In het hiervoor genoemde rapport van de Reclassering Nederland d.d. 24 februari 2015 is onder meer het navolgende gesteld, zakelijk weergegeven:
Vanaf aanvang detentie is betrokkene abstinent van druggebruik, wat een aanzienlijke
verbetering van zijn functioneren gaf. Waar er in eerste instantie gedacht werd aan
een schizofrene ontwikkeling, werd deze diagnose in 2012 aangepast. Er is sprake van
een psychotische stoornis NAO (onder invloed van druggebruik kan betrokkene
psychotisch worden), daarnaast is er sprake van een antisociale
persoonlijkheidsontwikkeling die zich uit in impulsiviteit, onverantwoordelijkheid,
agressie en prikkelbaarheid bij een kwetsbare man met een gebrekkige identiteit en
beïnvloedbaarheid.
Betrokkene heeft binnen het kader van de dwangverpleging verschillende modules
doorlopen die hem meer inzicht hebben gegeven in het tot stand komen van zowel het
delict als een psychose. Betrokkene is intern gemotiveerd om abstinent van drugs te
blijven en zijn leven weer op te bouwen in de maatschappij. In eerste instantie is
geprobeerd om betrokkene te resocialiseren in [kliniek]. Dit bleek niet haalbaar;
betrokkene was ontrouw in het nakomen van afspraken.
Sinds december 2014 heeft betrokkene een eigen huurwoning in Eindhoven en is hij
bezig zijn leven daar verder in te richten. Betrokkene is hierbij zeer gemotiveerd om
dit succesvol te laten zijn. Hij heeft een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk op
vrijwillige basis. Betrokkene wordt gesteund door zijn ouders en verdere familie.
Daarnaast is er sprake van een relatie die als steunend kan worden gezien voor
betrokkene.
Eerder werd door [kliniek] en twee Pro Justitia rapporteurs gesteld dat het nog te vroeg was om de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in te zetten.
Inmiddels geeft de kliniek aan dat zij op zich qua recidive geen grote risico’s meer
zien. Psychotische belevingen zijn niet meer aan de orde en betrokkene is abstinent
van drugs. Alhoewel [kliniek] aangeeft nog steeds de voorkeur te hebben
voor voortzetting van het transmurale verlof, zien zij ook wel mogelijkheden voor een
constructieve samenwerking met de reclassering in het kader van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht (hierna: FPT) bij een voorwaardelijke beëindiging. Betrokkene heeft inmiddels enige weerstand tegen het kader van de dwangverpleging en daarmee ook tegen de samenwerking met [kliniek]. In die zin is er wellicht meer behandelwinst te halen door nu het kader van voorwaardelijke beëindiging in te gaan.
De copingvaardigheden van betrokkene om met negatieve emoties om te gaan en
transparant te zijn, behoeven nog enige aandacht Hier zal binnen het toezicht in het
kader van voorwaardelijke beëindiging aandacht voor zijn. Rapporteur ziet
mogelijkheden om onder de gestelde voorwaarden de maatregel (naar de rechtbank begrijpt wordt hier feitelijk de dwangverpleging bedoeld) voorwaardelijk te
beëindigen. De voorwaarden van meldplicht, ambulante behandeling, een drugs- en alcoholverbod en andere voorwaarden het gedrag betreffende (nader uitgewerkt op pagina 16 en 17 van het reclasseringsrapport) worden geadviseerd.