
destabiliserende factoren aanwezig. Betrokkene is naar verwachting blijvend
omgevingsafhankelijk en behoeft veel externe structurering en ondersteuning.[instelling 1]
adviseert de dwangverpleging met een jaar te verlengen. De reclassering deelt
deze visie en heeft een voorkeur voor het traject van proefverlof. Het voordeel van het
proefverlof is namelijk dat betrokkene geleidelijk aan kan wennen aan minder bemoeienis
van de kliniek, meer vrijheden en minder beveiliging. De kliniek is als vangnet aanwezig
en er is daarmee meer ruimte voor het 'vallen-en-opstaan', het gedrag dat betrokkene tot
op heden met regelmaat laat zien. Het proefverlof is in die zin een veilige en
verantwoorde vervolgstap en gewenst voor een kwetsbare man als betrokkene.
Bovendien kan een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging grotere
gevolgen voor betrokkene met zich meebrengen bij een eventuele misstap. De
reclassering acht het wenselijk dat het proefverlof wordt opgestart om van daaruit toe te
werken naar verdere inbedding in de maatschappij en om te toetsen of het relatief positieve functioneren kan worden gecontinueerd/gestabiliseerd. Gezien betrokkenes functioneren van het afgelopen jaar acht de reclassering het te vroeg voor een voorwaardelijke beëindiging va de dwangverpleging en is het niet gewenst de stap van proefverlof over te slaan.”